Het was drie dagen lang genieten van topatletiek in het Fanny Blankers-Koen Stadion tijdens de Nederlandse kampioenschappen. Natuurlijk met wereldsterren als Femke Bol, Jorinde van Klinken, Lieke Klaver, Jessica Schilder en Nadine Visser bij de vrouwen en Liemarvin Bonevacia en Menno Vloon bij de mannen in voorbereiding richting de Olympische Spelen, maar ook met atleten die hun ultieme poging deden om via de internationale ranking in aanmerking te komen voor Parijs. Wat dat betreft deden Ryan Clarke op de 800 en Stefan Nillessen op de 1500 meter en verspringster Pauline Hondema uitstekende zaken met hun gouden NK-plak en topprestaties, goed voor bonuspunten in hun race naar Parijs. De komende dagen wordt bekend of deze atleten ‘opgevist’ worden voor hun olympisch avontuur.
Gevraagd naar dé verrassing van dit NK kom je gauw uit op speerwerper Tom Egbers (24). Hij was de vierde atleet in de geschiedenis die verder dan 80 meter wierp. Hij wierp 80,36 meter in zijn vijfde poging, een verbetering met bijna twee meter vergeleken met zijn vorige record van 78,51 meter dat alweer dateert uit 2021. ,,Ik heb er best lang op moeten wachten inderdaad, dus dat is wel een hele lekkere opsteker.”
De Hardloopnetwerk Nieuwsbrief lezen? Ontvang elke maandag de hoogtepunten van afgelopen week in je mailbox.
Langlopende liesblessure
Hij refereerde ook aan zijn coach Johan van Lieshout. ,,Die heeft helaas nog 15 centimeter verder staan (80,51, red.), Het is wel een doel van me om die eindelijk voorbij te gaan, maar dat laat nog even op zich wachten.” Egbers blesseerde zich tijdens zijn zesde en laatste worp aan zijn lies. ,,Voordat ik aan de wedstrijd begon was dat eigenlijk al. Dat was ook de reden dat ik dit jaar nog niet in actie was gekomen, ik zit er al langer mee te strugglen. Eigenlijk wilde ik vandaag dan ook niet volle bak gaan, gewoon zes keer werpen en een beetje ritme opdoen. Ik sta wel heel goed te werpen op training dus ik weet wel dat het er in zit, maar het was niet persé vandaag de bedoeling.” Het was achteraf ook niet heel slim dat hij alsnog zijn zesde worp deed, concludeerde hij. ,,Ik had de spanning er al van af, het was gewoon klaar. Maar ik had ook het gevoel dat mijn recordworp niet optimaal was, ik had em echt niet goed geraakt. Dus ik dacht als ik hem lekker weg kan leggen dan gaat-ie echt drie, vier meter verder nog. Maar eigenlijk had ik dat niet moeten doen, dat forceren werkt eigenlijk nooit.” Hij vreest dit jaar niet meer in actie te komen vanwege zijn blessure. ,,Maar ik ben nog jong en ik denk dat mijn lichaam nu wel zegt ‘jongen doe rustig aan’ en dan kan ik volgend jaar verder werpen in plaats van nu te gaan jagen.”
Kleine finesses in speerwerptechniek
Egbers kan ook goed uitleggen hoe het toch komt waarom speerwerpers zulke verschillende resultaten boeken. ,,Het komt er zo nauwkeurig op aan. Er zijn zoveel onderdelen in de worp die fout kunnen gaan. Dat zit hem in je ritme, aanloopsnelheid, timing, afwerking, eigenlijk alles. Als er een ding niet helemaal klopt dan scheelt dat gewoon meters in het veld. Je wordt heel erg afgestraft voor hele kleine foutjes, en dat is met het blote oog bijna niet te zien. Het gaat om de kleine finesses van de techniek. Dat is de reden waarom het zo enorm fluctueert.” Hij is blij de barrière van 80 meter te hebben geslecht. ,,Nu hoor ik een beetje bij de elite. Al heb ik mijn coach nog voor me staan, daar baal ik van.”