Als vervanger van Bram Peters heeft Emir Bekrić dit jaar hoge schoenen te vullen. Binnen de Nederlandse selectie sprint, horden en estafette is zijn taak als assistent-bondscoach bijvoorbeeld een vervolg op de wereldtitel 4×400 meter. Hoe kwam de Serviër in aanmerking voor één van de belangrijkste taken op Papendal? En wanneer beschouwt hij zijn eerste Nederlandse klus als geslaagd?
Ergens in juni kreeg Emir Bekrić telefoon van Vincent Kortbeek, technisch directeur bij de Nederlandse Atletiekunie. Bekrić stond op dat moment aan het roer van het Sportsko udruženje “Emir Bekrić Tim”, een team van internationale en lokale topatleten gehuisvest in het noordoosten van Bosnië & Herzegovina. Kortbeek vertelde hem dat Bram Peters, toenmalig assistent-bondscoach in Nederland, na de Spelen naar de Vlaamse Atletiekliga zou verkassen. Aan de zijde van bondscoach Laurent Meuwly zou een plekje vrij komen. Of Bekrić op nationaal sportcentrum Papendal wilde komen babbelen over een mogelijke nieuwe functie. ‘Ik wilde mezelf niet beperken en volg de filosofie dat, als ik iemand kan helpen in zijn/haar sportontwikkeling, ik dat graag doe. Na de benadering door Vincent bracht ik een bezoek aan Papendal en hadden we een open gesprek over toekomstige samenwerking. Ik was onder de indruk van de manier waarop de dingen daar werken. Hoe het systeem is opgezet, de organisatie en het team van mensen dat zich inzet om de atletiek te verbeteren, elk in hun eigen sector.’ Wat hem meteen aantrok, tussen de bossen van Arnhem? ‘De high performancecultuur die er binnen het team heerst. Ik heb het dan over de federatie, de coaches, de atleten, maar ook over het ondersteunend personeel (wetenschap, medisch personeel, et cetera. Het is heel goed ingeburgerd en het is echt mooi en een grote verantwoordelijkheid om
in zo’n omgeving te werken.’

Technische staf Atletiekunie per 1 januari 2025
Bondscoaches sprint/horden/estafette 4×400 meter: Laurent Meuwly & Emir Bekrić
Bondscoaches sprint/horden/estafette 4×100 meter: Brendan Troost & Renaud Longuèvre
Bondscoach talentontwikkeling: Rogier Ummels
Solide basis
Tussen 2009 en 2018 acteerde Bekrić zelf op het Europese toneel, als atleet op de 400 meter horden. In 2012 won hij EK-zilver, een jaar later goud op de EK onder 23 jaar. Hoogtepunt in die tijd was zijn bronzen medaille op de WK atletiek in 2013. In dat Moskou vestigde hij het nog steeds staande Servisch record van 48.05 seconden. Het contact met atleten waardeerde hij in zijn 20 jaar als fanatieke atleet. ‘Het heeft met altijd aangetrokken. Ik begon samen te werken met Ivana Ilic en Andrea Miklos, twee veelbelovende atleten, waarbij ik putte uit de kennis en ervaring die ik als atleet had opgedaan. Ik trainde als topatleet niet alleen in Servië, maar ook in Tsjechië en Slovenië. Ik had een solide basis en wist welke kant ik op wilde als coach. Vanaf het begin was ik geïnteresseerd in het werken met professionele atleten en streefde ik naar topprestaties. De ontwikkelingen van mijn atleten trokken anderen aan om zich bij onze groep aan te sluiten, die al snel internationaal werd.’

Laurent Meuwly
In de Zwitser Laurent Meuwly, komende april alweer zes jaar bondcoach in Nederland, treft Bekrić op Papendal een oude bekende. ‘Via wedstrijden en trainingskampen tijdens mijn tijd als atleet ken ik hem al. Vier jaar geleden werd onze samenwerking directer, toen ik met de Servische atletiekfederatie ging samenwerken. Na mijn aanbevelen werd Laurent binnengehaald om het sprint- en estafetteontwikkelingsprogramma in Servië te leiden. Ik fungeerde als coördinator.’ Ook in 2021, toen Bekrić zich terugtrok uit de bond om een carrière als coach na te streven, ontwikkelde de relatie met Meuwly zich tot een ‘mentorschap’. ‘Ik ben echt dankbaar voor deze kans op Papendal. Ook voor de onschatbare ervaring en kennis die Laurent belangeloos met mij deelt.’ De per 1 januari aangetreden coach noemt opnieuw dat zijn eigen ervaring op de ronde op de atletiekbaan voor nieuwe energie kan zorgen. Welke nieuwe impulsen precies, daarover blijft de 33-jarige Serviër op de vlakte. ‘Ik voel me geaccepteerd door de atleten en we bouwen geleidelijk relaties en vertrouwen op. De nieuwe olympische cyclus is begonnen en ons gemeenschappelijke doel is om het succes van zowel de estafetteteams als de individuele prestaties van de atleten voort te zetten.’
Lees ook: Raphael Bouju blaakt na recordcomeback van het zelfvertrouwen: ‘Ik begon te schreeuwen’
Dynamiek
Topsport is confronterend, betoogt Bekrić. Hij wil de atleten binnen de nationale selectie 400 meter zo goed mogelijk voorbereiden zich aan te passen aan de topsportomgeving Papendal. ‘Bij het werven van talent is de weerbaarheid ten opzichte van competitie een belangrijke scoutingsfactor. Onze rol als coaches en ondersteunend personeel is om de atleten fysiek, maar ook mentaal op een high performanceomgeving als de onze voor te bereiden. We gebruiken atleten als Femke Bol, Nadine Visser of Lieke Klaver als voorbeeld voor de jonge generatie hoe te groeien als professionele atleten. Het is heel nuttig dat zij de jongere atleten inspireren en begeleiden. We werken hard aan doelen op hoog niveau, maar doen dat op een slimme manier en met veel plezier. Deze dynamiek is belangrijk voor ons.’
Lees ook: De eerste wedstrijdplannen 2025 van Diane van Es na coachwissel: ‘Dit is pas het begin’
Finale op WK
Hoewel de huidige cyclus voor de 400-metergroep op Papendal al in het teken staat Los Angeles 2028, de volgende Spelen, ziet Bekrić de EK indoor van komende maand in Apeldoorn als een belangrijke graadmeter. Daar kijkt hij dit wedstrijdseizoen in de indoorhal het meest naar uit. ‘De atleten staan te popelen om hun best te presteren voor thuispubliek. Het doel is om ons als een sterk team te presenteren en zoveel mogelijk medailles te winnen. Ik denk dat dit de atletieksport in Nederland verder zal promoten en jongeren zal motiveren om deze sport te beoefenen.’ Als belangrijk station dit jaar noemt hij verder de World Relays van mei in China, waar de estafetteteams op de 4×400 meter (mannen/vrouwen/mix) zich nog moeten plaatsen voor de WK atletiek van september in Japan. ‘Het belangrijkste doel voor mij dit jaar is dat de estafetteteams een finaleplaats bepalen op de WK en dan meedingen naar een medaille. Daarnaast zijn er individuele prestaties van Femke, Lieke, Nadine, Liemarvin, Nick, Isaya en andere atleten, met maar één doel voor ogen: een zo hoog mogelijke klassering.’ Nog even over Femke, die heeft aangekondigd dit indoorseizoen alleen voor de estafettes te gaan. Om de druk nog wat te temperen tijdens opnieuw een vol atletiekjaar loopt ze de individuele 400 meter dus niet op de EK indoor. De juiste beslissing, sluit Bekrić af. ‘Vooral als een atlete jaar na jaar consequent meedoet aan zowel indoor- als outdoorwedstrijden en altijd thuiskomt met een medaille en/of Europees-, wereld- of kampioenschapsrecord. Kijkende naar de nieuwe olympische cyclus waarin we zitten, met de Spelen van ’28 als moment waar ze op haar best wil zijn. Mentaal herstel is net zo cruciaal als fysiek herstel.’
Foto’s: eigen bezit & Erik van Leeuwen