De Atletiekunie presenteerde, tijdens de NK Indoor senioren in Omnisport, het CTS GROUP Talententeam van 2023. Tijdens het finalespektakel werden de zes talentvolle atleten gepresenteerd. De Atletiekunie brengt veelbelovende jeugdatleten onder in het CTS GROUP Talententeam. Jonge atleten kunnen zich in het talententeam optimaal voorbereiden op een succesvolle internationale carrière. Het team zit ook dit jaar weer vol potentiële wereldtoppers. Het team bestaat dit jaar uit zes talenten.
In het CTS GROUP Talententeam worden jonge atleten opgenomen die uitzonderlijke prestaties op internationaal niveau hebben geleverd en bijzonder talent bezitten voor de atletieksport. Het talententeam bestaat al meer dan twintig jaar. AnoukVetter, NadineVisser, DafneSchippers, FemkePluim, PieterBraun, RikTaam, JochemDobber & JorindevanKlinken, allemaal zaten ze tussen hun zestiende en eenentwintigste in het Talententeam van de Atletiekunie. Sponsor van het team is, sinds 2019, CTS GROUP, specialist in Europese distributie en logistiek.
De zes talenten in 2023
Dit jaar een zestal in het talententeam, waarvan met drie nieuwe gezichten. We stellen ze alle zes even kort voor. Foto: Erik van Leeuwen
Meerkampster Sofie Dokter (2002, Groningen Atletiek, meerkampster) is reeds gekroond tot meerkampkampioene indoor van 2023. In 2022 debuteerde Dokter op de EK Atletiek in München, waar het voor haar vooral draaide om leren, genieten en ervaring opdoen. In het eindklassement eindigde ze op de dertiende plaats met 5811 punten.
In 2022 kwalificeerdeJamie Sesay (2004, Phanos, 100m, 110mhorden, hoogspringen) zich voor het eerst voor een officieel internationaal toernooi, de WK U20 in Columbia, op de 110m horden en was hij de troef voor het 4x100m estafetteteam. Zijn hoogtepunt dateert uit 2021, waar hij op de internationale U18 meeting twee plakken pakte: het goud bij hoogspringen en zilver op de 110m horden.
Werper Ruben Rolvink (2002, AV Olympus ’70, discuswerpen, kogelstoten), wist vorig jaar via de Europese ranking een plek bij de beste 26 te bemachtigen en debuteerde op de EK Atletiek in München. Met een worp van 60.12 meter eindigde hij als 19e. De ervaring die hij heeft opgedaan evenals de sfeer in het stadion hebben hem veel gebracht en beloven veel goeds voor de toekomst.
Yannick Rolvink (2005, AV Olympus ’70, discuswerpen, kogelstoten), de jongere broer van, is eveneens een talentvolle werper. Afgelopen zomer liet hij zijn kwaliteiten zien op de EK U18 in Jeruzalem. De worp van 63.06 meter met de discus is een ‘beste prestatie aller tijden U18’ en leverde hem het zilver op. Hij kwam ook in actie bij het kogelstoten, waar hij met 17.01 meter op de elfde plek in het klassement eindigde.
Suze Zeevat (2005, Ciko ’66, speerwerpen), hét speerwerptalent van Ciko ’66, kwam afgelopen zomer ook in actie op de EK U18 in Jeruzalem. De worp van 50.68 meter leverde haar de zilveren plak op. Naast haar carrière als topatleet is Suze ook trainster van zowel een junioren groep als van de G atleten.
Met speerwerper Ryan Jansen (2005, Scorpio, speerwerpen) is het CTS GROUP Talententeam van dit jaar compleet. Jansen voerde in 2022 de wereldranglijst voor atleten U18 aan, wat hem tijdens de EK U18 in Jeruzalem kanshebber maakte voor het eremetaal. Zijn worp van 72.10 meter leverde hem de bronzen plak op.
Mooie lichting met veel talent
Technisch directeur VincentKortbeek: ‘CTS GROUP staat voor talentontwikkeling. In hun snel ontwikkelende logistieke omgeving is het zaak om talenten tijdig te scouten en vooral daarna op een goede manier te begeleiden. Daarom zijn wij erg blij dat CTS GROUP zich ook dit jaar weer heeft verbonden aan ons talententeam, aangezien dit voor ons ook een hele hoge prioriteit heeft. Samen werken wij aan talentontwikkeling en daarom heeft dit partnership voor ons een enorme meerwaarde.’
Een lerende omgeving voor jonge atleten
De Atletiekunie kent een lange historie aan talententeams die een belangrijke springplank vormen naar een loopbaan bij de senioren. Met de samenstelling van talententeams creëren we een lerende omgeving voor jonge atleten waarin ze nieuwe ervaringen op kunnen doen en zich versneld kunnen ontwikkelen.
Talententeam en de filosofie van CTS GROUP
EdwinBeentjes, algemeen directeur van CTS GROUP, is eveneens trots op deze verbintenis aan het talententeam: ‘We zijn als organisatie letterlijk en figuurlijk constant in beweging. De ontwikkeling van onze service, maar ook die van onze medewerkers speelt hierbij een centrale rol. Bovendien geven we nieuw (logistiek) talent, bijvoorbeeld door middel van ons ‘Talent Plan’, graag de kans zich binnen onze organisatie te ontwikkelen. Vanuit onze positie als vooruitstrevende logistiek dienstverlener vinden we het belangrijk om ook de ontplooiing van talent buiten onze organisatie te stimuleren. De insteek van het talententeam sluit mooi aan op onze eigen filosofie en we zijn verheugd dat we op deze manier een bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van atletiek in Nederland en van deze talenten in het bijzonder.’
Ook dit jaar ondersteunt het CTS GROUP Talententeam jonge atleten bij het najagen van hun dromen. We volgen drie potentiële wereldtoppers, onder begeleiding van CTS GROUP en de Atletiekunie, in hun weg naar de top. In deze aflevering: discuswerper en kogelstoter Ruben Rolvink (20), die afgelopen maand in actie kwam tijdens de EK atletiek.
‘Redelijk tevreden’ kijkt Ruben terug op zijn outdoorseizoen 2022, dat voor hem ten einde is gekomen. Zijn laatste wedstrijd was 10 september in Leiden, waar hij tot 60.27 meter kwam met de discus. Waarop hij dit seizoen het meest trots is? ’Ik denk deelname aan de EK, want het was mijn doel te debuteren op een seniorentoernooi.’ Daarnaast was er ook nog de European Throwing Cup, waar de talentvolle discuswerpen bij de beloften brons pakte. Ook waren de NK voor Ruben succesvol, met goud op discus en zilver met de kogel. ’Dat goud vond ik ook een mooie prestatie. Vooral omdat ik precies deed waar ik op hoopte en dat was ver werpen wanneer het ertoe doet.’
Dit is de derde en laatste atleet die we leren kennen in de serie talenten uit het CTS GROUP Talententeam. In de vorige afleveringen maakten we kennis met Jamie Sesay en Sofie Dokter.
EK atletiek
Vroeg in het seizoen was Ruben Rolvink al gebrand op de 65.20 meter, die hem met de discus automatisch toegang zou geven tot de EK atletiek in München. In de eerste wedstrijden van het seizoen wilde het nog niet echt lukken. Hij kwam nog niet over de grens van 60 meter, waarna hij in Apeldoorn tijdens de NK tot een persoonlijk record met de 2 kilo discus van 62.79 meter kwam. Sinds deze worp eind juni deed hij nog aan verschillende andere nationale wedstrijden mee, maar in de buurt van zijn PR 1,75 kilo (68.76 meter) of de limiet (65.20 meter) zou hij niet meer komen. En dan? Dan is er gelukkig nog de Europese ranking. Door de vele wedstrijdervaring en solide worpen wist Ruben een plek bij de beste 26 op de lijst te bemachtigen en zo alsnog EK-kwalificatie af te dwingen. En toen stond hij daar: dinsdagmiddag, 16 augustus, in de kwalificaties van het discuswerpen. ‘Mijn wedstrijd was het laatste onderdeel van de ochtendsessie en liep door de technische problemen zelfs nog zo’n 20 minuten uit. Hierdoor was het ietwat rustig in het stadion, maar dit mocht de pret niet drukken. Ik was voor mijn gevoel in vorm en dit bleek ook tijdens het inwerpen. Mijn eerste worp was niet zo goed: ik was iets teveel aan het nadenken waardoor ik niet echt lekker gooide. De tweede worp wilde ook nog niet echt lukken en eigenlijk was de derde worp pas enigszins in de goede richting. Van tevoren had ik me voorgenomen niet te veel verwachtingen te hebben, om er zo ontspannen mogelijk in te gaan. Ik ging er vanuit dat ik voor een finaleplaats op z’n minst 62 meter moest gooien. Uiteindelijk was 61.80 meter genoeg geweest. Uiteraard had ik graag de finale bereikt, maar ik vind ook zeker dat ik niet ontevreden mag zijn met wat ik heb laten zien. Ik heb de EK als een heel leuk en vooral gaaf toernooi ervaren. De sfeer in het stadion was erg goed en ik heb ook zeker genoten als toeschouwer.’
Ruben Rolvink op weg naar een PR en zijn eerste Nederlandse titel bij de senioren.
Gedreven
Al een jaar traint de Nederlands juniorenrecordhouder fulltime op Papendal. Onder coach GertDamkat traint hij zes dagen in de week veelal met zijn trainingsgenoten: Jessica Schilder, Benthe König, Alida van Daalen en Sven Poelmann. ‘Ik moest vanzelfsprekend wennen na de overstap naar Papendal, maar heb nu wel het idee dat ik hier op m’n plek zit. Ook ben ik anders en meer gaan trainen sinds ik op Papendal werp. Zo werp ik meer en doe ik ook meer krachttraining. Ook hieraan ben ik inmiddels gewend.’ Het kogelstoten en discuswerpen op hoog niveau combineert hij met de opleiding Sportmarketing bij het Saxion in Deventer. Een aangepaste opleiding: twee dagdelen in de week krijgt hij fysiek les op school en de andere dagen studeert hij thuis. ’Doordat ik niet veel uren op school doorbreng is deze opleiding goed te combineren met mijn trainingen.’ Om het maken van sportieve keuzes te bevorderen is het CTS GROUP Talententeam opgericht. In februari werd hij benaderd voor het team en dit jaar juni werd bekend dat Ruben één van de drie nieuwe talenten is. Zijn teamgenoten bij het Talententeam zijn meerkampster Sofie Dokter en sprinter, hordeloper & hoogspringer Jamie Sesay. ‘CTS GROUP en de Atletiekunie bieden mij financiële ondersteuning en hierbij ook wedstrijdkleding van ASICS. Wat ik mooi vind om te zien aan Sofie en Jamie is hoe gedreven ze zijn in hun sport.’
Discuswerpen of kogelstoten?
‘Discuswerpen. Een worp echt goed raken is redelijk zeldzaam. Maar als je een worp perfect raakt en je ziet de discus vliegen, dat is echt een magisch gevoel.
Een medaille op de EK of deelname aan de Olympische Spelen?
‘EK-medaille. De beste discuswerpers van de wereld komen momenteel uit Europa, dus een EK- medaille doet niets onder voor een WK of een olympische medaille.’
AV Olympus of Papendal?
‘Papendal. Maar bij beide heb ik het onwijs naar mijn zin gehad.’
Strijden om de medailles
Doelstelling bereikt zou je zeggen, maar Ruben had naast EK-kwalificatie met de discus een worp van 65 meter als tweede doel. In de training haalde hij die afstand al eens, maar in zijn laatste wedstrijden van het seizoen wist hij zich niet meer te verbeteren. ’Ik denk dat ik het afgelopen jaar heel veel nieuwe dingen heb geleerd en dat ik al deze informatie nu samen wil brengen in mijn training. Dus een aantal dingen in de krachttraining kunnen beter, maar uiteindelijk moet ik vooral veel werpuren maken om volgend jaar een goede stabiele techniek neer te zetten waar ik ver mee kan gooien.’ Ervaring op de EK atletiek heeft hij nu en dan zou je zeggen dat de WK, volgend jaar augustus in Boedapest, het volgende doel zal zijn. Ruben denkt dat dat een zeer reëel doel is, maar om echt voor een podiumplaats te gaan heeft hij al een andere wedstrijd in gedachten. ’Ik heb volgend jaar ook nog de EK onder 23 jaar, waar ik wil strijden om de medailles. De Spelen van 2024 heb ik al langer op mijn lijstje staan. Ik denk dat 2023 een mooi jaar gaat worden om daar naartoe te werken.’
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met CTS GROUP en de Atletiekunie.
Ook dit jaar ondersteunt het CTS GROUP Talententeam jonge atleten bij het najagen van hun dromen. We volgen drie potentiele wereldtoppers, onder begeleiding van CTS GROUP en de Atletiekunie, in hun weg naar de top. In deze aflevering: meerkampster Sofie Dokter (19), die woensdag van start gaat op de zevenkamp bij de EK atletiek.
Bevestiging
Sofie Dokter sprong zichzelf met 1.86 meter indoor in de top 10 van Nederland bij het hoogspringen
4263 punten indoor en 6144 outdoor, daarmee kroonde Sofie Dokter zichzelf dit jaar twee keer tot Nederlands kampioene meerkamp. Op de vijfkamp en zevenkamp pakte ze tevens een recordaantal punten, om over individuele PR’s nog maar te zwijgen. Dit in combinatie met ruim 6000 punten in de prestigieuze Hypomeeting van Götzis zorgde via het rankingsysteem voor kwalificatie voor haar eerste seniorentoernooi: de EK atletiek in München. Sofie: ‘Dit had ik voor het seizoen begon echt niet verwacht. Ik ben dit jaar tot nu toe natuurlijk het meest trots op mijn kwalificatie voor de EK. Ook ben ik vooruitgegaan op elk onderdeel, waarmee ik heel erg blij ben. Het is een bevestiging dat ik op Papendal op de goede plek zit en me nog verder kan ontwikkelen.’ Sofie maakt haar eerste jaar op het nationale sportcentrum door en het was even afwachten hoe dat zou gaan, zegt ze zelf. ‘Als ik nu terugkijk ben ik erg blij met de vooruitgang die ik tot nu toe al geboekt heb.’ Voordat ze in Apeldoorn met een persoonlijk record de Nederlandse titel op de zevenkamp zou pakken, slechtte ze in Götzis al de magische 6000-puntengrens. Bij de prestigieuze meerkamp in het Oostenrijkse dorpje werd ze tevens benoemd als ”Rookie of the meet”. ‘Ik vond het erg gaaf om in Götzis tussen al die toppers te staan. En ik was natuurlijk erg blij dat het zo goed ging. Voordat het seizoen begon was de deelname aan de EK al wel ter sprake gekomen, maar dan had ik twee topmeerkampen nodig en dan moest ik geluk hebben met afvallers. Toen de NK zevenkamp in Apeldoorn ook goed ging en ik Nederlands kampioen werd, stond ik goed op de ranking. Het waren nog een paar spannende weken afwachten, maar uiteindelijk mag ik dus meedoen. Hier ben ik echt superblij mee en ik kijk er erg naar uit om in München te staan.’
Dit is de tweede atleet die we leren kennen in de serie talenten uit het CTS GROUP Talententeam. In de volgende aflevering lees je de ontwikkeling van discuswerper en kogelstoter Ruben Rolvink.
Anouk Vetter en Emma Oosterwegel
Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag is Sofie Dokter op Papendal te vinden, aangevuld met een training thuis in het bos op zondag. ‘Omdat ik uit Groningen kom, was het dus wel nodig om een woonplek op of in de buurt van het sportcentrum te hebben. Nu heb ik een kamer op Papendal. Erg handig, want ik heb ‘s ochtends weinig tijd om naar de training te reizen. Bij Groningen Atletiek (waar Sofie lid is, red.) train ik niet meer, wat ik wel mis. Daar kwam ik tot afgelopen jaar vanaf mijn zesde ongeveer elke week. Het is een fantastische club met leuke atleten en trainers. Maar op Papendal heb ik het ook enorm naar mijn zin. Ik ga veel vooruit en alle faciliteiten voor topsport zijn aanwezig. De fysio is altijd dichtbij, dus bij pijntjes kun je altijd snel terecht.’ In Arnhem traint ze met Anouk Vetter en Emma Oosterwegel, de zilveren en bronzen medaillewinnaars van de Olympische meerkamp vorig jaar. De fijne kneepjes van het vak kan ze van hen leren, maar ook van Anouks vader Ronald Vetter, die coach is van de talentvolle zevenkampers. ‘Het is natuurlijk heel gaaf om met Anouk en Emma te trainen. Het zijn voorbeelden voor me. Dat is hoe het in de trainingen ook vaak werkt. Ronald legt iets uit en dan kan ik vervolgens bij Emma of Anouk kijken hoe het moet. Dit is heel fijn, want hierdoor ga ik zelf vooruit.’ Daarnaast is Sofie student aan de Wageningen University, waar ze Landschapsarchitectuur en Ruimtelijke Planning studeert. De studie heeft veel verplichte contacturen en dus is het per vak puzzelen hoe ze het kan combineren met trainen. Ik doe de studie in een wat aangepast tempo. Ik heb vanuit Papendal en vanuit de universiteit mensen waarmee ik contact kan zoeken als ik hulp nodig heb. Naast studeren en atletiek kan ik erg genieten van series of films kijken. Ook vind ik het leuk om creatief bezig te zijn. De projecten wisselen elkaar veel af, op dit moment ben ik bijvoorbeeld bezig met tas haken. In het weekend ga ik vaak terug naar Groningen en daar doe ik dan leuke dingen met familie en vrienden.’
Deelname aan de EK bij de senioren of je zilveren medaille op de EK onder 23 jaar?
‘Pfff, dit vind ik een hele lastige. Mijn zilveren medaille in Tallinn vind ik heel erg waardevol. Tijdens die meerkamp heb ik enorm genoten en dat was voor mij ook wel echt een bevestiging dat dit echt is wat ik wil doen. Meedoen aan de EK bij de senioren is weer een stap verder. De toernooien bij de senioren zijn natuurlijk de toernooien waarvan ik droom om aan mee toe doen en dat gaat nu ook echt gebeuren.’
Vijfkamp of zevenkamp?
‘Zevenkamp. De vijfkamp vind ik ook erg leuk, maar de zevenkamp is leuker. Dan doe je alles en ben je twee dagen bezig het beste uit jezelf te halen. Ook vind ik buiten leuker dan binnen. De zevenkamp vind ik zo leuk omdat het heel divers is. Het is erg uitdagend omdat je lichaam dus elk onderdeel aan moet kunnen. Doordat er zeven onderdelen zijn, krijg je ook zeven keer de kans om je zelf te laten zien. Als het ene onderdeel wat minder gaat kan je het weer goed maken met een ander onderdeel.’
Hoogspringen of verspringen?
‘Deze vind ik ook erg moeilijk! Ik ben niet voor niets een meerkampster. Ik vind alles leuk en het springen al helemaal! Met hoogspringen haal ik de meeste punten, dus als ik dan toch moet kiezen, kies ik voor hoog.’
Groningen of Papendal?
‘Voor de sport sowieso Papendal. Ik weet dat ik daar het beste uit mezelf kan halen. Maar ik ben opgegroeid in Groningen. Daar ken ik alles en wonen mijn familie en vrienden, dat voelt nog steeds als thuiskomen.’
Olympische Spelen of EK-medaille?
‘Een medaille op het EK betekent meestal ook dat je goed genoeg bent voor de olympische spelen. Dus dan kies ik voor een EK-medaille en dan doe ik daarna wel mee met de Olympische Spelen :).’
Tekst gaat door onder de beelden.
Sofie Dokter na het behalen van de Nederlandse outdoortitel op de meerkamp in Apeldoorn
Voorzichtige doelen
Naast de meerkampselectie op Papendal zit Sofie in een ander team professionele atleten, het CTS GROUP Talententeam. Wat lid zijn van het team voor haar betekent? ‘Het helpt me om verder te gaan met mezelf te ontwikkelen. We krijgen financiële steun en goede schoenen en kleding van ASICS. Dit is erg fijn. Ik was super blij toen ik hoorde dat ik deel uit mocht maken van het team. Haar teamgenoten binnen het talententeam zijn Ruben Rolvink (kogelstoter/discuswerper) en Jamie Sesay (sprinter/hordeloper/hoogspringer), die veel gerichter trainen. ‘Ruben kan hele ambitieuze doelen stellen en is daar niet bang voor, dit vind ik knap. Ik ben daar vaak wat voorzichtiger in. Jamie combineert hoog met horden, een combinatie is die je niet vaak ziet. Daar heb ik bewondering voor.’
EK-medaille
Alleen de zevenkamp op de Europese kampioenschappen staat dit seizoen nog op de planning van Sofie. Een medaille lijkt voor dit jaar nog wat te hoog gegrepen, met veel toppers van de WK op de startlijst. ‘Op de EK hoop ik woensdag en donderdag nog een keertje het beste uit mezelf te halen, misschien wel weer een persoonlijk recordaantal punten. Speer en kogel zijn nog steeds wel onderdelen die ik lastig vind en waar ik zeker nog op vooruit kan gaan. Daar werk ik dus veel aan. Volgend jaar staan de EK onder 23 jaar op de planning, waar ik voor een medaille wil gaan. Verder hoop ik aankomende jaren aan meer seniorentoernooien deel te nemen.’ Ten slotte heeft Sofie nog een ambitie die ze deelt met veel collega-atleten. ‘Ik droom ervan om deel te nemen aan de Olympische Spelen en daar een zo hoog mogelijke score te halen.’
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met CTS GROUP en de Atletiekunie.
Foto’s: Paul Raats, Coen Schilderman en Erik van Leeuwen
Ook dit jaar ondersteunt het CTS GROUP Talententeam jonge atleten bij het najagen van hun dromen. We volgen drie potentiële wereldtoppers, onder begeleiding van CTS GROUP en de Atletiekunie, in hun weg naar de top. In deze aflevering: sprinter, hordeloper en hoogspringer Jamie Sesay (18), die recent twee Nederlandse titels pakte.
Frequentie
Hordensuccessen rijgt de jonge atleet aaneen. Vanaf 2020 pakte hij bij de Nederlandse kampioenschappen voor junioren zowel indoor als outdoor de titel, vijf keer in totaal. Ad Roskam, aftredend technisch directeur bij de Atletiekunie, noemt hem niet voor niets ‘de vertegenwoordiger van de korte hordensprint in Nederland.’ Een onderdeel dat is opgeleefd. Zonder hordes behaalt hij eveneens regelmatig medailles op NK’s. Maar ook het hoogspringen, waarop hij vorig jaar goud won bij het officieus EK onder 18 en dit jaar tweede werd bij de NK senioren, ligt hem. Dit jaar lijkt weer beter te gaan dan vorig jaar met indoor zilver en twee keer goud en outdoor weer twee maal goud onder 20 jaar. Ook kwalificeerde hij zich voor het eerst voor een officieel internationaal toernooi: de WK onder 20 jaar, die begin augustus in Colombia plaatsvinden. ‘Voor de NK outdoor U20 had ik als doel om twee titels te pakken, omdat ik echt fit was. En doordat ik indoor twee titels had gepakt, wilde ik dat graag herhalen’, stelt hij simpel. Volgens Jamie heeft hij zijn topvorm en progressie te danken aan zijn coach Urta Rozenstruiken, voormalig bobsleester en atlete. ‘Continue doet ze haar best om mij op het volgende niveau te brengen. Waar ik nog aan ga werken is mijn frequentie tussen de hordes, omdat dit nog een stuk beter kan. Dit zou mij kunnen helpen om een nog betere tijd te behalen.’
Dit is de eerste atleet die we leren kennen in de serie talenten uit het CTS GROUP Talententeam. In de volgende aflevering lees je de ontwikkeling van meerkampster Sofie Dokter.
Olympisch Stadion
Jamie ziet het Olympisch Stadion in Amsterdam als zijn thuisbasis, waar hij bij het Wolfpack Track Team zijn trainingsmeters maakt. Het team bestaat uit 18 atleten, waaronder de talentvolle sprinters Keenan Blake, Keitharo Oosterwolde en Onyema Adigida. Ook het stadion, waar in 1928 de Spelen plaatsvonden, inspireert hem. Naast Urta Rozenstruiken wordt hij af en toe getraind door Ineke Bonsen, die niet de minste atleten onder haar hoede heeft gehad. ‘Het Olympisch Stadion is anders dan andere atletiekbanen en ik train met een aantal Nederlandse toppers. Ik vind Urta Rozenstruik echt een topcoach, omdat zij los van de goede trainingen ook echt haar tijd neemt om iedereen individueel te coachen. Ik train vijf tot zes keer in de week: krachttrainingen, sprint, horden, techniek en sprint-uithoudingsvermogen. Daarnaast spreek ik met vrienden af of ik ben gewoon thuis. Dan speel ik op de PlayStation of kijk ik Netflix. Mijn motto is With hard work and dedication, anything is possible. Dit houdt in dat, zolang ik alles geef en mijn best doe, ik alles kan bereiken. Zelfvertrouwen is het keyword.
Hoogspringen of horden?
‘Horden, vanwege de spanning tijdens dit onderdeel.’
Meerdere Nederlandse titels of een Nederlands record?
‘Nederlands record, want dat laat zien dat je de beste bent in Nederland allertijden.’
Amsterdam of Papendal?
‘Amsterdam, omdat dat mijn trainingsplaats is.’
Goud op een juniorentoernooi of deelname aan de Olympische Spelen
‘Olympisch Spelen.’
Jamie Sesay over de lat tijdens de NK U20 indoor in Apeldoorn, waar hij dit jaar de titel pakte.
Ondersteuning en bewondering
Samen met discuswerper Ruben Rolvink en meerkampster Sofie Dokter maakt Jamie Sesay onderdeel uit van het CTS GROUP Talententeam 2022, een samenwerking tussen de Atletiekunie en CTS GROUP, partner voor Europese logistiek en distributie. Jamie weet nog wanneer hij te horen kreeg dat hij mocht toetreden tot het prestigieuze talententeam. ‘Ik werd gebeld toen ik op trainingsstage was in Portugal. Ik was gelijk enthousiast om deel te mogen nemen aan het CTS GROUP Talententeam. Ik had geen uitleg nodig, want ik had eerder al gehoord over het team.’ Het team is bedoeld als zetje in de rug bij een professionele trainingsaanpak in aanloop naar een atletiekcarrière. Kleding wordt verzorgd door ASICS. Eerder maakten Femke Pluim, Anouk Vetter en Nadine Visser al onderdeel uit van het team. ‘Ik vind dat CTS, ASICS en de Atletiekunie hun atleten goede sportspullen geven en ze ondersteunen ons ook financieel’, gaat hij verder. ‘Ze zijn duidelijk in alles. Ik bewonder mijn teamgenoot Sofie, omdat zij meerdere onderdelen beheerst en technisch sterk is. Het zou mij ook leuk lijken om een discus heel ver te kunnen werpen, net als Ruben.’
Parijs
Van maandag 1 tot en met zaterdag 6 augustus maakt Jamie deel uit van het 21-koppige Nederlands atletenteam dat deelneemt aan de WK voor atleten onder 20 jaar. In Cali (Colombia) komt hij uit op de 110 meter horden en is hij een troef in de 4×100 meter estafette. Zijn persoonlijk record op de horden staat op 13.62 en naar verwachting moet het harder gaan om in aanmerking te komen van een medaille. ‘Ik hoop zo hoog mogelijk te eindigen en een mooie tijd te lopen.’ Een mooie tussenstop in het najagen van zijn Olympische droom. Zijn droom is om ooit op de Spelen een podiumplek te halen. Of hij Parijs over twee jaar al kan halen? ‘Het gaat heel moeilijk worden, omdat ik nog jong ben, maar het zou mogelijk kunnen zijn.’
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met CTS GROUP en de Atletiekunie.
De Atletiekunie brengt veelbelovende jeugdatleten onder in het CTS GROUP Talententeam. Jonge atleten kunnen zich in het talententeam optimaal voorbereiden op een succesvolle internationale carrière. Het team zit ook dit jaar weer vol potentiële wereldtoppers. Hoe ziet het team eruit, waarom bestaat het team en waarmee worden de talenten ondersteund?
In het CTS GROUP Talententeam worden jonge atleten opgenomen die uitzonderlijke prestaties op internationaal niveau hebben geleverd en bijzonder talent bezitten voor de atletieksport. Het talententeam bestaat al meer dan twintig jaar. AnoukVetter, NadineVisser, DafneSchippers, FemkePluim, PieterBraun, RikTaam, JochemDobber & JorindevanKlinken, allemaal zaten ze tussen hun zestiende en eenentwintigste in het Talententeam van de Atletiekunie. Sponsor van het team is, sinds 2019, CTS GROUP, specialist in Europese distributie en logistiek.
Talententrio in 2022
Samen met de Atletiekunie en CTS GROUP volgen we dit jaar weer de talenten uit het team. De geselecteerde atleten die in 2022 deel uitmaken van het team zijn:
Ruben Rolvink (2002, AV Olympus ’70), discuswerpen, kogelstoten
Ad Roskam, technisch directeur van de Atletiekunieover, over de selectie de drie leden: ‘Dit jaar zijn drie atleten uitgenodigd voor het Talententeam, maar we verwachten dan na de internationale zomertoernooien nog enkele worden toegevoegd. Jamie, Sofie en Ruben zijn talenten die niet alleen al op jonge leeftijd op een hoog niveau presteren, maar die ook alles in huis hebben om zich verder door te ontwikkelen naar de senioren-top.’
Tekst gaat door onder beelden.
Meerkampster Sofie Dokter behaalde in 2021 zilver op de EK U20 in Tallin. Dit seizoen is ze gestart met een supersterke meerkamp in Götzis waar ze op zes van de zeven onderdelen een PR behaalde. Met de ondersteuning van het CTS GROUP Talententeam denkt ze nog meer uit zichzelf te halen. Roskam: ‘Sofie vertegenwoordigt de rijke meerkamptraditie in Nederland die telkens weer internationale top aflevert.’
In 2021 had Jamie Sesay zijn hoogtepunt op de internationale U18 meeting (de EK U18 werd gecanceld vanwege corona), waar hij twee plakken pakte: goud bij hoogspringen en zilver op de 110 meter horden. Op dit onderdeel heeft hij de limiet voor de WK U20 al op zak, die begin augustus in Cali gehouden worden. Roskam: ‘Jamie is de vertegenwoordiger van de korte hordensprint, een onderdeel wat opeens een enorme opleving kent bij de mannen.’
Werper Ruben Rolvink heeft zichzelf een mooi doel gesteld, namelijk het behalen van de Olympische Spelen. De grootste droom van dit talent is echter om het wereldrecord bij het discuswerpen te verbreken. Momenteel is zijn hoogtepunt zijn Nederlands Record U20, hiermee werd hij derde op de wereldranglijst allertijden. Roskam: ‘Ruben zal de sterke lijn van werpers in het team vervolgen.’
Lange historie
Het team bestaat al ruim 20 jaar. Het doel is altijd hetzelfde geweest, aldus Ad Roskam, technisch directeur van de Atletiekunie; ‘We willen talentvolle sporters helpen in hun reis naar de seniorentopsport.’
Tekst gaat door onder foto.
Talententeam uit 2014, met (v.l.n.r.): Tim Dekker, FemkePluim, BiancaBaak, PieterBraun, AnoukVetter, NadineVisser en BramPeters. (Foto: Bastiaan Heus).
Hoe worden talenten geselecteerd?
‘Het is een wat langer keuzeproces van scouten’ zegt Roskam. ‘We kijken al vroeg welke kinderen opvallen met hun prestaties, hoe ze bewegen en hoe snel ze zich ontwikkelen. We volgen ze vervolgens een aantal jaren en zien ze zo’n zes tot acht keer per jaar bij elkaar op Papendal. Zo’n groep met talenten is vrij groot. Denk aan 40 à 50 atleten, uit verschillende disciplines, allemaal tussen de 14 en 20 jaar. Al voordat ze in het team komen, begeleiden we ze met centrale trainingen. We geven ze voorlichting, behandelen verschillende thema’s uit de atletiek en nemen testen af. Doordat we ze al een tijd volgen krijgen we een goed beeld van de talenten en kunnen we steeds beter beoordelen hoe kansrijk we ze achten om de top te halen en welke extra begeleiding ze nodig hebben. Na 2 à 3 jaar hebben we meer zicht op de coachbaarheid, ontwikkeling en belastbaarheid van de talenten en beoordelen we hoe kansrijk ze zijn. Vanaf een jaar of 16 à 17 kunnen ze in het Talententeam komen, voor maximaal drie jaar. Maar het kan natuurlijk ook zo zijn dat hun ontwikkeling stagneert. Of dat ze al eerder een andere status verdienen.’
Hoe worden talenten ondersteund?
Samen met de atleten wordt gekeken naar waar ze extra kunnen worden begeleid en ondersteund. Een talent wordt dan gekoppeld aan een bondscoach voor individuele begeleiding en wedstrijdanalyse. ‘Maar bovenal is de atleet zelf verantwoordelijk voor zijn of haar keuzes’, aldus Roskam. Ook is het belangrijk dat talenten samenkomen om kennis uit te wisselen en te leren van topatleten. We faciliteren jaarlijks een trainingsstage en stellen een budget beschikbaar voor sport-specifieke onkosten zoals fysiotherapie en massages.
‘Talenten leren heel graag, zeker als je ze in contact brengt met de beste mensen. Ze zijn nieuwsgierig, stellen veel vragen. Het CTS GROUP Talententeam moet de springplank zijn naar mondiaal topniveau.’
Ad Roskam, technisch directeur Atletiekunie
Roskam: We zijn heel tevreden over de opzet van het Talententeam. Veel talenten zijn op mondiaal topniveau terecht gekomen. De laatste jaren hebben we het programma intensiever en breder gemaakt. Zo assisteren we nu ook bij het ontwikkelen van het jaarprogramma (samen met de club en coach) en begeleiden we op het gebied van voeding, het aangaan van sponsorovereenkomsten en het te woord staan van de pers.’
CTS GROUP, partner van het Talententeam
Sinds 2019 is CTS GROUP de hoofdsponsor van het Talententeam. De logistiek dienstverlener is zeer actief in de sport. Zo is het bedrijf supporter van meerdere lokale sportclubs, strategisch partner van AZ Alkmaar en richtte de organisatie in samenwerking met Topsport Haarlemmermeer een lokaal talententeam op. Als autosponsor van topatlete Anouk Vetter maakte CTS GROUP kennis met atletiek. Atletiek en de sponsoring van het Talententeam past heel goed bij het DNA van CTS GROUP: down to earth en hard werken. Daarnaast vinden ze de ontwikkeling van talent erg belangrijk. Binnen de organisatie doen ze dat door medewerkers via de academy mogelijkheden te geven om te blijven groeien en ontwikkelen, maar ze hebben ook een talentenplan voor jongeren die klaar zijn met de middelbare school. Bij CTS kunnen ze ervaring op doen en kennismaken met verschillende afdelingen binnen het bedrijf.’
‘Individuele sporters hebben vaak geen team, door de talenten bij elkaar te brengen kunnen ze van elkaar leren en ervaringen delen. Daarnaast nemen we financiële obstakels voor ze weg.
Edwin Beentjes, Branding en content specialist bij CTS GROUP
Edwin Beentjes, algemeen directeur van CTS GROUP, is trots op deze verbintenis aan het talententeam: ‘We zijn als organisatie letterlijk en figuurlijk constant in beweging. De ontwikkeling van onze service, maar ook die van onze medewerkers heeft hierbij een centrale rol. Bovendien geven we nieuw talent graag een kans zich binnen onze te ontwikkelen. De insteek van het talententeam sluit mooi aan op onze eigen filosofie en we zijn verheugd dat we op deze manier een bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van de atletiek in Nederland en van deze talenten in het bijzonder.’
Het partnership tussen Atletiekunie en CTS GROUP gaat verder dan het Talententeam. Van Ewijk: ‘Als logistiek partner ondersteunen we Atletiekunie bij het vervoer van materialen naar wedstrijden en trainingskampen. Denk bijvoorbeeld aan het transport van massagetafels, polsstokken en speren, die gingen vroeger gewoon mee als ruimbagage. Met ons eigen Europese netwerk en contacten over de hele wereld helpen we hier graag bij.’
Ook dit jaar ondersteunt het CTS GROUP Talententeam jonge atleten bij het najagen van hun dromen. We volgen vijf potentiële wereldtoppers, onder begeleiding van CTS GROUP en de Atletiekunie, in hun weg naar de top. In deze laatste aflevering: middellange afstandsloper Rick van Riel (19), die dit jaar een belangrijke keuze maakte.
Medaille blijft in familie
Rick van Riel met zijn zilveren EK-medaille
’2021 was een mooi jaar voor mij’ begint Rick van Riel het interview. Het jaar begon met een nieuwe omgeving, de overstap naar het Nederlandse sportwalhalla: Papendal. Net als broer Robin koos hij voor de stal van Grete Koens, de afgetreden bondscoach middellange- en lange afstand. De extra motivatie die Rick daardoor kreeg, werd uiteindelijk uitbetaald op twee kampioenschappen. De Europese kampioenschappen onder 20 jaar in Estland moesten voor hem het hoogtepunt van het seizoen worden. ‘In Tallinn had ik veel druk op mezelf gezet. Ik wilde natuurlijk mijn vijfde plek van de EK in 2019 verbeteren. Vanaf het moment dat ik daar over de finish kwam, zat al in mijn hoofd deze zomer een medaille te pakken. Toch blijft het een 1500 meter zoals alle anderen.’ Veel vertrouwen haalde Rick uit een race die hij twee weken voor het toernooi liep. In Heusden-Zolder, begin juli, scherpte hij zijn persoonlijk record aan naar 3:41.80 en dat zorgde bij Rick voor het idee dat een podiumplaats mogelijk was. Met het extra doel om de prestatie van zijn broer Robin in 2019, de zilveren medaille, te evenaren. ‘Ik was ervan overtuigd dat ik vooraan mee kon doen en met die mindset ging ik ook de series en finale in. Het scenario dat ik met de kop van de wedstrijd de laatste 100 meter in ging, had ik al zo vaak afgespeeld in mijn hoofd dat ik wist wat ik moest doen. Dan is veertien honderdsten van een seconde het verschil tussen zilver en goud, maar zilver was alles wat er in zat op dat moment. Het was dan voor mijn gevoel het minimale resultaat om met een goed gevoel naar huis te gaan.’ In september volgden nog de Nederlandse kampioenschappen 800 meter onder 20 jaar, waar Rick met een persoonlijk record van 1:48.03 op papier de tweede snelste was. Zijn geweldige inhoud in Amersfoort zorgde voor weer een nationale titel, zijn laatste bij de junioren. ‘Het was mooi om te zien om na een rustperiode nog een mooi basisniveau te hebben daar.’
Dit is de vijfde en laatste atleet die we belichten in de serie talenten uit het CTS GROUP Talententeam. In de vorige vier afleveringen volgden we de verrichtingen van Mark Heiden, Olivier Hendriks, Sven Roosen en Alida van Daalen.
Topsportleven
Ook kijkt Rick terug op een mooi jaar als Papendalganger. ‘Ik heb het hier erg naar mijn zin en heb ook het idee dat ik hier op mijn plek zit’, vult hij aan. Momenteel bestaat zijn leven uit trainen en stage lopen. Dat laatste doet hij op een steenworp afstand van zijn trainingsbasis. Op hetzelfde nationale sportcentrum loopt Rick namelijk stage bij de Edese Golf Club. Een goede combinatie vindt hijzelf. ‘Het ‘’topsportleven’’ bevalt me zeker. Ik woon in Arnhem samen met andere sporters van verschillende sporten. Die beleven sport op dezelfde manier zoals ik, dus het is fijn om mensen om je heen te hebben die ook naar hun eigen doelen toewerken.’ De afgelopen maanden kreeg Rick nog eens te maken met een belangrijke keuze. De Pool Tomasz Lewandowski, die zijn broer Marcin naar drie Europese titels leidde, werd op Papendal aangesteld als bondscoach voor de middellange en lange afstand. Hierdoor werd Ricks coach Grete Koens vervangen en kreeg hij de vraag of hij bij de nationale selectie op Papendal wilde blijven trainen of op een andere locatie met Grete verder wilde. ‘Dit was een moeilijke keuze voor mij. Eigenlijk zat ik in een luxe positie, waarin ik kon kiezen tussen twee van de beste coaches die er momenteel zijn.’ Na wikken en wegen besloot Rick op Papendal te blijven en voortaan onder Lewandowski te trainen. ‘Ik kende Tomasz al, dus het is niet echt een sprong in het diepe voor mij.’
Bevoorrecht
Rick herinnert zich het moment nog dat hij werd benaderd voor een verlenging van zijn lidmaatschap. Een verlenging, want in 2020 kreeg hij ook al een plaatsje in het CTS GROUP Talententeam aangewezen. In de auto richting Papendal kreeg hij een telefoontje, waarin hij namens de Atletiekunie opnieuw een samenwerking met CTS GROUP en ASICS kreeg aangeboden. ‘Het is fijn om steun te krijgen vanuit CTS. Daardoor kan ik mijn sport beoefenen op de manier dat het nodig is om het beste uit mezelf te halen. Ik voel me daarom ook bevoorrecht dat ik bij het team zit!’ Het team opent bijna letterlijk deuren voor Rick. ‘Samen met de Atletiekunie zorgt CTS GROUP dat ik op trainingsstage kan gaan om stappen te blijven zetten als atleet’, gaat hij verder. ‘Het is mooi dat een bedrijf zoals CTS investeert in jonge atleten zoals ik en ik hoop dat ze dat nog een lange tijd door kunnen blijven zetten. Zeker met het talent dat momenteel rondloopt op de atletiekbaan.’ Wie van de andere vier CTS-talenten hem inspireert? ‘Ieder onderdeel is natuurlijk bijzonder, maar het vergt wel een speciaal soort talent om alle onderdelen goed te kunnen. Sven Roosen is een mooi voorbeeld daarvan. Het vermogen om meerdere zware inspanningen te leveren vind ik erg indrukwekkend.’
800 of 1500 meter?
‘Dit is een lastige. Een 800 meter als alleenstaande wedstrijd is heel gaaf, maar een 1500 meter op een toernooi vind ik dan toch wel mooier.’
Rick van Riel stelt het zilver op de 1500 meter tijdens de EK onder 20 jaar veilig.
Arnhem of Tilburg?
’Tilburg is natuurlijk de plek waar ik bijna 19 jaar heb gewoond, maar de natuur en trainingsmogelijkheden zijn in Arnhem wel mooier. Ik heb hier nu ook mijn leven opgebouwd.’
Goud op de EK senioren of de Olympische finale halen?
’Dan denk ik dat ik toch voor een Olympische finale ga. De Olympische Spelen staan voor mijn gevoel zo veel hoger dan een Europees kampioenschap. Vooral met het huidige niveau is het al een extreem goede prestatie om een Olympische finale te halen.’
Aansluiting
De eerste weken van de winter zal Rick het moeten doen met het leggen van een goede basis, aangezien de aangescherpte coronamaatregelen wedstrijden onmogelijk maken. In de hoop dat die doorgaan richt hij zich gewoon op enkele indoorwedstrijden en misschien hier en daar een korte cross. ‘Als 800- en 1500-meterloper is een cross van 10 kilometer gewoonweg te lang om competitief te zijn. Ik denk dat het vooral zaak is om blessurevrij te blijven en ook een goede basis te leggen voor komende zomer. In 2022 komt Rick namelijk voor het eerst als senior in actie. Zijn doel is dan ook om zichzelf proberen te vestigen als eerstejaars senior. ‘Dat betekent dus gewoon snelle tijden lopen en goede uitslagen neerzetten op wat grotere wedstrijden’, vult hij aan. ‘Het ultieme doel van veel sporters is de Olympische Spelen en dat is bij mij niet veel anders. Parijs 2024 zou heel mooi zijn, maar daar ben ik nu nog niet mee bezig.’ Tot slot: ‘Ik probeer wel zo snel mogelijk de aansluiting te vinden met de Europese top op de middellange afstand.’
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met CTS GROUP en de Atletiekunie.
Foto’s: Erik van Leeuwen, Coen Schilderman en Paul Raats
Ook dit jaar ondersteunt het CTS GROUP Talententeam jonge atleten bij het najagen van hun dromen. We volgen vijf potentiële wereldtoppers, onder begeleiding van CTS GROUP en de Atletiekunie, in hun weg naar de top. In deze aflevering: discuswerpster en kogelstootster Alida van Daalen (19), die recent een zilveren dubbel voltooide.
Opgelucht en blij
De Europese kampioenschappen voor atleten onder 20 jaar vormden voor Alida van Daalen hét hoogtepunt van het jaar. In juli dubbelde ze in Tallinn op het discuswerpen en kogelstoten. En niet zonder succes, want beide optredens werden beloond met zilver. ‘Het was een kroon op het seizoen om op twee onderdelen een zilveren medaille te winnen. De laatste keer dat ik de onderdelen kogelstoten en discuswerpen op een internationaal toernooi had gedubbeld was in 2018. Het voelt weer goed dat ik me op dit niveau op beide onderdelen kan bewijzen. Ik was opgelucht en blij.’ In 2019 won Alida Europees goud op het onderdeel waarin ze het beste is: het discuswerpen. Toch was ze niet erg teleurgesteld toen bekend werd dat ze haar titel afgelopen maand niet kon prolongeren. Zeker niet als je kijkt naar waar ze vandaan kwam. Alida ging de wedstrijd in als nummer drie van de ranglijst onder 20 jaar en wierp met 55.63 meter drie meter minder ver dan de winnares. Op de laatste dag van het toernooi completeerde ze haar dubbel met zilver op het kogelstoten. Met 16.56 meter kwam ze in de buurt van haar beste seizoensprestatie met de kogel. Haar Turkse concurrente was te sterk voor Alida. ‘Ik was dus heel blij met dit resultaat’, gaat ze verder. ‘Ik was er sowieso blij mee voor mezelf. Ik wilde heel graag weer een goede internationale wedstrijd stoten en werpen na een lange coronaperiode.’
How to fix Apple arablionz data syncing issues – TechRepublic
Ervaren moeder
Alida zit op het Johan Cruyff College in Roosendaal, waardoor ze haar opleiding goed kan combineren met haar sport. Komend schooljaar doet ze examen in de studie Marketing & Communicatie. Zes dagen per week werkt ze haar trainingen af: twee keer kogelstoten, drie keer discuswerpen of oefeningen gerelateerd aan discus. Daarnaast staat er vijf keer krachttraining op het programma, variërend tussen core, sprint, sprong en andere oefeningen. Alida is nog steeds lid van de atletiekvereniging waarbij ze als pupil begon: het Rotterdamse PAC. Dat is ook de vereniging waarbij haar moeder Jacqueline Goormachtigh is grootgebracht. Naast Rogier Ummels is zij haar coach op sportcentrum Papendal, waar ze drie dagen per week sport. Bij Ummels doet ze sprinttraining, bij Goormachtigh voert ze de werp- en krachttrainingen uit. Niet voor niets krijgt ze training van haar moeder, want zij is voormalig kogelstootster en discuswerpster. De twaalfvoudig Nederlands kampioene haalde in 1996 de Olympische Spelen van Atlanta. Goormachtigh bezit met 63,86 meter plek drie op de nationale ranglijst. Haar dochter Alida staat met 59,15 meter al negende tussen de senioren. Ook al behoorde Goormachtigh eind vorige eeuw tot de beste Nederlandse atleten, Alida vindt het niet bijzonder door haar getraind te worden. ‘Het is mijn trainster en ook de trainster van de groepen waarin ik train.’ Haar aanpak noemt ze wel bijzonder. ‘Omdat zij de techniek op een andere manier aanbiedt die bij mij past als persoon en ze zorgt dat de krachttraining, techniektraining en mentale training in balans zijn met elkaar.’
Dit is de vierde atleet die we belichten in de serie talenten uit het CTS GROUP Talententeam. In de volgende en laatste aflevering lees je de ontwikkeling van Rick van Riel.
Professionele aanpak
Net als atleten Olivier Hendriks, Mark Heiden, Sven Roosen en Rick van Riel is Alida lid van het CTS GROUP Talententeam. Ze heeft voor het derde jaar een samenwerking met CTS GROUP, ASICS en de Atletiekunie, die bijdragen op persoonlijk en maatschappelijk vlak. Dankzij het team kan ze rekenen op financiële en materiële ondersteuning. ‘De steun van deze drie grote organisaties is erg belangrijk om topsport professioneel te kunnen bedrijven.’ Kogelstoten en discuswerpen heeft Alida goed onder de knie. Als discuswerpster vergelijkt ze zichzelf met een balletdanseres. ‘Hoe meer je de rust in je draai kan vinden, hoe beter je de discus kan raken.’ Ze heeft nog wel een aspect dat ze van een teamgenoot van het CTS GROUP Talententeam wil leren. ‘Van Rick wil ik wel leren hoe een 1000 meter te kunnen lopen. Als pupil ging ik altijd helemaal stuk.’
Discus of kogel?
‘Discus én kogel! Ik kan niet kiezen. Het zijn twee unieke onderdelen met ieder zijn specialiteiten. Ik vind het explosieve van kogel heel gaaf. Daar kan je al je adrenaline in kwijt en dat geeft een soort kick. Met discus vind ik het sierlijke heel mooi. Je bent een soort ballerina in de discusring. Vandaar dat ik niet kan kiezen. Het zijn twee fantastische onderdelen!’
Győr 2017 of Borås 2019?
‘Győr 2017, want het Europees Olympisch Jeugdfestival was mijn allereerste internationale wedstrijd. Daar haalde ik goud met kogel en zilver met discus. Voor mij was het EYOF echt een topervaring aan het begin van mijn carrière. Maar de EK onder 20 jaar in Borås heeft een speciaal plekje in mijn hart. Ik was 17 en hoorde dat atletiek niet naar de EYOF van 2019 ging. Eerst was ik een beetje verbaasd, maar ik herpakte me meteen. Ik dacht toen van: nou, dan moet ik maar de beste van de EK én de EYOF worden! Niet wetende dat het zou lukken ook. De EK was gewoon een fantastische ervaring, mede doordat ik mijn eerste gouden medaille bij het discuswerpen won!’
PAC of Papendal?
‘Bij PAC ben ik opgegroeid met hele leuke en lieve trainingsmaatjes, vandaar dat ik PAC kies. Papendal moet zich voor mij nog ontwikkelen, want ik zit daar nog nog niet lang!’
Wereldrecord of Olympisch kampioen?
‘Beide. Als je een wereldrecord gooit, zou het wel apart zijn als je geen Olympisch kampioen wordt.’
Alida van Daalen in actie op de NK atletiek in Breda, waar ze het zilver pakte op discus.
Barrière
Voordat de outdoorwedstrijden weer op Alida wachten, neemt ze nog even rust. Daarna bouwt ze haar vorm weer op tot de Nederlandse kampioenschappen onder 20 jaar van september. In Amersfoort is ze topfavoriet voor goud op zowel discus als kogel. Tussendoor test ze zichzelf nog bij een wedstrijd in Grootebroek. In een interview gaf Alida al eens aan dat ze de Dafne Schippers wil worden, maar dat gaat nu niet meer helemaal voor haar op. ‘Ik wil gewoon de eerste ‘Alida’ van het werpen worden, want die is er nog niet’, ontkracht ze met een knipoog. Hoewel ze niet te ver in de toekomst plant, wil ze volgend jaar zeker voor de EK in München gaan, dat haar eerste seniorentoernooi moet worden. De WK in Eugene, die ook komende zomer plaatsvinden, zou een ‘ultiem doel’ zijn. Dan blijft nog een doel in afstand over. Ze hikt met de discus tegen de 60-metergrens aan en natuurlijk wil ze ooit de 63,86 meter van haar moeder voorbij. ‘Ik hoop dit jaar nog een goed naseizoen te draaien en dan gaan we zien of we die barrière eindelijk kunnen verbreken!’ Ze is een vrouw van de verrassingen en niet van de uitspraken. ‘De mensen die mij goed kennen, weten hoe ik ben, dus er gaan zeker mooie sportmomenten komen.’ Tokio kwam nog te vroeg, maar op de Spelen van Parijs wil ze er sowieso staan. Met de discus, het onderdeel waarop ze de meeste potentie heeft. ‘Ik hoop in 2024 al ruim voorbij de 60 meter te zijn. I take it one step at a time. Ik wil niet te ver vooruit kijken en vooral van de weg naar de top genieten. Wat de top zal zijn, dat zullen we zien’, besluit ze.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met CTS GROUP en de Atletiekunie.
Ook dit jaar ondersteunt het CTS GROUP Talententeam jonge atleten bij het najagen van hun dromen. We volgen vijf potentiële wereldtoppers, onder begeleiding van CTS GROUP en de Atletiekunie, in hun weg naar de top. In deze aflevering: sprinter Olivier Hendriks (17), die zich met twee Europese titels op zak opmaakt voor de Paralympische Spelen.
Amputatie
‘Het is wel onwerkelijk om nu bij wedstrijden aangekondigd te worden als de Europees kampioen’, aldus Olivier Hendriks. Begin juni kreeg hij ineens een andere status door zijn twee gouden medailles op de EK para-atletiek. Dat had hij tien jaar geleden niet durven dromen. Olivier is geboren met misvormde voeten. Op jonge leeftijd besloten zijn ouders een dubbele onderbeenamputatie door te voeren. Hij mist dus nu zijn voeten en kuitbeen, maar kan op blades heel hard lopen. Zo hard, dat hij het Nederlands record in zijn categorie in handen heeft op zowel de 100, 200 én 400 als de 800 meter.’ Olivier denkt dat hij een groot deel aan zijn ouders te danken heeft dat hij weinig belemmeringen heeft gehad bij het opgroeien.
‘Allereerst hebben zij ervoor gekozen om op jonge leeftijd mijn misvormde voetjes, waar ik nooit goed op had kunnen lopen, te laten amputeren. Hierdoor heb ik al vanaf kleins af aan op protheses gelopen en ik denk dat dat één van de redenen is dat ik er goed mee uit de voeten kom’, zegt hij met een knipoog. ‘Daarnaast hebben ze mij ook altijd gepusht om alles gewoon te proberen. Ze hebben altijd in oplossingen gedacht, niet in problemen, en daar ben ik ze erg dankbaar voor.’
Dit is de tweede atleet die we belichten in de serie talenten uit het CTS GROUP Talententeam. In de volgende afleveringen lees je de ontwikkeling van Sven Roosen, Alida van Daalen en Rick van Riel.
Annemaria koekoek
Zijn eerste blades kreeg Olivier aangemeten toen hij 7 jaar oud was, via prothesemaker Frank Jol. Toen zat hij nog niet op atletiek. Door de blades kon Olivier voor het eerst echt rennen. Hij gebruikte ze bij het buiten spelen, gymmen op school en voetbal. Van gym herinnert hij zich nog een heel specifieke situatie. ‘We deden het spel ‘Annemaria koekoek’, waarbij iedereen op een lijn start en moet proberen naar de overkant te komen. Eén iemand staat aan de andere zijde van de zaal en zodra diegene zijn ogen sluit en ‘Annemaria koekoek’ zegt, mag je gaan rennen. Vervolgens opent deze persoon de ogen en wie dan beweegt, is af. Helaas is stilstaan op blades niet echt makkelijk (het is alsof je op het punt van je tenen staat) en ik bewoog. Ik was erg boos toen ik ‘af’ was, want ik vond dat oneerlijk.’ Natuurlijk kampte hij ook met vervelende zaken als materiaalproblemen. ‘Bijvoorbeeld doordat ik een gat in mijn sleeve had, waardoor de prothese niet meer goed ‘vast’ zit aan mijn been. Ook heb ik meerdere keren mijn protheses gebroken.’ Daarnaast heeft hij ook veel last gehad van de stompen aan zijn been. Het bot dat nog in zijn onderbeen zit, groeit namelijk in een punt. ‘Dat is heel pijnlijk en ik ben hier een aantal keer aan geopereerd toen ik op de lagere school zat.’ Deze problemen hebben hem er echter niet van weerhouden om gewoon mee te doen. ‘Zo deed ik bij gymlessen op school bij alles mee en heb ik gewoon mijn zwemdiploma’s gehaald. Ik heb op judo gezeten en gevoetbald, voordat ik de overstap maakte naar de beste sport die er is: atletiek.’ Olivier is duidelijk. Hij wil graag hetzelfde zijn als de valide sporters en op dezelfde wijze behandeld worden. ‘Ik voel mij niet anders en wil ook niet als ‘anders’ gezien worden. Maar dat gebeurt natuurlijk wel en mensen kijken en staren naar je benen. Dat is niet altijd fijn. Ik heb echter mijn protheses nooit verborgen gehouden en droeg bijvoorbeeld gewoon korte broeken. Toen ik heel jong was, wilde ik ook sandalen aan als het heet was. Dan kon je de tenen van mijn prothesevoeten zien, net als bij alle andere kinderen. Inmiddels vind ik het niet meer erg dat mijn benen er niet hetzelfde uitzien als anderen en ben ik wat gewend aan het staren van mensen.’
Buitenlandse toernooien
Zijn overstap van voetbal naar atletiek is redelijk geleidelijk verlopen. Via zijn prothesemaker kreeg Olivier een uitnodiging voor een sportevent in het Olympisch Stadion ten tijde van de EK atletiek in Amsterdam van 2016. Daar is hij gescout door de talentcoach van Papendal, toen hij nog niet eens op atletiek zat. Op zijn dertiende begon hij met de sport bij AV ’40 in Delft, waar hij nu nog steeds lid is. Zo nu en dan trainde hij mee op het nationale sportcentrum in Arnhem, maar voetbal wilde hij nog niet opgeven. Na een jaar lang de combinatie voetbal en atletiek was de keuze snel gemaakt. ‘Toen ik mijn eerste blades aangemeten kreeg, was al duidelijk dat ik geen moeite heb met de balans. Ik kon er vrij snel goed op rennen. Die ervaring met het lopen op blades heeft natuurlijk wel geholpen om snel progressie te boeken in de atletiek.’ In 2017 merkte Olivier dat hij atletiek echt leuker vond dan voetbal. De sprintsnelheid die je ontwikkelt noemt hij ‘gewoon onbeschrijfelijk’. ‘Dat motiveerde mij om meer te trainen en daardoor werd ik er beter in. De uitnodigingen voor grote buitenlandse toernooien kwamen voor mij wel onverwacht, omdat ik mij daar nog helemaal niet mee bezig hield. Ik liep gewoon wedstrijden in Nederland. Totdat mijn coach destijds vertelde dat ik mee mocht naar de EK in Berlijn in 2018. Dat ik een jaar later naar de WK zou gaan, had ik helemaal niet gedacht.’ De rest is geschiedenis. Bij zijn internationale debuut in Duitsland maakte hij indruk door als vijftienjarige het zilver te veroveren. In 2019 werd hij in Dubai ook wereldwijd de nummer twee op de 400 meter.
Waardering en ondersteuning
De paralympische sporten moeten volgens Olivier meer aandacht en respect krijgen. Daarom was hij blij en verrast toen hij werd uitgenodigd voor het CTS Group Talententeam. Dankzij de Atletiekunie en CTS GROUP, maar ook dankzij sponsor ASICS, hoeft hij zich minder druk te maken over de randzaken rondom de sport. Hij is de eerste invalide sporter die begeleid wordt door het team, een eer volgens Olivier.
‘Dit geeft mij het gevoel dat ik de waardering krijg voor wat ik doe en hoe snel ik ben en niet omdat ik toevallig op protheses loop. Via het Talententeam krijg ik ondersteuning in materiële zin, zoals kleding en schoenen, maar ook op andere manieren worden we extra begeleid. Hoe ga je om met media en hoe presenteer je jezelf voor een camera of online op social media. Het gaat om het gehele plaatje als topsporter, en daar zitten ook een hoop dingen bij die niet op de baan gebeuren.’
Olivier traint fulltime bij ATR: Atletiek Trainingscentrum Rotterdam. Hij loopt zijn rondes tussen getalenteerde valide sporters in een gezellige groep. ‘Dat helpt mij steeds sneller en beter te willen worden. Vroeger had ik ook geen behoefte om aan activiteiten mee te doen die specifiek werden georganiseerd voor kinderen met een prothese. Het feit dat ik andere benen heb, heeft natuurlijk wel hier en daar voor wat aanpassingen gezorgd. Maar er is altijd gezocht naar wat mogelijk is.’ Afgelopen maand is Olivier geslaagd, hij heeft het gymnasium afgerond. Dus gaat hij waarschijnlijk komend schooljaar aan een studie beginnen. Voorgaande jaren heeft hij zoals gewoonlijk naast het sporten een middelbare schoolopleiding gedaan. ‘Gelukkig was mijn school erg gemakkelijk in het bieden van ruimte om naar trainingen, trainingskampen en toernooien te gaan. Zo heb ik dus goed mijn sport kunnen beoefenen en tegelijk mijn school gedaan.’
Olivier Hendriks in actie op de 400 meter tijdens de Ter Specke Bokaal in Lisse.(Foto: Erik van Leeuwen)
Favoriete onderdeel
‘Mijn favoriete onderdeel is de 200 meter. Dit is helaas geen officiele paralympische afstand meer voor mijn klasse (T62 – dubbelbladers), maar desondanks vind ik dit het leukste onderdeel. Het is een tussenvorm tussen de afstanden die ik nu loop. Bij de 100 meter ga je direct vanaf de start zo hard mogelijk: je sprint het hele stuk voluit. De 400 meter is de langste sprintafstand, waarbij je wat meer op je reserves moet lopen. De 200 meter is een mooie tussenvorm. Het is wel een volledige sprint en net wat langer dan de 100 meter. Ik kan op deze afstand langer mijn topsnelheid aanhouden en dat is een heerlijk gevoel. Daarnaast is het in de bocht starten ook fijner, dat gaat mij makkelijker af. Ik voel mij meer ontspannen en comfortabel als ik in een bocht start. Er zit dan niemand direct naast je bij de start. Misschien speelt dat ook mee.’
Planning
‘Het doel is nu om in één van de volgende wedstrijden de paralympische limiet voor de 100 meter (11.20 sec) ook nog te gaan lopen (op de 400 meter heeft Olivier de limiet al binnen). Ik zit daar heel dichtbij. Na de EK heb ik nog een wedstrijd in Leverkusen gelopen en het NK in Breda. Daarbij heb ik twee keer mijn persoonlijk record (nu 11.27) verbeterd, maar ik ben er nog net niet. Er is nog tijd tot en met eind juli om mij te kwalificeren. Dus dat blijft nog spannend. De komende tijd ga ik ook weer meer lactische trainingen doen als voorbereiding op de 400 meter.
Ambitie
‘Ik zou graag op de Nederlandse kampioenschappen mee willen doen tegen valide lopers. Dat lijkt mij mooi, dat er geen onderscheid wordt gemaakt. Het is namelijk best wel een discussiepunt of het lopen op blades je een voordeel geeft ten opzichte van mensen zonder. In de toekomst hoop ik de snelste man op blades te worden en dus wereldrecords te lopen en gouden medailles te winnen.’
Twee keer goud
De Europese kampioenschappen para-atletiek, die afgelopen maand in het Poolse Bydgoszcz werden gehouden, was voor Olivier de kroon op zijn harde werken. Op zowel de 100 als de 400 meter, twee hele verschillende aftanden, won hij goud! In de classificatie T62 (atleten met twee onderbeenamputaties onder de knie) is hij de beste van Europa. ‘Er was wat spanning van tevoren, want ik had een lichte blessure en ik wist niet zeker of ik op tijd volledig fit zou zijn voor de wedstrijd. gelukkig was dit wel het geval dankzij de fysiotherapeuten, die mij goed geholpen hebben. Daarnaast was dit toernooi anders dan anders door de strikte coronaprotocollen. Normaal gesproken zijn we als TeamNL Para meer samen: we reizen gezamenlijk en nu vlogen we in drie groepen onafhankelijk van elkaar. Ook had ik in Polen een eigen kamer, terwijl we anders een kamer delen. Dat laatste vind ik toch gezelliger.’
De 100 meter stond eerst geprogrammeerd. Het goud op deze afstand kwam niet als een enorme verrassing. ‘De weken ervoor was gebleken dat mijn vorm goed was en ik liep constant snelle tijden. Tijdens de race startte één van de belangrijkste concurrenten vals en toen wist ik dat ik kans maakte om de race te winnen.
Foto: Bartlomiej Zborowski
Dat gebeurde ook.’ Een paar dagen later stond alweer de 400 meter op het programma. Van tevoren wist Olivier al dat hij een race tegen de klok zou gaan lopen. Daar was hij op voorbereid, want hij wilde de Paralympische limiet van 50.20 seconden slechten. ‘Maar toch was het onverwacht dat ik de wedstrijd alleen moest lopen, omdat mijn tegenstanders kort voor de wedstrijd toch niet mee konden doen. Toen ik het stadion in liep ervoer ik de support van mijn verzamelde temgenoten die op de tribune zaten. Het gaf mij het gevoel dat ik niet alleen hoefde te lopen, want ik hoorde hen roepen vanaf de tribune. Ik voelde mij goed na de warming-up en had het gevoel dat ik wel een goede tijd neer zou kunnen zetten. De race begon met een goede start. Ik kwam redelijk hard de bocht uit en liep relaxed de eerste 200 meter. Daarna liep ik volgens het raceplan en heb ik de tweede bocht aangevallen. Toen ik de bocht uitkwam, zag ik vanuit mijn ooghoek de klok. Ik besefte dat het zelfs mogelijk was onder de 50 seconden te duiken en dat zou betekenen dat ik de limiet zou halen. Op het laatste rechte eind zette ik nog wat meer door. Bij de finish zag ik mijn tijd van 49.18 en ik heb mij nog nooit zo blij gevoeld. En ook opgelucht, want ik voelde al een jaar de druk om onder de limiet voor de Spelen te lopen en dat is nu eindelijk gelukt.’
Eremetaal in Tokio
Tussen 24 augustus en 5 september vormt Tokio het epicentrum voor de Paralympische Spelen. Tijdens het toernooi loopt Olivier ook met atleten uit de soortgelijke categorieën T44 en T64. De T staat voor track. Sowieso loopt hij de 400 meter, maar daarnaast wil hij ook zichzelf laten zien op de 100 meter. De nummer twee van de wereld in 2019 krijgt op de 400 meter te maken met twee grote concurrenten uit Duitsland en Amerika. ‘Theoretisch gezien ben ik sneller dan de rest, dus een bronzen medaille lijkt haalbaar. Verder ben ik heel benieuwd hoe het gaat zijn: de ervaring van de Spelen. Van andere para-atleten hoor ik over de goede sfeer die er was tijdens eerdere Paralympische Spelen. Maar dit jaar zal het anders zijn door de coronamaatregelen en er zal minder publiek aanwezig zijn en sowieso geen familie uit Nederland.’ Uiteraard kijkt Olivier uit naar het toernooi zelf, zijn eerste Spelen. ‘Omdat het in een groot stadion wordt gelopen en omdat dit toernooi het hoogst haalbare is. Het is altijd een droom geweest om naar de Spelen te mogen, en als het goed is sta ik daar over minder dan twee maanden.’
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met CTS GROUP en de Atletiekunie
Hoofdfoto: Erik van Leeuwen. Profielfoto: Paul Raats
Ook dit jaar ondersteunt het CTS GROUP Talententeam jonge atleten bij het najagen van hun dromen. We volgen vijf potentiële wereldtoppers, onder begeleiding van CTS GROUP en de Atletiekunie, in hun weg naar de top. In deze aflevering: hordeloper Mark Heiden (18), die uitkijkt naar de EK junioren van komende week.
Fouten
Al in zijn eerste race in de buitenlucht dit seizoen liep hij al onder de limiet voor de EK onder 20 jaar. Bij de Harry Schulting Games liet hij 13.56 seconden noteren op zijn specialiteit: 110 meter sprinten en tussendoor tien hordes van 99,1 centimeter hoog. ‘De race verliep best wel vlekkeloos, maar ik miste nog wat scherpte doordat het één van de eerste races van het jaar was’, blikt hij terug. ‘Ik maakte geen fouten en liep gewoon een solide race, maar nam te weinig risico om een supertijd te lopen. Het was wel na een lange tijd weer eens een PR op de 110 meter horden en daar was ik wel erg blij mee. Ik had zeker het gevoel dat de limiet erin zat, want ik voelde me fit en in de trainingen was te merken dat ik goed liep. Het hielp ook dat het een avondwedstrijd was, want ik loop normaal beter later op de dag.’ Toch heeft hij in de afgelopen wedstrijden nog niet bereikt wat hij wilde bereiken. ‘Ik had door een goede trainingsstage een heel goed gevoel gekregen over het seizoen. Na de 13.56 in Vught wilde ik doorgaan met snellere tijden lopen. Ik wilde richting de 13,4 of 13,3 seconden gaan voordat ik aan de EK zou deelnemen, maar dat is nog niet gebeurd. Wel ben ik blij dat ik erg constante tijden loop, maar ik zou willen dat deze een stuk sneller waren. Uit analyses blijkt dat ik op trainingen heel snel ben, maar door fouten tijdens de wedstrijd vertaalt dit zich nog niet naar snellere tijden. Dingen zoals een horde raken of mijn techniek niet helemaal goed uitvoeren.’
Dit is de eerste atleet die we belichten in de serie talenten uit het CTS GROUP Talententeam. In de volgende afleveringen lees je wat voor invloed het team heeft op Olivier Hendriks, Sven Roosen, Alida van Daalen en Rick van Riel.
Meerkamper
Zoals vele andere junioren kwam Mark voor zijn nog prille hordencarrière uit op de meerkamp. De atleet van het Rotterdamse PAC kon aardig kogelstoten, speerwerpen en verspringen, maar zijn talent kwam het meeste naar boven bij het sprinten en hordelopen. Daardoor traint hij sinds half mei onder leiding van hordencoach Brendan Troost bij Atletiek Trainingscentrum Rotterdam. ‘Het focussen op de horden was een goeie en logische keuze, want ik zou denk ik veel minder succes hebben gehad als ik me niet op het hordelopen had gefocust. Ik heb mezelf nooit echt als meerkamper gezien en het was ook bij de C junioren dat ik voor het laatst een meerkamp heb gedaan. De meerkamp vind ik wel een mooi onderdeel om naar te kijken, maar ik het zou het zelf niet meer willen doen.’
EK-goud op de meerkamp of op de horden?
‘Zoals ik al zei: ik ben een hordeloper, dus dan kies ik zeker horden boven de meerkamp. Ik ga dan ook voor EK-goud op de horden boven goud op de meerkamp. De keuze tussen de 60 meter en 110 meter horden is voor mij een hele makkelijke, want het slechtste deel van mijn race is de start. Meestal lig ik bij de start een klein beetje achter en haal ik daarna tijd in, dus dan ligt de 110 meter horden mij beter. Dan heb ik gewoon meer tijd om een slechte start goed te maken.’
Is de EK onder 20 jaar van 2019 het hoogtepunt uit je carrière tot nu toe?
‘De EK onder 20 jaar is zonder twijfel het hoogtepunt. Het feit dat ik mij toen al (16 jaar, red.) had geplaatst als atleet onder 18 jaar voor een internationaal toernooi U20 was voor mij al heel bijzonder. Maar dat ik zo boven mezelf uitsteeg op dat toernooi en uiteindelijk zilver won, maakte het echt ongelofelijk.’
You’ve Got Mail | Where to Stream and dndnha | Decider
Beloning
Het moment dat Mark begin dit jaar werd gebeld voor een plaatsje in het CTS GROUP Talententeam weet hij niet meer precies. ‘Maar ik weet wel dat ik het erg bijzonder vond om deze kans te krijgen.’ Eerder al maakte hij kennis met het team. ‘Iets van vijf jaar geleden had iemand in mijn trainingsgroep een clinic gewonnen voor het Talententeam, waar wij toen met de hele groep heengingen. Dat waren toen atleten waar ik tegenop keek, dus het is heel bijzonder om nu zelf onderdeel van het team uit te maken.’ De samenwerking met CTS GROUP en de Atletiekunie ziet Mark als een verrijking in zijn persoonlijke ontwikkeling. ‘Dit is mijn eerste sponsor en dat zorgt zeker voor motivatie. Het voelt ook wel als een beloning voor jaren hard trainen.’ Door corona heeft Mark nog niet veel tijd doorgebracht met de andere talenten van het CTS GROUP Talententeam. Hij weet nog niet veel van de skills en specialiteiten van de atleten. Wel wordt hij door de samenwerking gestimuleerd om nog meer uit zichzelf te halen. ‘Doordat ik nu deel uitmaak van een groep atleten die goede prestaties leveren, motiveert dit mij ook om zelf beter te presteren. Motivatie is dus het grootste pluspunt van het Talententeam.’
Mark Heiden in actie tijdens de Ter Specke Bokaal in Lisse afgelopen mei.
Nederlands record
Volgend jaar behoort Mark Heiden bij de senioren en loopt hij de hordensprint over dezelfde afstand: 110 meter. Echter moet hij dan hekken van 1,07 meter hoog passeren. Maar daar lijkt hij zich nog niet erg druk over te maken. ‘Ik heel veel zin in senior zijn, want dan krijg ik de mogelijkheid om veel grote wedstrijden te lopen. Indoor heb ik al over de 1,07m hordes gelopen en ik heb het gevoel dat ik, als ik me daar volledig op kan focussen, ik de overgang naar de hogere hordes goed kan maken. Ik hoop me dus snel aan te passen zodat ik volgend jaar veel grote wedstrijden kan lopen en veel mooie wedstrijden in andere landen mee te doen. Misschien plaats ik mij wel voor de EK senioren in München, dat hoop ik.’
Of hij al uitkijkt naar de Olympische Spelen van Parijs in 2024? ‘Als atleet moet je ambitieus zijn, dus de Spelen is zeker een toernooi waar ik naar uitkijk. Of het haalbaar is, zullen we in de komende jaren zien, maar ik ga er in ieder geval alles aan doen om daar te staan. In de tussentijd hoop ik nog EK’s en WK’s te lopen en daar over een paar jaar mee te doen voor finales en podia. Qua tijden is mijn doel om richting de lage 13 seconden te gaan, met als ultiem doel het Nederlands record van Robin Korving (13.15 seconden). Maar ja, dit is allemaal erg ambitieus zoals ik al zei. Als ik fit blijf en van de sport kan leven, ben ik al erg tevreden.’ Mark is dit jaar nog junior. Eerst volgen nog de Europese kampioenschappen voor atleten onder 20 jaar, die van 15 tot en met 18 juli plaatsvinden in de Estse hoofdstad Tallinn. In aanloop naar dat toernooi blijft hij nog werken aan zijn start, zijn grootste aandachtspunt. ‘We werken er in de training veel aan en er zit zeker vooruitgang in, maar er is nog veel te verbeteren. Deze races op hoog niveau die ik heb gehad, had ik nodig om straks scherp aan te start te staan op het EK.’ Over zijn missie bij de EK doet Mark niet geheimzinnig. ‘Als alles goed gaat hoop ik strak in Tallinn mee te doen voor het goud.’
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met CTS GROUP en de Atletiekunie.
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.