Polsstokhoogspringster Femke Pluim richt haar vizier op de Olympische Spelen en andere grote toernooien die in 2020 op het programma staan. Na veel blessureleed hoopt de 25-jarige atlete van het Alphense AAV’36 deze maand de weg omhoog weer te vinden tijdens een trainingsstage in Zuid-Afrika.
Het jaar 2019 stond in het teken van het herstel van een achillespeesblessure, waar nog een pijnlijke voetblessure bij kwam. Haar laatste zege dateert uit 2018, toen Femke Pluim de nationale indoortitel veroverde met een sprong van 4,45 meter. Daarna werd het stil rondom de ‘spring-in-’t-veld’, die onder leiding van haar voormalige trainer Alex van Zutphen de nationale top bestormde. Zilver op de EK voor junioren in 2013 was nog verrassend. De nationale titels in 2015 en 2016 waren voorspelbaar. Haar deelname aan de Olympische Spelen in Rio de Janeiro eindigde echter in de kwalificatieronde.
Wereldtop
Onder leiding van bondscoach Robbert-Jan Jansen vervolgde Pluim in 2017 haar pad naar de wereldtop. Na een jaar van technische veranderingen behaalde de atlete die op Papendal traint veelbelovende hoogtes. ,,Na de nationale indoortitel kreeg ik steeds meer last van een achillespeesblessure”, vertelt Pluim, die donderdag afreisde naar Zuid-Afrika, met een ernstig gezicht. ,,Een operatie was noodzakelijk. Later in het seizoen scheurde ik de peesplaat in mijn rechtervoet; een zeldzame blessure, die mij opnieuw terugwierp. Gelukkig werd ik niet aan mijn lot overgelaten en kreeg ik alle steun om te herstellen. Ik begin nu weer op nul.”
Foto: Bjorn Parée