Op dag 3 van de Europese indoorkampioenschappen in Istanbul maakten Femke Bol en Lieke Klaver alle verwachtingen waar. Ze pakten goud en zilver op de 400 meter. Maar er gebeurde meer op dag 3. Lees hieronder het verslag van de derde dag in Istanbul.
Tekst: Eric Roeske
Lees hier: Alles EK Indoor atletiek 2023 in Istanbul
Historisch goud en zilver op 400 meter
Femke Bol en Lieke Klaver maakten hun favorietenrol op de 400 meter zaterdagavond helemaal waar. Niemand kwam in de buurt van beide ontketende Nederlandse topsprinters. Na 150 meter bij het naar binnen gaan stelde Bol meteen orde op zaken door als eerste door te komen op de 200 meter (23.78) met Klaver er vlak achteraan (23.91). Hun trainingsmaatje Anna Kielbasinska uit Polen pakte een bronzen medaille. De tijden waren respectievelijk 49.85, 50.57 en 51.25. ‘Samen met Fem op het podium’, dat was de bedoeling vertelde Klaver na de prijsuitreiking aan de media. ‘Bij het naar binnen gaan botsten we een klein beetje met elkaar, maar daarna ben ik er achter gaan lopen en deed er alles aan om die Poolse er niet tussen te laten komen. Nu aanhaken en doorrennen dacht ik, ik wil niet ingehaald worden. En dat lukte’.
Klaver: ‘Dit is vet speciaal’
Bol vroeg na de finish meteen aan Klaver hoe het gegaan was. ‘En en en’, riep ik. Ik wilde zo graag dat Lieke tweede zou worden.’ Klaver noemde het resultaat ‘vet speciaal’, temeer daar het haar eerste individuele internationale medaille is. Dat Bol niet weer een wereldrecord liep deerde haar niet. Ik liep nu ook weer heel hard, en het gaat op een toernooi toch vooral om de medailles, niet persé om snelle tijden, alhoewel die natuurlijk wel helpen om medailles te pakken.’ En toen werden beiden weggeroepen want het ijsbad wachtte op hun. Zondag moeten ze immers ook weer klaar staan voor hun 4×400 meter estafette.
Foto: Eric Roeske
—
Lees ook: Duo interview Femke Bol en Lieke Klaver over EK Indoor
Bij de mannen 400 meter opende de Noorse veelvoudig hordenkampioen Karsten Warholm halverwege in 20.84, een ongelofelijk snelle doorkomst op de 200 meter. Dat moest hij dan ook bekopen in de tweede ronde, maar uiteindelijk wist hij de verrassende Belg Julien Watrin nipt voor te blijven (45.35 versus 45.44). Brons was er voor de Zweed Carl Bengtström (45.77). Het gemis van Nederlandse inbreng wordt zondagavond hopelijk goedgemaakt door een splijtende 4×400 meter estafette, waarop de mannen hun Europese titel van twee jaar terug verdedigen.
Finale voor Tim Verbaandert en Mike Foppen, drie hordenvrouwen naar halve finales
Dankzij knappe en vooral slimme races van Tim Verbaandert en Mike Foppen staan ze zondag in de finale over 3000 meter. De 22-jarige Verbaandert maakt daarmee zijn toevoeging op de valreep aan het team meer dan waar.
Nadine Visser, Maayke Tjin A-Lim en Zoë Sedney startten hun toernooi op de 60 meter horden uitstekend. Visser kwam ondanks een minder snelle start tot 7.88, goed voor de snelste tijd overall. Tjin A-Lim liep 8.03, Sedney 8.08. Zondagochtend zien we hen terug in de halve finales, diezelfde avond is de finale waarin Visser haar titels van 2019 en 2021 verdedigt.
—
Maayke Tjin A-Lim: ‘Doel is op WK en EK de horden te lopen’
Joris van Gool en Menno Vloon kopje onder, Bouju razendsnel
In een ochtend vol dramatiek sneuvelden Joris van Gool op de 60 meter in de series en Menno Vloon bij de kwalificatieronde. Met een tijd van 6.72 werd Van Gool, die in 2021 het Nederlands record nog verbrak en stelde op 6.58, startte naar eigen zeggen voorzichtig vanwege eerdere valse starts, maar vervolgens een gedegen race. Hij dacht bovendien het wel te redden naar de volgende ronde. Niets was minder waar, op één duizendste seconde lag hij er bij de eerste proef al uit. De 24-jarige sprinter startte tijdens de NK indoor twee weken terug vals en dat was niet de eerste keer.
Hoe anders verging het Raphael Bouju, 20 jaar jong en op de vroege zaterdagochtend meteen scherp. Zijn 6,59 was bovendien vijf honderdste van een seconde sneller dan zijn persoonlijk record van twee weken terug. ’s Avonds miste hij op een fractie een tweede plek in de halve finale, waardoor hij met een derde plek de finale mis liep. Zijn tijd van 6.61 was slechts 2/100evan een seconde langzamer dan de Slowaakse Jan Volko, oud Europees indoorkampioen in 2019 op de 60 meter.
—
Raphael Bouju over zijn Nederlands record, snelle tijden en de Spelen
Na de afmelding in de vroege ochtend van Rutger Koppelaar, die niet startte vanwege ‘fysieke klachten’ maakte Menno Vloon het drama bij het polsstokhoogspringen compleet. Amper anderhalve week terug vloog de Nederlandse recordhouder (5,96m in 2021) nog over 5,91 meter in Clermont-Ferrand, nu ging het vanaf het begin al matig. Pas in zijn derde poging haalde hij zijn aanvangshoogte van 5,40 meter. Daarna vloog hij in één keer over 5,55 meter, maar op 5,65 meter ging het drie keer mis. Zonder de wereldrecordhouder Mondo Duplantis lag de weg naar medailles open, maar die kans was niet aan Vloon besteed. De 28-jarige Vloon moet het voorlopig doen met twee vijfde plaatsen op internationale indoortoernooien naast zijn tien nationale titels.
Foto’s: Erik van Leeuwen