Er is al wekenlang een discussie gaande in de hardloopwereld, aangezwengeld door Brigid Kosgei die het wereldrecord op de marathon met twee minuten verbeterde en de geslaagde poging van Eliud Kopchoge om als eerste mens de twee uur barrière te doorbreken: is hier sprake van “technische doping?”
Door Bert Vreeswijk
Terecht vraagt meervoudig marathon kampioene en bewegingswetenschapper Miranda Boonstra, zij het in andere bewoordingen, zich dit hardop af. ”Zijn we nog aan het hardlopen, of lopen we op springveren?” zei ze onlangs letterlijk in een artikel van het Algemeen Dagblad. Welnu, Miranda is als bewegingswetenschapper voldoende op de hoogte van de wetten die gelden in de biomechanica en eigenlijk weet ze dus het antwoord wel op haar eigen vraag! De bewuste innovatieve Vaporfly hardloopschoen is weliswaar zeer licht met zijn 195 gram en dus een voordeel voor een loper, maar van veel meer belang is de koolstof/carbon tussenzool die over de gehele lengte van de schoen is geconstrueerd door Nike.
Het grote voordeel voor de loper met deze schoen zit hem namelijk in dit toegepaste koolstof/carbon materiaal. Het is buitengewoon licht, sterk en veerkrachtig. Het “geheim” zit hem in het feit dat de schoen, nadat de voet na de landing op het wegdek en van de voorste steunfase naar de achterste steunfase doorrolt, door het gewicht van de loper en de zwaartekracht, kinetische energie opslaat in de vorm van een buigspanning in de koolstof/carbon zoollamel, wat wij potentiële energie noemen. Wanneer nu de achterste steunfase overgaat in de afzet van de voet, komt opgeslagen potentiële energie die in de “vervormde” zool ligt opgeslagen weer vrij en vergroot daarmee de afzetfase naar omhoog en voorwaartse stuwing, zonder dat het energie kost!
Het lijkt mij overduidelijk dat dit weinig met het “pure” hardlopen te maken heeft. Je kunt nu alle records op de weg wel in de vuilnisbak gooien, maar als de geschiedenis niet belangrijk is, dan kunnen we wat morgen gebeurt of wordt gepresteerd ook wel bestempelen als niet belangrijk! De tijden die “Ard en Keesie” reden op de buitenbaan, scherp langs het sneeuwrandje rijdend op hun “vaste schaats”, daar had ik grote bewondering voor. Die gasten van tegenwoordig zouden er hun neus voor ophalen om onder die omstandigheden te rijden. De klapschaats, in een binnenhal zonder barre weersomstandigheden op speciaal geprepareerd ijs, dat is het tegenwoordige schaatsen. Maar of ik dat nu mooier vind om als toeschouwer te volgen kan ik niet beamen. Ik besef natuurlijk ook wel dat je de technologie niet tegenhoud – en ik ben misschien een ouderwetse lul – maar je moet de zaken wel in perspectief blijven zien.
Reglementering op schoeisel (lees materiaal) lijkt mij daarom noodzaak om iedereen gelijke kansen te geven of records te breken in de wedstrijdsport en bovendien betrouwbare vergelijkbare ranglijsten te kunnen blijven maken. Laat de atletiek, die bekend staat als “de moeder aller sporten” maar zo puur mogelijk blijven, dat vormt namelijk zijn charme.
Bert Vreeswijk is een oud-tienkamper. Negen keer scoorde hij meer dan 6000 punten. Hij schreef meerdere boeken, waaronder Tienkamp Totaal. Tegenwoordig traint hij een selectiegroep binnen AV Typhoon. Meer van Bert Vreeswijk op www.baan-atletiek.nl.