Home Laatste Nieuws Coach Guido Hartensveld: ‘Het is een illusie dat elke topatleet leuk is’

Coach Guido Hartensveld: ‘Het is een illusie dat elke topatleet leuk is’

door Tijn Piest

Guido Hartensveld, oprichter van Team Distance Runners en mede-eigenaar van online coachingsplatform TwoZeroNine, begeleidde menig topatleet naar het internationale toneel. Van zijn 53-jarige leven is hij al 33 jaar coach. Hoe hield hij al die tijd het plezier in het vak, wat zijn de belangrijkste verschillen tussen topatleten en recreanten, hoe combineert hij TDR met TwoZeroNine en wat waren de hoogte- en dieptepunten in al die jaren?

Een groeimindset. Reflecteren en eerlijk zijn. Verantwoordelijkheid nemen voor succes en falen. Elkaar blijven uitdagen. Het zijn kernwaarden van Guido Hartensveld. Op zijn twintigste was hij al coach, even later nog een tijdje fysio, om vervolgens in 2001 oprichter en hoofdcoach te worden bij de Castricumse loopopleiding Team Distance Runners. Ook het wedstrijdmanagement en de technische zaken binnen het bestuur van de topsportstichting zou hij op zich nemen. Een verenigingoverstijgend team gericht op faciliteiten voor atleten van 400 meter tot en met de marathon. Uit drie domeinen bestaat TDR: een talentenprogramma voor jonge sporters, een jeugdopleiding en de topsportselectie als uithangbord. Eind 2020 lanceerde Hartensveld TwoZeroNine samen met Michel Butter, één van de succesvolste atleten uit de TDR-stal. Een online platform met begeleiding voor de individuele loper.

Guido Hartensveld en marathonloopster Inge de Jong in de Schoorlse duinen.

Wat maakt de combinatie van coach Team Distance Runners en TwoZeroNine zo leuk?

‘Ik ben ontzettend blij dat ik met Michel de grote hardloopcommunity heb opgezocht met TwoZeroNine. We merkten al tijdens zijn topsportcarrière dat we als duo zo ontzettend veel te geven hadden aan de markt dat het een kwestie van tijd was om dat samen uit te rollen. De combinatie met TDR werkt erg verfrissend en financiële druk op mijn schouders is nu weg door een succesvol bedrijf. Zowel bij TDR als bij TwoZeroNine ligt de focus op mijn passie; kennis halen en overdragen. TDR was altijd mijn grote passie en zal dat hopelijk nog lang kunnen blijven, alleen het financiële draagvlak maakt het heel kwetsbaar. Als je de begroting deelt door het aantal leden kom je op een jaarlijks bedrag van €4000,- tot €6000,- per jaar, waarbij de atleet slechts €400,- tot €600,- per jaar aan contributie betaalt. Ik zou dat eigenlijk niet anders willen, want je werkt met jonge mensen en je wilt geen drempels opleggen. De keerzijde is wel dat mijn passie me soms een beetje in de weg zit. Want wie moet privé bijspringen aan het einde van het jaar als de begroting niet rond is? Atleten opleiden is feitelijk geen businessmodel want waar in de atletiek niet over nagedacht is is de vraag wie de ‘opleiding’ van de atleet gefinancierd heeft zodra hij doorbreekt en we (mogelijk) iets kunnen gaan terugverdienen aan onze investering? En de atleet voelt ook die verplichting niet aangezien die zelf ook nog eens een soortgelijk bedrag kwijt is aan onder andere trainingsstages. Maar talentontwikkeling is wel waar mijn passie ligt. En ik prijs me rijk met het feit dat ik altijd mensen om mij heen hebben gehad me me hebben geholpen TDR draaiende te houden en de atleten te helpen.’

Bekijk de lijst met de 251 snelste Nederlandse marathonlopers in 2023 (mannen en vrouwen)

‘Per definitie is de rol van een trainer een service, een dienstverlening die tijdelijk is. De atleet staat centraal en zo hoort het ook. Waar ik me wel zorgen over maak is de grote frustratie die er soms is onder collega’s en het gebrek aan perspectief voor ze. Je ziet weinig samenwerking en coaches die ‘ego-driven’ houden vaak hun atleten krampachtig vast. Daar is nog veel winst te boeken, net als het kennisniveau. Ik zie daar wel een rol voor mezelf weggelegd in de toekomst.’

‘Ik merk dat ik mijn passie beter kan leren bewaken door meer te focussen op mijn bronnen van plezier en wat minder op de prestatie, want het is immers de ambitie van de atleet. Ook heb ik geleerd nóg kritischer te zijn met wie ik graag werk en op de kwaliteit van de samenwerking met de atleet. En op de relatie, wat ik overigens een gezamenlijke verantwoordelijkheid vind. Het opleiden tot topatleten is dus niet per se mijn einddoel, ook uit de begeleiding van talenten en het opleiden van jeugdtrainers haal ik veel voldoening. Voor een aantal trainers in het land fungeer ik een beetje als mentor en ook de rol van consultant voor coaches en topatleten geeft me het gevoel dat ik gewaardeerd word.’

‘Nieuwsgierig blijven en nieuwe dingen doen, dat vind ik belangrijk. Het maakt me niet uit bij welke atleet, welke afstand of bij welke ambitie. Ik wil de best mogelijke service leveren.’

Vind je het moeilijk om een goede coach te zijn voor zowel topatleten als recreanten?

‘Nee, juist niet. Ik vind de combinatie verfrissend. De afgelopen jaren stond ik op een tweesprong. Ik vroeg me af of wat ik de topatleten geef in verhouding is met wat ik ervoor terugkrijg. De vorm waarin ik m’n passie altijd had gegoten was TDR. Ik ben er heel trots op dat ik daar zo dedicated aan gebleven ben en dat we al bijna 25 jaar geen contributieverhoging hebben doorgevoerd, zelfs geen inflatiecorrectie hebben toegepast. Terwijl de kosten stijgen, vrijwilligers steeds moeilijker te vinden zijn en de generatie Z steeds meer op zichzelf gericht is. Ik merkte dat toen we voor ons team een veilingavond organiseerden. Een enorme belasting voor je organisatie, het kost veel tijd en energie. Als dan aan het eind van de avond een paar atleten een cheque omhoog konden houden voor een gratis hoogtestage, de prestaties in het zonnetje werden gezet en de ouders en vrienden / familie een topavond hadden gehad, dan was dat natuurlijk prachtig. Maar slechts een enkele atleet zette zich flink in voor het project en dat gaf dan weer scheve gezichten, ook bij mij. Dat gaat schuren. Het kan toch niet zo zijn dat steeds dezelfde mensen een rookworst, dinerbon of gratis items beschikbaar stelden voor de veiling en anderen alleen maar komen ‘halen’?’

‘Bij TwoZeroNine kan ik me puur op de coaching en het maken van schema’s richten. Je staat er veel verder vanaf omdat het hele concept online is, wat natuurlijk ook de nodige beperkingen met zich mee brengt. Het online concept versus het zien van een atleet is het grootste verschil tussen beide organisaties. Daarnaast is er natuurlijk het leeftijdsverschil en dat vind ik best verfrissend. De klanten zijn super verschillend. De dienst die onze klanten afnemen is heel helder en de klanten zijn zeer dankbaar en gedragen zich veel meer als ‘eigenaar’ van hun proces. Logisch want ze nemen een betaalde dienst af en ze hebben zich op maatschappelijk vlak vaak veel verder ontwikkeld. Om een voorbeeld te geven: Wat me opvalt bij TwoZeroNine is dat je 95% van de klanten niet eens hoeft te vragen of ze hun logboek in willen vullen. Ze doen dat omdat ze sámen beter willen worden. In coach gesprekken sturen klanten vaak een agenda vooraf en komen ze met zeer gerichte vragen en na afloop volgt er een verslagje. Ze dagen me echt uit met interessante vragen. Bij een jonge atleet of so called toptalent ben ik degene die alles opschrijft. Het is logisch dat vervolgens de acties dan weleens niet opgevolgd worden zoals het zou moeten en dat vertraagd natuurlijk het groeiproces. Kortom, het totaalplaatje vind ik heel leuk: het ondernemen, samenwerken, leren van experts en ook het vak van coaching boeit me enorm. Als coach moet je jezelf blijven uitdagen en ontwikkelen. Goed stilstaan bij mijn eigen bronnen van plezier. Op de achtergrond werk ik zelf ook samen met een coach om hierover te sparren. Een aanrader.’

Naar welke moment van 24 jaar TDR kijk jij het meest trots terug?

Michel Butter Guido Hartensveld
Guido Hartensveld en Michel Butter na het bereiken van 2:09.58 in de Amsterdam Marathon van 2012.

‘Ik heb niet één iconisch moment. Die mooie momenten zijn je allemaal even dierbaar. Als ik moet kiezen, kom ik al snel op de bekendere prestaties. Michel Butter in New York staat wel in mijn top drie. Dat was iconisch, aan kop lopen met Koen Naert op First Avenue en als zesde finishen. De samenwerking met Michel was zo speciaal omdat hij als vijftiende binnenkwam als ambitieus kereltje. Hij was welbespraakt, maar ging ook goed met tegengas om. Bij moeilijke momenten kwamen we er altijd beter uit. Dat heeft tot mooie dingen geleid. Een voorbeeld: hij wilde de Londen Marathon lopen, maar dat viel samen met de geboorte van z’n eerste kind. Ik zei: kun je dan niet beter een week eerder een wedstrijd lopen. Daar konden we het dan op een volwassen manier over hebben. Coachen is iets heel fascinerends. Je bent een dienstgever. Kennis delen met collega’s vind ik vet, kennis delen met de markt vind ik leuker dan gedacht en ik haal plezier uit onderwijs en opleiden. Ik kan net zoveel kippenvel krijgen van een meisje die bij de junioren haar faalangst overwint. Of een eetstoornis die het team eruit filtert en helpt oplossen. Gezondheid voor alles hebben we met elkaar afgesproken. ‘

Kijktip: De mooiste marathon

Wat was een grote teleurstelling bij TDR?

‘Daar moet ik even over nadenken. Een voorbeeld: Selma Borst, nu mijn vrouw. Zij liep 1:11 op de halve marathon zonder carbon en had zich verstapt in het bos. Haar vijfde middenvoetsbeentje. Ditmaal bleek het een breuk te zijn. Lang verhaal kort: het is drie keer opnieuw gebroken en dan ben je drie, vier jaar verder en is het einde carrière. Haar middenvoetsbeentje brak opnieuw de dag voor trainingsstage. Ik stond de volgende dag met een pokerface op Schiphol, maar zij zat teleurgesteld op krukken thuis. Dat maakt sport heel heftig. Tegelijkertijd zag ik er dat trainingsstage atleten met de pet naar gooien. Dan denk ik: wees eens wat zuiniger op je talent. Als we naar een piekwedstrijd gaan zit iedereen er natuurlijk heel emotioneel in. Vaak voelt het als een emotionele rollercoaster. Ik heb net als veel collega’s dat je het succes ‘normaal’ vind, maar dat je je suf piekert over die ene atleet die voor zichzelf zwaar teleurstelde. Ik wou dat ik daar een oplossing voor had want het maakt het heel heftig en intens allemaal.’

Dit jaar vertrokken er atleten uit TDR naar onder andere het Valley Running Team, hoe vind je het als er atleten vertrekken?

‘Elk vertrek heeft een ander verhaal. Het initiatief komt soms van mij uit, soms kom je er samen achter dat het niet meer werkt. Bij sommige atleten vind ik het jammer dat ze de overstap maakten, bij sommigen niet. Elke atleet die stopt, om welke reden dan ook, is altijd wel een rouwproces. Je hebt een intensieve relatie met een sporter: je maakt reizen, discussies en succes mee. Je deelt lief en leed. Maar ik ga niet in een hoekje zitten huilen als een atleet weggaat. Ook is het niet zo dat ik hoop dat die atleet dan minder gaat presteren. Dan zou ik een te zwaar leven hebben. Ik moet terugkijken op een goede dienstverlening. Topsport is gewoon tijdelijk. Voorbeelden? Recent kreeg Noah Baltus een contract bij het ON Running Team en vloog uit, dat is gewoon heel vet voor die hem. Ryan Clarke zat bijvoorbeeld dertien jaar bij TDR, maar verliet het team omdat hij weg wilde uit Castricum. Ik zeg niet dat een vertrek van een atleet een betere of slechtere stap is. Het is all in the game. Maar een atleet die vertrekt moet niet voelen als een verbroken liefdesrelatie. Ik word alleen maar kritischer met wie ik wil werken.’

‘Toch is het een rouwproces. De mate ervan is afhankelijk van de band die je met een atleet had en nog houdt. Die verschillende teams in Nederland op dit moment vind ik alleen maar mooi. Het is bij ons niet TDR tegen de rest. Je houdt concurrentie. Mijn drijfveer zit niet in de strijd tussen Team 4 Mijl, Valley Running Team en Team Distance Runners. Ik ben er trots op dat we richting de 500 NK-medailles gaan, maar dat zegt alleen maar dat je je werkt goed doet. We doen het niet voor de uithangborden. Het kan ook jammer zijn als een onzichtbaar iemand stopt. Het is een illusie om te denken dat elke topper leuk is. Toen dit jaar in korte tijd atleten bij mij vertrokken, viel het kwartje even ten nadeel van TDR. Hoe dan ook vind ik het mooi en leerzaam om met coaches van andere teams te praten bij wedstrijden en van elkaar te leren. Soms voel je je opgelucht als iemand vertrekt en dat betekent dus dat je in die relatie blijkbaar op je tenen hebt gelopen. Mijn eigen grenzen beter leren bewaken is ook iets waar we aan werken. En me leren uitspreken tegen de atleet als hij/zij daar overheen gaat. Een veilig sportklimaat geldt ook voor de coach, haha. Weet je, net als de atleet stopt de coach er ook ontzettend veel van zichzelf in. Emotioneel, financieel en sociaal-maatschappelijk. Daar zijn we zelf bij en zelf verantwoordelijk voor, maar wie bewaakt die grens en wie coacht de coach? Mijn schrikbeeld is om een zure, oude coach te worden, dus is het stellen van grenzen, maar ook het blijven voeden van je ‘bronnen van plezier’ cruciaal.’

Lees ook: De beste hardloopschoenen met een carbonplaat getest

‘Het is geen wedstrijdje ‘wie is de beste coach’. Die competitie bestaat niet. En veel kennis hebben is ook geen garantie. De samenwerking met je sporter doe je echt samen. Ieder heeft daarin zijn taken en verantwoordelijkheden. Het enige dat je kunt meten is de trackrecord van een coach. Waar ik dan het meest trots op ben, is mijn range van atleten op de 400 meter tot en met de marathon, met zowel mannen als vrouwen en bijvoorbeeld niet alleen maar junioren. En op onze all time rankings op bijvoorbeeld de 800 en 1500 meter. Dat geeft me de bevestiging dat mijn kunstje heel vaak lukt, met verschillende typen atleten en meerdere jaren achter elkaar.’

Guido Hartensveld leest een training in het Zwitserse Sankt Moritz voor.

Wat is nou een typische keysessie (belangrijke training) van Guido Hartensveld in aanloop naar een marathon?

‘Een keysessie is het laatste procentje in een marathonvoorbereiding. Maar je kan ‘m alleen doen als je helemaal klaar bent voor de marathon. Een keysessie die ik bij mijn marathonlopers heb toegepast is de volgende:

  • 15-20 minuten inlopen + losmaken
  • 3 series: 3 km + 2 km + 1km met pauze 1 km
  • 5-10 minuten uitlopen

Tempo
3 km in tempo marathon (of ietsje sneller)
2 km in tempo halve marathon (of ietsje sneller)
1 km in 10kmTempo

Pauzes
Duurlooptempo (range aerobe drempel)
Richtlijn: 45-60 sec/km langzamer dan anaerobe drempel

Advies
Doe dit op een mooi parcours van 3 kilometer “Out & Back”. Je loopt dus 9x dit parcours = 27 km totaal.

Notitie
Dit is voor Michel en mij één van de “keysessies” die we gebruikten richting de grote marathons. We hebben een variant van 18 kilometer (twee series) en uiteraard een variant van 27 kilometer (drie series). Waar wij op letten:

  • Totaaltijd 27 kilometer
  • Gemak om te versnellen op 2 km en 1 km t.o.v. 3 km
  • Het vermogen om de pauzes hard door te lopen
  • Gaan de laatste tempo’s nog makkelijk en het snelst?
  • Wat is het verloop in de statistieken per 9 km?’

Welke ambities heb je nog als coach?

‘Natuurlijk zou ik de Spelen graag nog halen als coach, maar het is niet de primaire drijfveer voor mij. Het zijn niet míj́n Olympische Spelen. Van atleten met wie ik nu werk komen Stan Niesten en Djoao Lobles het dichtst in de buurt en ik zal alles geven wat ik in me heb, maar het zal lastig worden voor ze. Ik heb geleerd niet te denken in een atleet als een ticket to glory. Een ambitie moet beginnen bij de atleet en ik moet zorgen dat de commitment en dedication van de atleet in lijn liggen met die ambitie. En natuurlijk vakwerk afleveren op het gebied van training, coaching en omgeving. Uit mijn hoofd heb ik inmiddels drie atleten naar dat niveau mogen begeleiden: een 4×400-atlete, een Rwandese en een Belgische marathonloper. Alle drie naar Rio de Janeiro, maar ik zat trots thuis voor de TV en liet het werk over aan de staff ter plaatse.’

‘Waar ik me minder mee ga bemoeien is de organisatie van Team Distance Runners. Daar stak ik te veel in en kreeg ik te weinig voor terug. Bewust afgestoten. Ik wil me meer focussen op de dingen waar ik energie van krijg. Je kan niet alles hebben. Ik wil de atleten zelf meer verantwoordelijk maken voor de organisatie. Het moet de droom van de sporter zijn. Het is niet het doel voor mij op de Spelen te staan als coach. Coachen is mijn passie, op mijn twintigste begon ik met het vak en nu op mijn drieënvijftigste doe ik het nog steeds met net zoveel plezier.’

Foto’s: Erik van Leeuwen & Team Distance Runners

Nieuwsoverzicht

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten