Drie estafetteteams uitstekend op dreef, doek valt voor mannen 4x400m. Wat een bizarre en intense vijfde EK-dag hier in Rome. De medailles vlogen Nederland om de oren. Natuurlijk met de verwachte gouden hordenplak voor Femke Bol, maar wat te denken van zilver voor Diane van Es op de 10.000 meter en hordenbrons voor Cathelijn Peeters?
Lees hier meer over de EK atletiek in Rome, van 7 t/m 12 juni.
Femke Bol met afstand Europees beste, brons voor Cathelijn Peeters
Femke Bol won de finale over 400 meter horden in 52.49 met 1,74 seconde voorsprong op de verrassende Francaise Louise Maraval en vlak daarachter Cathelijn Peeters (54.37, nipt boven haar persoonlijk record). Bol is daarmee’s werelds beste dit seizoen en neemt het stokje weer over van wereldrecordhoudster Sydney McLaughlin. ,,Ik wilde hard weg gaan en voor mijn gevoel denk ik dat dit goed lukte”, vertelde de Europees kampioene die haar titel van München 2022 prolongeert. ,,De sfeer was echt geweldig in het stadion, heel bijzonder. En om dan over de streep te komen en Cathelijn derde te zien maakt het nog bijzonderder, dus een goede avond, en net Diane (van Es, red.) tweede, ongekend.” Over haar race. ,,Ik moet dit gewoon doen, hard weggaan, want dit is nodig richting de Spelen.”
Ze klapte ook mee bij het aanmoedigen van hoogspringer Douwe Amels. ,,Je moet ook een beetje genieten van wat je doet. Ik weet dat ik tegenwoordig best snel kan switchen, en als je iemand van Nederland kunt aanmoedigen dan doe je dat. Als ik altijd in die superfocus zit ga ik het niet meer leuk vinden. Ik weet dat het me helpt een beetje te genieten, de sfeer in mij opnemen en dan helpt het me ook op de laatste honderd meter.” Het boeit haar niet echt dat ze nu weer de snelste jaartijd heeft over genomen van McLaughlin. ,,We zijn in compleet andere plekken aan het lopen. We rennen niet tegen elkaar. Ik kan met een beste wereldtijd naar Parijs gaan maar als ze daar een wereldrecord loopt heb ik daar niks aan. Ik ga gewoon mijn eigen weg richting de Spelen, en dan zie ik haar daar en dan zien we wel wat er uit komt.”
Over haar beperkte aantal races over 400 meter horden: ,,Ik loop hier wel twee keer een estafette en bij de FBK Games ook een 400 meter, dus het is niet zo dat ik geen lactische prikkels heb. En na de Spelen heb ik nog veel races over 400 meter horden.” Het is inmiddels haar achttiende medaille op een internationaal toernooi (één meer dan Dafne Schippers en Sifan Hassan). ,,Ik wil echt niet dat het went. Het is zo iets bijzonders om een EK-medaille te halen, ik zie dat ook aan Cathelijn.”
Cathelijn Peeters kwam al veel eerder door de mixed zone. ,,Ik ben echt heel tevreden, ik dacht dit is mijn kans om een medaille te pakken, en het is pas mijn eerste individuele finale. Het zat heel dicht bij elkaar.” Over Parijs: ,,Ik sta er nu goed voor, alhoewel dit nog niet de perfecte race was, de tiende horde kon wel beter, maar dan hebben we iets om aan te werken.” In Parijs wil ze minimaal in de halve finale staan. ,,Ik weet niet of de finale realistisch is want er lopen wel heel veel mensen heel hard. In de halve finale wil ik mijn beste race ooit lopen en dan zien we wel waar we eindigen.” Op de slotdag staat er in Rome nog een 4×400 meter finale op het programma. ,,Ik weet oprecht nog niet wie er mogen morgen. Ik wil graag lopen.”
Hardloopnetwerk Nieuwsbrief: Ontvang elke maandag de hoogtepunten van afgelopen week in je mailbox
Diane van Es stunt met zilver op 10.000 meter
Een ruimere deelname was dit EK mogelijk op de 10.000 meter omdat er dit jaar geen Europacup over die afstand was. Vijf Nederlanders kwamen er aan de start, van wie Diane van Es stuntte met een zilveren medaille in een persoonlijk record van 30.57.24, kort achter de Italiaanse Nadia Battocletti die na de 5000 nu ook de dubbele afstand won. ,,Het plan was zo lang mogelijk plakken en dan aan het eind afsprinten als ik nog wat over had”, aldus Van Es. ,,Dat het zo lukt is echt bizar en voelt nog onrealistisch. Op de laatste 600 meter merkte ik dat Megan (Keith, die derde werd, red.) het wat zwaarder kreeg. Ik haalde haar in aan de binnenkant en voelde ik dat we een paar meter los waren. Ik wilde vervolgens doorzetten om tweede of eerste te worden.” Over haar huidige vorm is ze resoluut. ,,Ik wist dat ik beter in vorm ben dan toen ik vorig jaar in Schoorl het Nederland record liep, dus wist ik dat ik voor de medailles mee kon doen, maar dan moet het allemaal nog wel uitkomen.”
Ze is enthousiast over het trainen bij het Valley Running Team van Grete Koens, waar hier acht atleten op de EK staan met onder andere Maureen Koster, Mahadi Abdi Ali en Ryan Clarke. ,,Je merkte in de trainingen al dat er echt niemand de vorm miste. We staken elkaar daarbij ook aan dus dat is heel speciaal.” Dit EK is ook echt een piekmoment, geen opstapje. ,,De tweede piek staat gepland voor de Spelen.” Op de vraag hoe ze het nu ervaart zelf in de belangstelling te staan, waar tot nu toe vaak Sifan Hassan het middelpunt vormt antwoordde ze heel gevat. ,,We liepen er dan meestal snel langs, de walk of shame noemen we dat.” Jasmijn Lau werd knap zevende in een PR van 32.15.91, Silke Jonkman werd 13e en Veerle Bakker 18e. Jennifer Gulikers stapte uit.
Lees ook: Mondo Duplantis: ‘Eigenlijk ben ik gewoon een sprinter, met één polsstoktraining in de week’
Drie estafetteteams naar finale, mannen 4×400 meter niet naar Parijs
Saai wordt het nooit in een toernooi en zeker niet als er estafettes op het programma staan. Dat was ook dinsdagochtend het geval in het olympisch stadion van Rome bij de series 4×100 en 4×400 meter. Bij de mannen 4×400 werd slotloper Isaya Klein-Ikkink direct na zijn wissel met derde loper Ramsey Angela gehinderd door de derde Britse loper die in een split second daarvoor zijn stokje had gewisseld met zijn landgenoot. ,,Ik stond even helemaal stil en dat kostte me zeker 1 à 1,5 seconde”, vond Klein-Ikkink. Een protest werd ingediend maar na een aantal uur werd het bezwaar afgewezen. ‘Op videobeelden voor was voor de jury zichtbaar dat de route die Isaya had moeten nemen open lag aan de buitenkant en dat hij de verkeerde beslissing na, door naar binnen te gaan. GBR maakt geen fout, want moet ergens heen. Beslissing is niet terug te draaien, geen finale’, luidde het verdict. Het lopen van de benodigde tijd sneller dan 2.59.12 om een laatste ticket naar Parijs te bemachtigen is voor het zilveren team van olympisch Tokio daarmee definitief van de baan.
Veel beter ging het de drie andere estafetteteams af. De 4×400 meter vrouwen lieten andermaal zien dat zij op het hoogste niveau meekunnen, zelfs zonder Femke Bol en Lieke Klaver in de gelederen. Eveline Saalberg, Anne van de Wiel, Myrte van der Schoot en Lisanne de Witte finishten als derde, wat een rechtstreekse kwalificatie betekende. Cathelijn Peeters nam net als Bol ook niet deel vanwege haar 400 meter hordenfinale. Om in de gaten te houden: het Nederlands record is 3.20.72 van de gouden WK-race in Boedapest in 2023.
De mannen 4×100 meter wisselden goed en liepen overall met 38.34 zelfs de snelste tijd, waarbij onder meer de olympisch kampioenen uit Italië werden verslagen. In de finale moet voor een olympisch ticket sowieso sneller dan 38.30 worden gelopen en dan is het tot en met eind juni spannend of er geen andere landen dan de veertien al gekwalificeerde landen ergens in de wereld sneller gaan. De ploeg bestond uit Elvis Afrifa, Taymir Burnet, Xavi Mo Ajok en Nsikak Ekpo. Het Nederlands record uit 2019 is 37.91.
De vrouwen 4×100 meter deed het ook uitstekend met Nadine Visser, Marije van Hunenstijn, Minke Bisschops en Tasa Jiya. Het team finishte net na Frankrijk in een tijd van 42.35. Het Nederlands record van de EK 2016 in Amsterdam is 42.04.
De andere (bijna) finalisten op dinsdag
Tasa Jiya liep in haar finale 200 meter niet zo’n flitsende bocht als in de series maar rolde met wederom een voortreffelijk rechte stuk vanuit positie 8 toch nog drie loopsters op om uiteindelijk als vijfde te eindigen in 22.90. In de ochtend liep ze al de series 4×100 meter en dat zal op de slotdag hoogstwaarschijnlijk niet anders zijn. Douwe Amels moest zich in de finale bij het hoogspringen tevreden stellen met een elfde plek en 2,17 meter. De Italiaan Gianmarco Tamberi blijft fenomenaal presteren met 2,37 meter hoogte. Tienkamper Jeff Tesselaar had net als op dag 1 ook op dag 2 weer twee pr’s. De discus wierp hij naar 46,13 meter en de speer naar 51,05 meter. Met de winst op de afsluitende 1500 meter beleefde hij een geweldig debuut op een EK en een record puntentotaal van 8079, goed voor een twaalfde plek.
Lees ook: Jeff Tesselaar voor debuut EK senioren: ‘Kan niet wachten tot ik mijn hok uit mag’
Pauline Hondema mist net dat beetje geluk
Het zal je maar gebeuren, 6,63 meter verspringen, verreweg je beste seizoensprestatie en dan ex aequo eindigen met de nummer 12, die dankzij een betere tweede prestatie in de kwalificatie wel naar de finale gaat en jij niet. Het overkwam Pauline Hondema, die desondanks nog steeds mag hopen op Parijs omdat ze vorig jaar met 6,76 beter dan de Nederlandse limiet sprong en redelijk hoog in de ranking staat voor de 32 beschikbare plekken.
Lees ook: Marathonloopster Anne Luijten met vertrouwen naar Parijs
- Het jaar van Sifan Hassan
- De Nederlandse marathonranglijst van 2024 (mannen en vrouwen)
- Onze 42 favoriete hardloopboeken
- Verbeter je kracht en flexibiliteit: De 5 beste kuitoefeningen
- Valencia Marathon (alle uitslagen) en interview Björn Koreman