Wat als het hardlopen een tijdje niet gaat zoals gewild? Door een blessure, overtraindheid of een andere reden. Die gedachte moet ook door het hoofd van Tim Verbaandert zijn gegaan. De 23-jarige middellange afstandsloper, dit jaar goed voor 13:17 op de 5000 meter, heeft het vizier op zijn studie gericht, hoewel hij dit jaar op de atletiekbaan een flinke stap zette. Hoe is het om studie met topsport te combineren?
‘Ik wilde iets doen om op terug te kunnen vallen als m’n loopprestaties ineens tegenvallen. Iets naast het hardlopen om mezelf te ontwikkelen. Als het lopen even tegenvalt, is het fijn om er iets naast te hebben om de focus te verbreden.’ Daarom doet hij ICT aan de hogeschool Fontys in Eindhoven. Verbaandert koos de specialisatie data-analyse. Momenteel zit hij middenin zijn afstudeerstage bij hightechbedrijf ASML in Veldhoven, twee kilometer vanaf zijn huis. ‘Maandag tot en met vrijdag ben ik daar van 9 tot 5 uur. Als atleet is het jagen op limieten en plaatsen, waardoor je alles uit jezelf moet halen om er te staan. Naast het hardlopen, een enorm leuke sport, vind ik mijn carrière als ICT’er belangrijk. Dit geeft verandering, rust en ruimte zodat ik na mijn studie vrijer ben om me volledig op hardlopen te richten. Eerder dit jaar was ik twee maanden in Font Romeu en Flagstaff. Dat lukt nu niet. Maar een trainingsstage bepaald niet hoe goed je gaat lopen het volgende seizoen. In januari studeer ik als het goed is af. Ik ga er vanuit dat dat gaat lukken. In februari moet ik mijn verdediging afhebben, waarin ik m’n studie-ontwikkeling presenteer. Docenten kunnen dan nog hun vragen kwijt over de beslissingen die ik heb gemaakt. Begin februari hoop ik definitief klaar te zijn met ICT. Dan gaat de volle focus weer op topsport.’
‘Als middellange afstandsloper is het niet zo spannend om het lopen met andere activiteiten te combineren.’
Kracht na het lopen
De combinatie tussen sport en studie gaat Tim Verbaandert redelijk makkelijk af. Binnen de studie heeft hij de ondersteuning om ook voor het lopen te gaan. In Eindhoven heeft hij een topsportstatus. Daarnaast heeft hij groepsopdrachten, geen toetsen. ‘Binnen mijn studie werken we met tien man aan een opdracht. Als iemand uitvalt, is dat ook geen probleem. Verder is het veelal zelfstudie, dus goed te combineren met het hardlopen. Ik loop 9 tot 10 keer per week, maximaal 170 kilometer. Ik heb elke week een looprustdag, vaak vrijdag. Daarnaast doe ik twee keer kracht. Dat kan ik gewoon thuis doen, waar ik een soort homegym heb. Ook heb ik een hoogtetent, dus daarmee kan ik een trainingsstage qua hoogte nabootsen.’
‘Op een maandag op stage sta ik ongeveer om zeven uur op. Vervolgens loop ik 30 tot 45 minuten los. Een rustige duurloop doe ik op gevoel, tussen de 4:10 en 4:30 per kilometer. Langzamer dan 4:30 loop ik nooit. Iets voor negen begin ik meestal bij ASML. In plaats van ’s ochtends of ’s avonds doe ik rond lunchtijd soms een loopje. Na de stage doe ik vaak samen met m’n broertje een duurloop. Daarna volgt soms nog kracht. De meningen zijn er over verdeeld, maar wij gaan ervanuit dat duur en kracht in die volgorde de totale winst zo groot mogelijk maken. Ik heb een minor gedaan in kracht-conditie. Door in die literatuur te duiken, kon ik ook mijn eigen lopen verbeteren. Sinds de zomer doe ik ”echte” kracht: voorslaan, squat en deadlift om meer power te krijgen. De kracht die ik train gebruik ik om efficiënter te kunnen lopen.’ Naast studie en sport ziet de hardloper geen tijd en noodzakelijkheid om een bijbaantje te hebben. ‘Ik had een krantenwijk, maar nu ik sinds een jaar onder contract sta bij PUMA heb ik die niet meer nodig.’
Lopen op gevoel
Tims broertje werd al even genoemd: Luuk (21). Beiden trainden vrij veel, lopen veel samen en zijn daardoor redelijk dezelfde lopers. Al jaren trainen ze onder hoede van vader Ton en sinds 2021 ook bij oud-bondscoach Carel van Nisselroy. ‘Zij kijken naar trainingsliteratuur, ik geef feedback’, gaat Tim verder. ‘Luuk en ik motiveren elkaar om te gaan lopen. Het is fijn om iemand te hebben die dezelfde training doet, ook al wisselt de intensiteit. Ik doe er elke week een stapje bij, wel afhankelijk van hoe m’n stressniveau wat betreft studie is. Nu doe ik veel aerobe trainingen en houd ik het rustig.’
‘Gevoel is belangrijk voor mij, net als trainen in zones. Hartslag is heel variabel met waar je loopt, daar let ik wat minder op. Achteraf gebruiken we het wel waar nodig.’ Hoewel vader en trainer Ton en atleet Tim onder één dak wonen, vindt hij die combinatie niet moeilijk. ‘Ik vind alles aan m’n vader-trainerrol wel een voorbeeld. ‘We zijn allebei gegroeid: ik als atleet, hij als trainer. Samen hebben we de beste mix gevonden. Onze band is gewoon beter geworden. Het doel is samen de Spelen halen.’ Bij thuisclub Eindhoven Atletiek werken de Verbaanderts hun baantrainingen af, samen met trainingsgenoot Jens Peeters. Thuis in Veldhoven koerst Tim vaak op het bos af voor zijn rustige loopjes, zo’n twee kilometer verderop. ‘Ook zijn er bij mij in de buurt genoeg asfaltrondjes voor tempotrainingen. Fietspad en bos varieer ik, maar mijn voorkeur gaat naar bos. Ik heb vaste rondes, weet van tevoren waar ik uitkom. Op nieuwe plekken loop ik nog weleens zomaar een kant op. Thuis kijk ik naar hoe de training uitgevoerd moet worden en denk ik weinig na. Als ik met Luuk loop, dan praat ik over van alles en nog wat. Alleen loop ik met muziek, dan kom ik echt tot rust.’
Eerste de beste
Wie denkt dat Tim Verbaandert geen noemenswaardig outdoorseizoen achter de rug heeft, heeft het mis. Hij liep 3:38.24 op de 1500 meter, pakte op die afstand NK-zilver en behaalde op de 5000 meter de vierde plaats. Maar zijn beste wedstrijd (ooit zelfs) was de 13:17.67 in Oordegem, waarmee hij de derde Nederlandse man ooit werd op de 5000 meter. En dat in mei, tijdens z’n eerste outdoorrace van het seizoen. ‘Ik was die dag best zenuwachtig. Ik kwam van een zesde plaats op de 3000 meter tijdens de EK indoor en had twee maanden trainingsstage achter de rug. Het was tijd om weer te presteren. De IFAM in Oordegem verliep enorm goed, want m’n doel was onder de 13:20 minuten lopen. Helaas kon ik daarna niet meer aan dat niveau komen. Het was ook een grote teleurstelling dat ik dit jaar het WK niet haalde. Ik deed er alles aan om de goede wedstrijden te vinden, om me via de wereldranglijst te plaatsen. Maar iedereen wil in de grote internationale wedstrijden lopen, waar de punten kunnen worden verdiend.
Na Oordegem liep ik in Parijs met 35 man in een serie, drie en vier man breed op een zesbaansbaan. Dat was niet te doen. Ik heb vrij veel wedstrijden gelopen. Ik had een plan, maar je bent heel afhankelijk van wie waar loopt. Oordegem was dé wedstrijd dit outdoorseizoen. Dat ik daar derde Nederlander allertijden werd, leefde echt bij mij. Daarna heb ik dat lekkere wedstrijdgevoel niet meer gevonden.’ Als we hem de keuze tussen baan en weg voorleggen, is de drievoudig Nederlands indoorkampioen duidelijk. ‘Mijn voorkeur gaat uit naar baan. Daar ben ik veel beter in.’ Voor zijn focus weer terug ging naar studie, nam Verbaandert deel aan het WK op de weg. Een 5 kilometer tijdens een vuurdoop van World Athletics door de Letse hoofdstad Riga. Die wedstrijd verliep voor hem ”erg slecht”. Resultaat: 14:12 en plaats 36. ‘Ik had er alles aan gedaan om daar te kunnen lopen. Helaas was ik ziek voor de wedstrijd, maar zo’n WK op de weg is zeker voor herhaling vatbaar. Het wedstrijdtype is heel anders dan op de baan, waar het veel meer om tijd gaat.’
Dit is de favoriete wedstrijdschoen van Tim
Geen Glasgow, wel Rome & Parijs?
Door zijn 13:17 op de 5000 meter heeft Verbaandert de internationale eis voor kwalificatie voor de EK atletiek in juni (13:20.00) al op zak. Echter is het afwachten op de Nederlandse eis en of hij uiteindelijk in Rome kan aantreden, want voor deelname moet hij bij de beste drie Nederlanders zitten. Hoewel hij nu de nummer twee is, gaat hij in het voorjaar op jacht naar een snellere tijd. Want zijn hoofddoel voor 2024 is nog wel wat groter. ‘Op de 5000 meter moet het gaan gebeuren. Ik mik op een tijd van 13:05. Dan plaats ik mij voor de Olympische Spelen in Parijs. Realistischer zie ik plaatsing via de ranking, maar als ik de limiet van 13:05.00 kan lopen, ga ik dat zeker doen. Dat is nu nog ver weg. Ik richt mij eerst op een blessurevrije opbouw en ga dan een sterk bezette wedstrijd uitkiezen voor een limietpoging.
Naast de 5000 meter wil ik volgend jaar mijn minder goede 1500 meter verbeteren. Ik heb namelijk nog geen hele goede gelopen. De WK indoor in maart ga ik laten schieten. Dan wil ik alweer opbouwen naar de wedstrijden in de buitenlucht. Of ik de NK indoor in februari ga lopen, weet ik nog niet. Leuk om te lopen, maar als het nadelig is voor mijn weg naar Parijs, dan loop ik die niet. Ik wil een indoorseizoen doen om goede punten te verzamelen voor mijn 5000-meterranking. Dat is het doel en op basis daarvan kiezen mijn vader en ik in overleg met mijn manager voor goede wedstrijden voor mijn eerste profseizoen. Eerst wacht Tim Verbaandert nog de Montferlandrun in ‘s-Heerenberg, 15 kilometer op zondag 3 december. Verder staat zijn winterkalender nog leeg. ‘Dat is afhankelijk van hoe de afronding van mijn stage verloopt. Vanaf februari hoop ik mij optimaal voor te bereiden op het baanseizoen 2024.’
Allereerst dus nog het vizier op het afstuderen. Als tip geeft Verbaandert ten slotte vooral dat je zelf moet uitvinden welke verhouding tussen sport, werk en/of studie voor jou werkt. ‘Keuzes maken in wat jij het belangrijkste vindt. Probeer je bezigheden in het leven zo goed mogelijk te combineren. Ik ben niet zo van plannen. Ik leef in het moment. Ik kijk een dag voor de desbetreffende dag wanneer ik kan lopen. Als middellange afstandsloper kun je prima andere activiteiten naast het lopen hebben. Ik heb geleerd om te denken aan wat je zelf belangrijk vindt.’
Foto’s: Erik van Leeuwen & eigen bezit
- De favoriete alternatieve trainingen van Niels Esmeijer
- Deze 10-kilometerwedstrijden mag je niet missen deze winter
- Rising Star: Jochem Wiersma
- Kiplimo verpulvert eigen wereldrecord in Zevenheuvelenloop
- Doe de test: welke supplementen kunnen jou helpen?