Het Nederlandse 400-meterteam verblijft momenteel in Potchefstroom, Zuid-Afrika. Maar waarom vindt uitgerekend daar het voorbereidingstraject op 2023 plaats? Eveline Saalberg, Europees kampioene 4×400 meter, neemt ons mee in haar stage. Ook kijkt ze vast met een schuin oog naar het indoorseizoen.
Minder luchtweerstand
‘We verblijven sinds 20 november in Potchefstroom. De meeste atleten, waaronder ik, verblijven hier drie weken. Komende zondag vertrekken we Sommigen blijven nog een weekje langer. Over het algemeen zijn we hier met de 400-metergroep, maar een paar hebben ervoor gekozen om thuis te blijven trainen. Nadine Visser (nieuw lid van het team onder leiding van Laurent Meuwly, red.) is mee voor het korte hordelopen. Verdere Nederlandse atleten hier zijn Jochem Dobber, Nick Smidt, Lieke Klaver, Isayah Boers, Liemarvin Bonevacia, Femke Bol, Andrea Bouma, Nadine Visser, Ramsey Angela, Taymir Burnet en Laura de Witte. We trainen veel met buitenlandse atleten. We leren sowieso veel van elkaar en je hebt ook veel aan elkaar tijdens de trainingen. Thuis loop ik sommige trainingen alleen, omdat niemand hetzelfde tempo moet als ik, maar nu we met meer atleten zijn heb ik hier meerdere loopmaatjes. Ik ben voor de derde keer in Potchefstroom. Het is een fijne plek vanwege verschillende redenen. Ten eerste is het hier lekker warm. Waar het in Nederland nu winter begint te worden, wordt het hier juist zomer. Die hogere temperaturen zijn goed voor je spieren. Verder ligt Potchefstoom op 1340 meter hoogte. Dit zorgt ervoor dat je meer rode bloedcellen aanmaakt, wat goed is voor je uithoudingsvermogen. Ook zorgt de wat ijlere lucht voor minder luchtweerstand, wat dan weer goed is voor je snelheid. Wat daarnaast ook een groot voordeel is, is dat het tijdsverschil met Nederland slechts één uur is, waardoor je geen last hebt van een jetlag. Tot slot zijn de faciliteiten hier erg goed. We hebben de keuze uit een grasbaan én een tartanbaan. Ook is er hier een ruime gym met sauna en ijsbad en we verblijven in een prachtig guesthouse, waar we goed tot rust kunnen komen.’
Duurvermogen
‘Elke ochtend om stipt 8 uur is het ontbijt. Nu ben ik echt geen ochtendmens, dus het komt wel eens voor dat ik ‘per ongeluk’ een beetje later ben. Rond 10.00 uur is de eerste training. Daarna, om 13.00 uur, hebben we lunch met brood, salade, een warme maaltijd en heel veel fruit. In de middag hebben we of krachttraining/circuit of rust. Op een rustmiddag gaan we naar de fysio en kan je doen waar je zelf zin in hebt. Vaak komt dat neer op slapen en serie kijken, maar we gaan ook wel eens naar de mall of een koffietentje. Verder doe ik af en toe wat aan zelfstudie en houd ik in een boekje bij hoe mijn trainingen gingen. Om 19.30 uur wordt het avondeten geserveerd. Dit is vaak erg uitgebreid, met groenten uit eigen tuin en vers vlees. Daarna doen we soms nog een spelletje met een kop thee en dan is het alweer bijna bedtijd. De trainingen zijn erg gevarieerd. We trainen hier negen per week: snelheid, acceleratie, wedstrijdtempo, heuveltraining, circuit, twee keer uithouding en twee keer kracht. De nadruk ligt nog wel op omvang trainen, dus met name duurvermogen, maar we zitten al wel dusver in de voorbereidingen dat we ook weer op spikes topsnelheid trainen.’
Looptechniek
‘Mijn minst sterke punten zijn mijn kracht en mijn acceleratie. Die twee hangen ook wel samen. Hoe sterker ik word, hoe beter mijn acceleratie gaat. Aan het begin van dit winterseizoen heeft Bram Peters (bondscoach van het team, red.) ook tegen mij gezegd dat voor nu de krachttrainingen het allerbelangrijkst voor me zijn. En ik merk nu ook dat het al begint te werken. Qua looptechniek focus ik nu op mijn armen. Zoals sommigen wellicht hebben gezien gaan die bij mij nogal naar de zijkant, terwijl het beter zou zijn om ze mee te nemen in de looprichting. Het helpt mij om te kijken naar de loopstijl en techniek van anderen. Ik merk ook dat het nuttig is om te kijken hoe anderen de oefeningen doen. De zwaarste training vind ik denk ik het circuit, hoewel de heuvelsessies ook wel echt pittig kunnen zijn. Het lastige aan de circuittraining is vooral dat we in de ochtend al getraind hebben en dat we dan in de middag nog een keer helemaal verzuren. Eén van de zwaarste dagen, maar wel super goed voor de 400 meter! De leukste training vind ik de ‘race pace’ trainingen. Daarbij probeer je zo dicht mogelijk bij jouw optimale wedstrijdsnelheid te lopen. Ik vind het heerlijk om zo hard te lopen, met toch een tikkeltje ontspanning. Plus we maken er altijd een soort wedstrijdje van, wie het meest constant zijn tijden loopt. Dat maakt het extra leuk.’
EK Indoor
Terug in Nederland volgen Eveline Saalberg en haar team dezelfde weekopbouw, maar dan staan er meer trainingen in sportcentrum Omnisport Apeldoorn op het programma. De heuveltraining wordt vervangen voor tempo’s op de baan. Ook dit jaar weekt Saalberg een indoorseizoen af. ‘Ik vind indoor altijd leuk om het resultaat te zien van je zware wintertrainingen en je kan goed bekijken waar je nog aandacht aan moet besteden voor het outdoorseizoen.’ Haar volledige wedstrijdplanning is nog niet bekend. Ze loopt sowieso in het Franse Metz (11 februari) en heeft het weekend erop de NK (18-19 februari) gepland. ‘Ik hoop natuurlijk geselecteerd te worden voor de EK in Istanboel (2-5 maart), waar titelprolongatie met de estafette een doel is! Daarnaast hoop ik me individueel te kwalificeren. Dat zou mijn eerste individuele internationale toernooi zijn.’
- Tom de Gelder in triatlontransitie: ‘Ik dacht: waarom zou ik het niet combineren?’
- Nederlandse titels halve marathon voor Frank Futselaar en Maureen Koster
- Frank Futselaar hongerig naar NK halve marathon: ‘Planning loopt tot hier’
- Review: Brooks Hyperion Max 2
- De Nederlandse marathonranglijst van 2024 (mannen en vrouwen)