Van de 500 meter tot de marathon: weinig is op ijzers te gek voor Marijke Groenewoud. Bij de eerste wereldbeker van het seizoen was de schaatsster afgelopen weekend goed voor twee gouden medailles: op de ploegenachtervolging en de massastart. Als opwarmertje maakt de drievoudig wereldkampioene deze wedstrijdperiode gebruik van enkele ochtendloopjes. In hoeverre vindt ze de inspanningen op het ijs vergelijkbaar met die op de weg?
DVE’tje
‘We zijn niet bijna-hardlopers’, wil Marijke Groenewoud onze snel gemaakte vergelijking tussen hardlopen en schaatsen verhelderen. Binnen schaatsend Nederland heeft haar team Albert Heijn/Zaanlander relatief veel loopwerk geïmplementeerd in het trainingsschema. Al komt dat deze maanden, met volop wedstrijden in het weekend, maar op op twee of drie keer per week neer. ‘We lopen niet superveel. Een half uurtje ongeveer, voor het ontbijt. Een DVE’tje, zo noemen wij het, een duurloop voor eten. Verder doen we voor een schaatstraining vaak twee rondjes lopend om de ijsbaan. We lopen het hele jaar door wel hard. Nou ja, we noemen het wel hardlopen. Als ik mijn tempo soms vergelijk met anderen, dan valt het wel een beetje mee’, glimlacht ze. Op Strava zien we enkele loopactiviteiten van Groenewoud, maar het is fietsen dat de boventoon voert. ‘Ik zet niet alles openbaar’, bekent ze. Maar het is leuk om je activiteiten te delen en concurrenten een beetje te volgen.’
Gevoel
‘Ik heb niet echt één favoriete training’, want Groenewoud houdt haar tempo bewust laag, om wat los te lopen. Vaak één tempo, ongeveer 5:45 minuut per kilometer. ‘Het hoeft niet hard te gaan. Als het maar mooi gaat’, lacht ze. ‘We trainen veel op vermogen en met hartslagband, maar hardlopen doe ik altijd op gevoel. Ik zie wel wat eruit komt. Ik loop graag in een tight en een dun regenjack van Nike. Met fietsen doe ik met name op hoogte een hartslagband om. Mijn Garminhorloge heb ik altijd bij me. De HOKA Mach X 2 is mijn favoriete schoen. Ik zag deze zomer dat ze net uit waren en was vorig jaar aan Hoka begonnen. Dus ik dacht: die moet ik hebben. Er zit een hele zachte zool onder, maar bij je voet is het wat steviger. Een podcast luister ik eigenlijk nooit tijdens het sporten. Ik geniet graag van de natuur, lekker die wind door je oren. Ik loop het liefst een rondje om Grou in Friesland, waar ik woon. Dan loop je een heel stuk langs het water, over het fietspad. ’s Zomers kan ik best wat bootjes kijken. In het buitenland, rondom een wedstrijd of training, doe ik vaak een heen en weertje, om niet te verdwalen.’
Lees ook: Hoe looptraining het zomerprogramma van schaatsteam IKO versterkt
Stampen
‘Nog steeds zie je hardlopen binnen het schaatspeloton nog niet superveel’, vertelt de 25-jarige allroundster. ‘Als het regent, zie ik dat schaatsers van een fietstraining een looptraining maken. Dat is een mooi alternatief voor het dagelijkse trappen, dat we één tot twee uur per keer doen. ‘Ik heb geen flauw idee’, antwoordt ze eerlijk, ‘hoe het lopen op technisch vlak helpt. De spieren worden er niet per se losser door. Ik vind het wel lekker, zo’n half uurtje, zeker bij slecht weer. Maar de liefde zit bij mij echt meer in het inlineskaten en schaatsen.’ Of ze advies krijgt op looptechnisch vlak? ‘Eigenlijk niet. Ik loop vaak alleen. Af en toe met mijn vriend. Hij wil vaak iets harder. Dan zegt hij tegen mij: niet zo stampen. Maar van mij hoeft die techniek nu niet verbeterd te worden. Als ik na mijn schaatscarrière een halve of hele marathon wil lopen, is het wel weer handig.’
Lees ook: De loopliefde van wielrenster Demi Vollering: ‘Het werkte aanstekelijk’
2030
Steeds meer schaatsers wagen zich na hun carrière aan een wegmarathon. Zo volbrachten Wouter olde Heuvel, Erben Wennemars en Sven Kramer in oktober in Amsterdam de klassieke afstand. Daar kan Groenewoud zich, al dan niet nu, wel iets bij voorstellen. ‘Ik moet er nu niet aan denken. Ik zie heel veel gestopte sporters die gaan lopen. Benieuwd of dat bij mij ook gaat gebeuren. Liever op de weg dan op de trails. Ik vind het leuk de samenvatting van marathons terug te kijken. Zoals in New York, toen Abdi Nageeye won. Zij lopen twee uur, dat lijkt me nog wel lekker. Maar als ik de marathon ga lopen, gaat het meer dan het dubbele zijn waarschijnlijk. Ik hoop na mijn schaatsen een sportief doel te hebben. Een halve marathon bijvoorbeeld. De Amsterdam Marathon zou ik ooit wel willen lopen. Maar niet voor 2030.’ Dat jaar zou ze haar derde Winterspelen kunnen meedoen, in de Franse Alpen. ‘Daar wil ik nog wel voor gaan.’
1500 meter
Eerst wachten haar nog diverse titelkansen op het ijs, met de WK afstanden (13 tot en met 16 maart) in het Noorse Hamar als echte piekmoment. Daarvoor wil ze zich nog meer laten zien in de wereldbeker, die 29 en 30 november en 1 december verdergaat in Beijing. Dan volgt nog het NK allround (28 en 29 december), als opstapje naar het EK allround (10 tot en met 12 maart). Beiden vinden plaats in Thialf, de beste ijsbaan ter wereld in de ogen van Groenewoud. ‘De wereldtitel is het belangrijkst. Het liefst op de 1500 meter, de koninginnenafstand. Snelheid en duurvermogen komen daarin mooi samen. Hij is heel moeilijk om goed te rijden. Ik zal mijn persoonlijk record moeten verbeteren en hoop op een tijd in de 1 minuut en 52 seconden. Maar Europees kampioen worden in een vol Thialf, dat is ook wel gaaf.’
Foto’s: Vincent Riemersma
- Schaatsster Marijke Groenewoud: ‘Ik zou de Amsterdam Marathon wel willen lopen’
- Belangrijkste uitslagen & interviews Warandeloop 2024
- Onze 42 favoriete hardloopboeken
- Race to Adizero is back
- Deze 10-kilometerwedstrijden mag je niet missen deze winter