In het Limburgse Heuvelland werd zondag de Koning van Spanje Trail gelopen, inmiddels een klassieker voor trailrunners.
Een stuk vlaai en een speciaalbiertje van de plaatselijke brouwer wacht de deelnemers na de finishlijn in Gulpen. Het biertje wordt Diederick Calkoen (24) uit handen genomen door de organisatie, water is nu beter. Een week geleden liep hij in de Ardennen nog naar de vijfde plaats in La Bouillonnante, een internationale topwedstrijd over 55 kilometer. En van die inspanning blijken deze zondag een kuit en een kniepees nog nauwelijks hersteld. Ondanks de lichte fysieke malheur eindigt Calkoen als tweede op de langste afstand van de Koning van Spanje, de oudste trailrun van Nederland die is vernoemd naar de finishlocatie in Gulpen, een heuvel die door de Spaanse koning in de Tachtigjarige Oorlog werd bezet. Hij doet 3.03.42 uur over de 43 kilometer, inclusief 1.250 hoogtemeters. Daarmee is hij een minuut langzamer dan Zac Freudenburg, een Nederlands-Amerikaanse veertiger.
Maar voor trailrunners is de eindtijd van ondergeschikt belang, omdat parcours en afstand per keer verschillen. Het gaat ze niet om persoonlijke records, zoals bij hardlopers die bij wedstrijden op de weg aan de start staan met „de buik tegen het lintje”. Bij trailrunning ben je elkaars concurrent maar ook elkaars steun, zegt Marc Weening. „Als iemand onderuitgaat of in de problemen komt, stop je om te helpen. Onderweg kom je op plekken waar je niemand voor je of achter je ziet, dus ben je op elkaar aangewezen.”
Lees verder op de website van het NRC.
Foto: Max Kooijmans