Voorspelling WK Atletiek: Geen vier maar tien medailles voor Oranje

De Atletiekunie mikt op vier medailles en een top 8-notering op de medaillespiegel. Dat laatste is normaliter niet mogelijk met vier bronzen medailles, dus moet het toch vooral goud zijn wat er blinkt. Eric Roeske zocht voor ons uit waar die vier medailles kunnen worden veroverd en constateert dat een kwartet medailles wel een erg pessimistische prognose is. Hij denkt dat er minimaal tien plakken en misschien wel meer kunnen worden gewonnen door Oranje. Je leest hieronder hoe dat kan gebeuren. Per vakgroep passeren de belangrijkste deelnemers de revue.

Hoeveel medailles denk jij dat TeamNL binnensleept? Laat je voorspelling hier achter en maak kans op een paar hardloopschoenen naar keuze!

De 20e editie van de WK Atletiek brengt meer dan 2000 atleten uit meer dan 200 landen samen in Tokio. Deze stad is na 1991 voor de tweede keer gaststad van dit toernooi. Gedurende negen dagen staan 49 onderdelen op het programma, waarbij in totaal dus 147 medailles zijn te winnen. 53 Nederlanders komen in actie.

Sprint, Horden en Estafettes: Femke Bol prolongeert WK-titel

100 en 200 meter

Xavi Mo-Ajok (100, 200 en 4x100m) is dé sensatie op de 100 en 200 meter dit seizoen. Hij schurkt inmiddels aan tegen de magische grens van 10 en 20 seconden: 10.09 en 20.01. Mo-Ajok focust zich in Tokio op de 200 meter en de estafette. Als hij de finale op de 200 meter haalt gaat een droom voor hem in vervulling. Elvis Afrifa en Taymir Burnet (beiden 100 en 4×100 meter) zijn ongeveer even snel op de 100 meter als Xavi en starten op dit koningsnummer. Het behalen van een halve finaleplaats is voor hen normaliter het hoogst haalbare. Bij de vrouwen is Minke Bisschops (200 en 4×100 meter) definitief doorgebroken. Met haar 11.05 en 22.39 op de 100 en 200 meter is ze al sneller dan Nelli Cooman ooit. Om ook te kunnen excelleren op de estafette doet ze net als Mo-Ajok individueel alleen de 200 meter. Een finaleplaats zou een daverende verrassing zijn. Marije van Hunenstijn loopt eveneens de 200 meter, een prachtige beloning voor haar toewijding waarmee ze al bijna tien jaar aan de top staat.

400 meter

Wat goed is komt snel. Jonas Phijffers liep dit seizoen al vier keer in de 44 seconden, een tijd die alleen Liemarvin Bonevacia daarvoor ooit lukte in 2015, 2021, 2023 en 2024. De pas 22-jarige Phijffers weet inmiddels wat winnen is (bij de FBK Games, de NK en in Bergen als Europees kampioen onder 23 jaar). Voor een finaleplaats in Tokio moet hij waarschijnlijk in de halve finale het Nederlands record van Bonevacia (44.48 uit 2021) verbreken. Feitelijk zit hij daar met zijn persoonlijk record van 44.71 niet eens zo heel ver vandaan, dus zeg nooit nooit. Eugene Omalla en Isaya Klein Ikkink komen ook uit op de 400 meter en zullen alles op alles zetten om hun PR’s van 45.04 en 45.28 te verbreken. Lieke Klaver wil zich revancheren voor de Spelen van Parijs, waar ze de finale miste. Ze weet als geen ander daarvoor onder de 50 seconden te moeten lopen, iets wat haar dit seizoen nog niet lukte. Ze heeft echter meermalen aangetoond op toernooien te kunnen schitteren dus die 49-er zit er dik in. Eveline Saalberg en Myrte van der Schoot starten eveneens op de 400 meter. Zij zullen vooral jagen op PR’s (50.95 en 51.62).

Bekijk hier: Alles over WK Atletiek Tokio (tijdschema, geselecteerden)

100/110 en 400 meter horden

Job Geerds is dit seizoen doorgebroken op de korte (110 meter) horden met zijn tijd van 13.22. Het Nederlands record van Robin Korving uit 1999 is 13.15. Wie weet gaat het hem lukken dat te verbreken. Nadine Visser miste net een medaille in Parijs, behaalde plakken in overvloed op de 60 meter indoor en was nog nooit zo goed als nu. Met haar nieuwe record van 12.28 hoort ze bij de favorieten. Lastig is het dat er juist op haar 100 meter horden meer dan een handvol topfavorieten zijn. Als alles helemaal klopt wint ze in Tokio een individuele plak, ik denk zilver. Maayke Tjin A-Lim maakt goede kans sneller dan ooit (12.66) te lopen. De minst moeilijke prognose van de hele WK is voor mij die op de 400 meter horden vrouwen. Femke Bol verliest alleen eens in de paar jaar van de Amerikaanse wereldrecordhoudster Sydney McLaughlin-Levrone, die dit WK weer niet meedoet op deze discipline. Dus goud voor Bol als er geen hele gekke dingen gebeuren.

Estafettes 4×100 en 4×400 meter

Dit zijn de moeilijkste categorieën. Vooraf weten we niet wie er aantreden op de vijf disciplines, en dat geldt natuurlijk helemaal voor de andere landen. Toch ga ik me op glad ijs begeven. Eén ding lijkt zeker: Femke Bol doet niet mee aan de 4×100 meter (let wel, ze liep dit jaar op de 200 meter 22.84). De mannen 4×100 meter hebben eind juni tijdens de EK voor Landenteams in Madrid met een tijd van 37.87 laten zien zich te kunnen meten met de wereldtop. Sindsdien zijn Mo-Ajok, Afrifa, Burnet en Nsikak Ekpo alleen maar sneller geworden. Samen met de net op tijd herstelde Raphael Bouju (10.18 afgelopen week) zijn ze een geduchte concurrent voor Jamaica, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Japan. Ik gok op brons, dat lukte in 2003 immers ook.

Het olympisch zilver op de 4×400 meter mannen in Tokio in 2021 was een uniek moment. De mannen zijn op papier gemiddeld zelfs sneller dan toen, maar dat zijn vele andere landen ook, de Verenigde Staten, Botswana, België en Zuid-Afrika om er een paar te noemen. Maar de wonderen zijn de wereld nog niet uit natuurlijk.

Net als de mannen excelleerden de vrouwen 4×100 meter in Madrid met een Nederlands record, en dat in een gelegenheidsopstelling van Visser, Klaver, Bisschops en Van Hunenstijn. Hun 42.02 is de derde tijd van het jaar na de Britten en de Amerikanen. Ik denk dat het team in deze samenstelling meer kans heeft op eremetaal dan de 4×400 meter vrouwen. Daartoe moet dan wel de keuze gemaakt worden dat Klaver in de finale de 4×100 loopt. Geen makkelijk besluit, want een half uur ervoor is de finale van de 4×400. Ik gok dat de keuze voor Lieke valt op de 4×100 meter en roep zilver. En ja, natuurlijk is de 4×100 meter risicovoller dan de 4×400, maar dat geldt zeker ook voor de andere landen.

Op de 4×400 meter voor vrouwen ontbreekt de geblesseerde Cathelijn Peeters, maar natuurlijk kan een team met Bol, Klaver, Saalberg en Van der Schoot en de ervaren Lisanne de Witte zoals vaker weer in de prijzen lopen. De Verenigde Staten zijn favoriet, Spanje is sterk en dat zijn de Britten en België ook. Dit keer denk ik vanwege mijn keuze voor Lieke op de 4×100 meter dat het dit jaar net niet lukt een medaille te veroveren.

Gelukkig is daar de 4×400 meter gemengde estafette nog, met series en finale op de allereerste WK-dag. Met de snelsten Phijffers, Omalla, Bol en Klaver kan Nederland weer hoge ogen gooien, net als tijdens de Spelen in Parijs, waar alleen Phijffers de nieuwkomer is. Goud is mijn gewaagde gok.

In dit overzicht niet zichtbaar, maar natuurlijk zijn er nog tal van reservelopers beschikbaar op alle estafettes, tien zelfs in totaal die hier niet genoemd zijn.

MiLa: Niels Laros goudhaantje

Maar liefst tien Nederlandse deelnemers dit WK op de 800, 1500, 5000 en 3000 meter steeplechase. Op de 800 meter is Samuel Chapple na zijn indoor-zegetocht helemaal in topvorm en kan hij ver komen, wie weet wel tot in de finale. Ryan Clarke kwam in augustus ook steeds beter in vorm. Op de 1500 meter moet het gaan gebeuren. Niels Laros liep drie Diamond Leaguewedstrijden en won ze allemaal. In Eugene, Brussel en Zürich versloeg hij de wereldtop en daarmee is hij voor mij de favoriet voor goud, ook al doet Jakob Ingebrigtsen zonder wedstrijdritme deze zomer toch weer mee. Stefan Nillessen kan net als in Parijs ook nu zomaar weer de finale halen.

Amina Maatoug en Marissa Damink-Van der Meijden mogen op basis van hun ranking meedoen, ze behoren immers bij de gekwalificeerde 56. Met het halen van de halve finale zou hun WK meer dan geslaagd zijn. Ook op de 5000 meter starten vier Nederlanders. Laros waagt zich als toetje na de 1500 meter ook aan de 5000. Met zijn splijtende eindsprint kan hij hier ook winnen, maar de concurrentie is moordend. Mike Foppen is recordhouder en zit met zijn PR van 13.02.43 vlakbij de magische grens van 13 minuten. Maureen Koster en Diane van Es kunnen ver komen op hun 5000 meter, Koster (uit 1992) is beter dan ooit. Veerle Bakker is de steepleloopster en verbrak dit jaar het Nederlands record. Door haar toewijding staat ze op de WK, chapeau!

Springen: Menno Vloon was nog nooit zo goed

Na zijn Europees indoorgoud polsstokhoogspringen presteerde Menno Vloon ook outdoor meer dan uitstekend en stond hij dikwijls op het podium. Na de ongenaakbare Mondo Duplantis en misschien ook wel de Griek Emmanouil Karalis kan hij zomaar brons veroveren. Ik heb er vertrouwen in. Pauline Hondema zal bij het verspringen alle zeilen bijzetten om zich te plaatsen voor de finale. Alles moet meezitten maar het kan zeker lukken. Britt Weerman is er gewoon weer bij na haar excellente EK Indoor van Istanbul in 2023 waar ze zilver veroverde bij het hoogspringen. Wie weet kan ze net als toen weer verrassen met een finaleplaats.

Werpen: Jessica Schilder en Jorinde van Klinken in de prijzen

Zes werpers gaan we zien in Tokio. Shaquille Emanuelson verbrak in het Amerikaanse werpparadijs Ramona het Nederlands record discuswerpen, Ruben Rolvink schat ik kwalitatief vrijwel even hoog in. Een finaleplaats zou geweldig zijn voor hen. Hetzelfde geldt voor kogelslingeraar Denzel Comenentia, die constanter slingert dan ooit. Voor de prijzen moeten we naar de vrouwen. Jessica Schilder is het hele seizoen al wereldtop kogelstoten en Jorinde van Klinken is dat bij het discuswerpen. Schilder wint zilver, Van Klinken brons. Alida van Daalen kan bij het discuswerpen de finale halen.

Meerkamp: Sofie Dokter op het podium

Sven Roosen testte zich de afgelopen weken op veel disciplines en kan op de tienkamp dichtbij het podium komen. Sofie Dokter gaat dat met brons daadwerkelijk lukken op de zevenkamp. Emma Oosterwegel komt daarbij ook in de buurt. In olympisch Tokio 2021 won ze brons.

Marathon: Zonder Abdi Nageeye en Sifan Hassen geen prijzen

Tom Hendrikse, Anne Luijten en Marcella Herzog gaan in de verwachte hitte van Tokio de marathon lopen. Vast staat dat het een epische maar ook zware wedstrijd wordt. Sifan Hassan won afgelopen weekend de Sydney marathon en Abdi Nageeye verdedigt zijn winst in New York begin november. Beiden ontbreken daarom dit WK.

De balans opgemaakt: Nederland wint tien medailles waarvan drie gouden

Als ik de balans opmaak kom ik tot de volgende medailles:

3 x goud
3 x zilver
4 x brons

100 meter horden: Nadine Visser zilver
400 meter horden: Femke Bol goud
4×100 meter mannen: Nederland brons
4 x 100 meter vrouwen: Nederland zilver
4 x 400 meter mixed: Nederland goud
1500 meter: Niels Laros goud
Polsstokhoogspringen: Menno Vloon brons
Kogelstoten: Jessica Schilder zilver
Discuswerpen: Jorinde van Klinken brons
Zevenkamp: Sofie Dokter brons

Vanzelfsprekend is dit zoals gebruikelijk allemaal koffiedik kijken en door een oranje zonnebril bekeken. Maar zelfs als er meerdere medailles hierboven niet behaald worden kunnen er altijd nog meevallers zijn. Wat bijvoorbeeld te denken van het ‘toetje’ voor Niels Laros op de 5000 meter, bewezen plakkenpakkers Samuel Chapple op de 800 en Stefan Nillessen op de 1500 meter, de al zeer succesvolle 4×400 meter teams bij de mannen en vrouwen en natuurlijk kan ook Sven Roosen zomaar een plak winnen.

Foto’s: Erik van Leeuwen, Dan Vernon & Diamond League AG

De Hardloopnetwerk nieuwsbrief lezen? Ontvang elke maandag de hoogtepunten van afgelopen week in je mailbox.