Het atletiektoernooi keert komende week terug in Rome. Na de Olympische Spelen van 1960, de Europese kampioenschappen in 1974 en de wereldkampioenschappen van 1987 staat Rome van 5 tot en met 12 juni weer in het teken van een EK atletiek. In het olympisch stadion nemen 59 Nederlandse atleten voor TeamNL deel aan de 26e editie van dit evenement. Net geen record, want in München in 2022 kwamen 61 atleten in actie in oranje met vier gouden en twee bronzen medailles als oogst. Tijdens een persconferentie op olympisch sportcentrum Papendal schoof Hardloopnetwerk aan bij Lieke Klaver en Niels Laros. Beiden kunnen hoge ogen gooien in de Italiaanse hoofdstad, maar oordelen wel opvallend verschillend over het belang van dit EK.
Door: Eric Roeske
Alles over EK Atletiek (tijdschema & startlijsten)
TD Vincent Kortbeek: ‘We gaan zeker hoge ogen gooien in Rome’
Technisch directeur Vincent Kortbeek gaf aan er op te rekenen dat dit keer afgerekend gaat worden met de hatelijke nul behaalde medailles in de drie voorafgaande atletiektoernooien in Rome. ‘We gaan zeker hoge ogen gooien’, verzekerde hij, waarbij hij aangaf dat er ieder dagdeel wel Nederlanders in actie komen op veel disciplines. Tegelijkertijd plaatste hij het EK wel in perspectief met betrekking tot de Spelen van Parijs, die minder dan twee maanden later starten. ‘Rome is de opmaat naar Parijs, en dat is ook de reden dan sommigen dit EK overslaan.’ Zo ontbreken medaillewinnaars van de Spelen in Tokio Sifan Hassan, Anouk Vetter, Emma Oosterwegel en Abdi Nageeye.
Mis niks van de EK Atletiek op via NPO: Livestream
Lieke Klaver: ‘Zware benen boeien mij niet’
Het lijkt bij Lieke Klaver (25) haast vanzelfsprekend: ze staat op de deelnemerslijsten van de 400 meter, 4×100 meter en twee estafettes 4×400 meter (mixed en vrouwen). Een soort Rupsje Nooitgenoeg en dat siert haar, altijd strijdbaar en klaar voor de volgende uitdaging. ‘Ik heb geen last van keuzestress, maar ik ben er achter gekomen dat ik last heb van Fear Of Missing Out. Toen ik namelijk in mijn hoofd kreeg dat ik niet helemaal zeker ben van bijvoorbeeld een plek in de 4×100 meter realiseerde ik mij dat ik dat helemaal niet wil.’ Toch is ze realistisch genoeg. ‘Ik mag ook starten op de 200 meter maar doe dat niet. Ik kies mijn prioriteitenlijstje, allereerst de 400 meter individueel en dan de twee 4×400 meters. En als jullie mij zien staan op de 4×100 meter, reken er dan op dat ik voor de volle 120% voor ga.’
Haar coaches Laurent Meuwly en Bram Peters kijken voor haar hoe ze gepositioneerd staat in het deelnemersveld. ‘Als ik hoger sta op de 400 dan op de 200 zetten we mij natuurlijk op de 400 meter neer.’ En vervolgens heel stellig: ‘Een toernooi is sowieso best wel veel, maar het is lichter dan een trainingsweek voor ons. Dus is het een voor mij een makkelijke week. Ik ga altijd van het Worst Case Scenario uit, waarin ik alles ren (zeven keer, red.) en dus goed voorbereid ben, en bovendien kan het dan meevallen. En ik zal nooit zeggen dat ik zware benen heb, want dat doet er niet toe tijdens zo’n week. Dat boeit mij niet.’ Ze vindt het ook geen probleem de 4×100 meter anderhalf uur na de 4×400 meter te moeten lopen, weer ze uit ervaring. ‘In Lausanne in 2022 stond ik nog uithijgend van mijn 400 meter al voetjes uit te tellen voor de 4×100 meter.’
En tenslotte: ‘Laurent weet wat ik wil en wat ik kan. En zij beslissen gewoon.’ Over de EK: ‘Ik vind dit EK een hele mooie opbouw richting de Olympische Spelen. De Europese top op de 400 meter is nog steeds groot. Na dit EK heb ik nog drie Diamond Leaguewedstrijden (Parijs, Monaco en Londen, red.) en dat is een prima oploop. De EK is voor mij een piekmoment, ik wil gewoon een keer een eigen medaille. Ik ga er gewoon voor om te winnen en dan zien we wel. Ik wil daar gewoon die 49 zien (haar PR uit 2023 is 49.81, red.).’
Nieuwsbrief: Ontvang elke maandag de hoogtepunten van afgelopen week in je mailbox
Niels Laros: ‘In Rome extra ervaring opdoen’
De nog altijd pas 19-jarige Niels Laros beleefde in 2023 een seizoen wat zelfs zijn stoutste verwachtingen overtrof, met Nederlandse records bij de vleet en een finaleplaats tijdens de wereldkampioenschappen op de 1500 meter. Een naar zijn zeggen lichte blessure die snel was opgelost zorgde ervoor dat hij komende week in Rome pas voor het eerst een wedstrijd loopt. Bewust kiest hij niet voor ‘zijn’ 1500 meter maar voor de 800 meter. ‘In augustus moet ik pieken. We (zijn coach Tomasz Lewandowski en hijzelf, red.) hebben er bewust voor gekozen door te trainen en de Diamond Leaguewedstrijd in Eugene te skippen’ Pieken op de EK is er niet bij. ‘Het is voor ons niet echt belangrijk, het is gewoon een stepping stone naar de Spelen om wat extra ervaring op te doen. Als ik om op mijn best te zijn op de Spelen hier op dit EK niet op mijn best ben dan is dat maar zo.’
Bekijk hier: Tijdschema atletiek Olympische Spelen Parijs 2024
Laros kiest in Rome voor de 800 meter. ‘Ik wil ook op die afstand ervaring opdoen. De 800 meter is nog een stukje tactischer dan de 1500. We denken dat dat van waarde gaat zijn op de Spelen. Maak je een tactische fout in de 800 dan is het klaar, je hebt meer snelheid en maakt je keuzes meer op instinct dan dat je er daadwerkelijk over nadenkt.’ De uiterst sterke bezetting op de 1500 meter heden ten dage vindt hij mooi. ‘Als je iets wint wat niks waard is, wat heb je dan. Als je nu de 1500 meter wint dan ben je echt de top van de top.’ Na Rome gaat Laros naar Sankt Moritz op hoogtestage. En na de Spelen zijn de wereldkampioenschappen junioren in Lima. Deelname daaraan is niet vanzelfsprekend. ‘Dat zien we dan wel.’ Kiezen tussen de Diamond Leaguefinale in Brussel of de WJK in Lima vindt hij lastig. ‘Beide is mooi. Op een jeugdtoernooi is de sfeer heel anders en leuk om mee te maken. Qua racekwaliteit is een Diamond Leaguefinale natuurlijk sterker.’
Hoofdfoto: Erik van Leeuwen
- Rising Star: Zoë van Gils
- De zeven voordelen van hardlopen in de ochtend
- Tijdschema atletiek Olympische Spelen 2024 (+ selectie)
- Eén Nederlandse medaille bij EK U18 in Slowakije (+ alle uitslagen)
- Vijf dilemma’s voor triatleet Richard Murray: ‘Het was een grap: meedoen voor Nederland op de Spelen’