Home Laatste Nieuws Jeff Tesselaar voor debuut EK senioren: ‘Kan niet wachten tot ik mijn hok uit mag’

Jeff Tesselaar voor debuut EK senioren: ‘Kan niet wachten tot ik mijn hok uit mag’

door Tijn Piest

Dromen deed Jeff Tesselaar al langer van de Europese kampioenschappen in Rome. Realistisch werd dat doel pas afgelopen maand, toen hij in de tienkamp op Tenerife de magische 8000-puntengrens doorbrak. Een vooruitblik met de 21-jarige toernooidebutant bij de senioren, aan de vooravond van zijn tweede meerkamp van het jaar. Hij start 10 juni op de tienkamp tijdens de EK Atletiek in de Italiaanse hoofdstad.

‘Echt bizar. Het is bijzonder mooi.’ Zo noemt Jeff Tesselaar de warming-upbaan naast Stadio Olimpico in Rome. Dat bouwwerk, de locatie van de Olympische Spelen in 1960 en de EK atletiek van 1974 en nu, maar meestal thuishaven van de voetbalclubs Lazio Roma en AS Roma, noemt hij trouwens ook indrukwekkend. ‘Kippenvel kreeg ik toen ik er vandaag voor het eerst binnenwandelde. Het is echt zo’n groot voetbalstadion. Dat ik daar maandag en dinsdag mag staan. Het is jammer dat ik geen voetballer ben, want dan kun je het een keer vol ervaren’, glimlacht hij. Op dat naastgelegen baantje Stadio dei Marmi, dat omringd is met Romeinse sculpturen, voltooide hij de laatste voorbereidingen. Niet een normale tienkamptraining, maar wat warmlopen, ingooien en springen. Tesselaar moet zichzelf nog even ‘in bedwang houden. ‘Ik voel me scherp en heb er zin in. Ik kan niet wachten tot ik mijn hok uit mag. Zo voelt het een beetje. Ik voel me energierijk, maar moet rustig aan doen. Een beetje visualiseren, spullen pakken en genieten van Rome.’

‘Ik zei: ik ben een watje als ik nu geen 8000 punten haal.’

Jeff Tesselaar en zijn Franse concurrent Makenson Gletty op de warming-upbaan in Rome.

Eén tienkamp voltooide Tesselaar dit jaar, op Tenerife op 11 en 12 mei. Die ging veel beter dan vooraf ingeprent. De Nederlands indoorkampioen verspringen doorbrak voor het eerst de ”magische” grens van 8000 punten. ‘Geweldig natuurlijk. Een droom voor iedere tienkamper. En dat op mijn 21e al, tijdens m’n eerste wedstrijd van het seizoen. Na die Meeting Internacional Arona Pruebas Combinadas werd het halen van de EK van een droomdoel een realistisch doel. Ik had de EK eigenlijk uit mijn hoofd gezet, totdat ik in Spanje die 8035 punten haalde. Ik voelde me top, goed, uitgerust. Het liep gewoon allemaal. Normaal heb ik weleens tijdens een wedstrijd dat er onrust optreed in mijn hoofd waarvan ik door de wedstrijd heen last heb. Bijvoorbeeld bij twee ongeldige pogingen verspringen, met nog één te gaan. Maar nu had ik een bepaalde rust. Dat kenmerkte het hele weekend wel voor mij. Ik deed gewoon m’n ding.

De 100 meter was gelijk goed. Ik wilde rond de 11 seconden lopen en zette 10.90 neer. Verspringen was billenknijpen na twee ongeldige sprongen, maar die laatste was fantastisch met 7.88 meter, een officieus persoonlijk record (er was te veel wind). Dat zijn serieuze afstanden voor een tienkamper. Kogel liep ook lekker: een dik PR van 14.03 meter. Over barrières gesproken, ook wel weer een grens die 14 meter. Hoogspringen ging ook lekker met 1.97 meter. Op de 400 meter noteerde ik 48.16 seconden, waar ik stiekem sneller had gehoopt. De volgende dag begon met 110 meter horden. De start ging moeizaam, ondanks goede trainingen op dat onderdeel en het ging niet zoals ik wilde: 14.65 seconden. Met discuswerpen trok de vermoeidheid van horden door en noteerde ik maar 38.33 meter. Ik had al eens 43 meter geworpen, dus dat was wel een tegenvallertje.

Ik vond dat ik me daarna goed herpakte met 4.50 meter op polsstokhoogspringen. Met speerwerpen was ik heel blij, want de speer ging voor het eerst sinds hele lange tijd weer over de 50 meter: 50.55. De 1500 meter was een fantastische afsluiting. Ik zei voor de start: ik ben een watje als ik nu geen 8000 punten haal. Ik liep lang op schema voor een tijd in de 4:15, maar vertraagde de laatste 500 meter. De Duitse winnaar Malik Diakite kwam opzetten, maar ik wilde de race wel graag winnen. Hij pushte mij naar 4:16.54. Dat leverde een dik persoonlijk record op de 1500 meter op en mijn eerste 8000+-score. Ik zag het lang als een magische barrière en dat zie ik nog steeds zo. Het moment nadat ik over de finish kwam, was ik emotioneel. Ik herinner me nog goed dat mijn trainer op me afkwam, net als mijn broertje en vader. M’n moeder zag ik even later op de tribune. Ik moest wel even huilen. Maar dat mag dan vind ik.’

Lees ook: Marathonloopster Anne Luijten met vertrouwen naar Parijs

Van een atletiekfamilie kun je bij de Tesselaars wel spreken. Jeffs ouders liepen op hoog niveau hard. Zijn vader trainde bij Team Distance Runners en liep 2:22 op de marathon. ‘Vandaar misschien wel mijn relatief snelle 1500 meter’, vertelt hij lachend. Zijn broertje focust zich ook op de meerkamp. ‘Maar we trainen eigenlijk nooit samen. Bijna alleen op vakantie af en toe. Onze programma’s vallen eigenlijk nooit te combineren.’ Jeff Tesselaar is op dinsdag en woensdag op Papendal te vinden. Eén keer in de week traint hij bij AV Hera in zijn woonplaats Heerhugowaard. De rest van zijn trainingen werkt hij bij thuisclub AAC in Amsterdam af. Daarnaast studeert hij Economics & Business Economics aan de Vrije Universiteit Amsterdam. ‘Twee hoofdzaken zijn dus trainen en school, met daarbij fysiobezoeken en massages. In de tijd die ik overhoud probeer ik leuke activiteiten met vrienden te plannen. Jeff doet een poging al zijn coaches op te sommen: ‘Niels Kruller en Marita van Zwol zijn bij AAC mijn coaches. Op Papendal train ik parttime onder Ingmar Vos en Robbert-Jan Jansen. Ik train werpen bij Martin Wijand en soms bij Hans Arnhard. Dan heb ik in de winter nog meegetraind bij het MiLa-team in Amsterdam van Nils Pennekamp. Nu doe ik de 1500-trainingen op schema’s van Ingmar. Tot en met het indoorseizoen deed ik turngerelateerde oefeningen bij Richard Cote. Nu heb ik daar weinig tijd voor en laat ik dat achterwege. Hij gaat mij in Rome wel coachen met polsstokhoogspringen. Ik denk en ik hoop dat ik niemand vergeten ben’, zegt hij glimlachend.

Lees hier meer over de EK atletiek in Rome, van 7 t/m 12 juni.

Jeff Tesselaar tijdens de EK onder 23 jaar in Espoo vorig jaar, waar hij tiende werd.

Als hij morgen zijn koffer vol tienkampbenodigdheden het Stadio Olimpico binnenrijdt, zal Jeff Tesselaar nog wel even aan zijn mede-tienkampers in Nederland denken. ”Vooral genieten” was het advies dat hij kreeg voordat hij vertrok. ‘Dat ben ik zeker van plan te doen, naast ervaring opdoen. Het is mijn eerste seniorenkampioenschap. Je staat tussen grote namen, zoals wereldrecordhouder Kevin Mayer. Maar ik ga er natuurlijk niet als toernooitoerist heen. Ik heb een paar taken per onderdeel die ik wil uitvoeren. Voor de werponderdelen betekent dat dat ik de kracht van onderuit mijn benen haal. Bij sprinten en lopen moet ik focussen op het goed meenemen van mijn armen, maar ook ontspanning houden en focussen op m’n arminzet. Met verspringen is het zaak te versnellen op het eind. Als ik dat goed kan uitvoeren, mag ik dinsdag geslaagd terugkijken. Ik staar me niet blind op afstanden, hoogtes en tijden. Een klassering die realistisch is durf ik echt niet te zeggen. Ik weet niet wat de andere jongens gaan doen. Maar ik ben klaar voor een goed resultaat, wat het dan ook wordt. De kunst de komende twee dagen is het optimale uit mezelf halen op tien onderdelen. Of het 7000 of 9000 punten is, of wat dan ook ertussen, dat zien we dan wel.’

Hardloopnetwerk nieuwsbrief: Ontvang elke maandag de hoogtepunten van afgelopen week in je mailbox

Jeff Tesselaar bij de Gouden Spike in Leiden, zijn meest recente wedstrijd, waar hij met verspringen tot 7.40 meter kwam.

Nog weinig plannen heeft Tesselaar helder voor na de EK atletiek. ‘Ik wil me dit jaar op alle onderdelen van de tienkamp ontwikkelen. Maar ook buiten de atletiekbaan. Als ik me als persoon ontwikkel, worden de fysieke prestaties ook beter. Daar koppel ik geen puntenaantal aan. Ik wil aan het eind van 2024 kunnen zeggen dat ik nieuwe stappen heb gezet. Welke wedstrijden ik de rest van de zomer doe hangt ervan af hoe fit ik uit Rome kom. Ik hoop mee te doen aan het NK verspringen in Hengelo eind juni.’ Heeft hij de Olympische Spelen van begin augustus al uitgesloten? ‘Eigenlijk wel. Uitsluiten moet je nooit doen, maar de kans dat ik nog in Parijs mag starten is echt heel klein.’ Lachend: ‘Ik hoop dat je me daar gaat zien, maar dan waarschijnlijk niet als atleet.’

Lees ook: Vijf stellingen aan Juan Zijderlaan: ‘Het was de beste keuze uit mijn carrière’

Foto’s: Erik van Leeuwen, eigen bezit en Bjorn Parée

Nieuwsoverzicht

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten