Joris van Gool won de 60 meter bij de NK. Maar het gaat hem om de 100 meter en deelname aan de Spelen.
De indoorkampioen wil graag af van het stempel ‘indoorspecialist’. Leuk en aardig, dat Nederlands record op de 60 meter, dat Joris van Gool onlangs tot 6,59 seconden aanscherpte. Leuk en aardig ook, die Nederlandse titel die hij zaterdag in Apeldoorn prolongeerde, maar de 100 meter, dáár gaat het internationaal om. Die telt voor een sprinter, speciaal in het hoofd van Van Gool.
In de catacomben van Omnisport, waar Van Gool domineerde op de 60 meter en waar een deel van de Nederlandse sprinttop ontbrak maar gevestigde namen als Hensley Paulina en Churandy Martina tot de verliezers behoorden, wond de nahijgende kampioen er geen doekjes om. Hij is blij met zijn progressie, begrijp hem goed, maar hij beseft dat hij nog geen tijden loopt waarvan de internationale concurrentie wakker ligt. De realist in Van Gool: „Met mijn nationaal record word je geen wereldkampioen. Het moet harder, véél harder. Terug naar de tekentafel, dus.”
Foto door Bjorn Parée