Na 17 jaar verricht voormalig bondscoach middellange- en lange afstand Grete Koens geen werkzaamheden meer voor de Atletiekunie. Ze sluit het hoofdstuk Papendal af en slaat samen met een achttal Nederlandse toppers een nieuwe, eigen weg in. En hier willen wij natuurlijk alles over weten.
Per 1 januari 2022 ben je niet meer actief voor de Atletiekunie. Hoe nu verder?
‘Ik geef nog altijd zes en indien nodig zeven dagen in de week training. Dus in die zin verandert er in de trainingsbegeleiding niets voor de atleten die me gevolgd zijn: Tony van Diepen, Diane van Es, Bart van Nunen, Maureen Koster, Benjamin de Haan, Maureen Ellsworth, Jesse Fokkenrood en Floor Doornwaard. Voor de baantraining maken we nu gebruik van de accommodatie van CAV Climax in Ede. Voor de krachttraining kunnen we terecht bij Sportservice Ede. Dus dat is allemaal prima geregeld. Ik ben dan ook erg blij met de steun van beiden. Daarnaast hebben we de toezegging van de Atletiekunie dat we, indien nodig, nog tot en met eind maart gebruik kunnen maken van de (indoor)faciliteiten op Papendal. Dus daarmee kunnen we het indoorseizoen nog overbruggen indien nodig. Ik wil in Ede echt iets moois gaan opbouwen. Ik ben nu bezig met het creëren van goede omstandigheden om topsport te bedrijven.’
Kun je goed uit de voeten als coach zonder veel hulp van de Atletiekunie?
‘Ik zie het als één groot avontuur. Ik ga aan de slag met een fantastische groep atleten die uit alleen maar (jeugd)internationals bestaat, waaronder vier Olympiërs. Dan ben je toch ‘rijk’ als coach? Het zal zeker niet makkelijk worden, omdat een aantal Atletiekuniefaciliteiten nu weg vallen. Dus die moeten we vanaf de grond weer op gaan bouwen. En daar moeten we partners en suppliers voor zoeken. Maar we hebben wel de vrijheid om volledig onze eigen visie te volgen. Het team naar eigen goeddunken verder uit te breiden. En ik denk dat deze situatie ook wel weer kansen creëert, omdat we als kleine organisatie flexibeler zijn dan een groot orgaan als de Atletiekunie.’
‘Het is een grote misopvatting dat je door veel duurwerk trager wordt. Je wordt alleen trager als je snelheid niet traint!’
Hoe zou je je manier van trainen en coachen beschrijven? Wat neem je mee uit je eigen carrière in je coachschap?
‘Als trainer werk ik vanuit een heel sterk aeroob fundament (dat heb ik meegenomen uit mijn eigen topsportcarrière). En dat doe ik eigenlijk voor alle disciplines. Dus niet alleen (zoals vanzelfsprekend) op de lange afstand, maar ook op de middenafstand en zelfs de 400 meter zorg ik er eerst voor dat het duurvermogen heel goed ontwikkeld is voordat ik specifieke prikkels aan het programma toevoeg. En dan zijn die specifieke prikkels voor mij het zout in de pap. Dus die doseer ik zorgvuldig (en ook spaarzaam) zodat het niet de overhand krijgt. Ik voorkom hiermee dat het opgebouwde duurvermogen weer afgebroken wordt. Verder train ik het hele jaar door snelheid. En dat doe ik ook met iedereen, dus ook met marathonlopers. Het is een grote misopvatting dat je door veel duurwerk trager wordt. Je wordt alleen trager als je snelheid niet traint! Dus elke maandag (bewust het begin van de week) staat er voor mijn hele team een portie snelheid op het programma. Ook vaste prik zijn twee krachttrainingen in de week. En die zijn dan weer essentieel om de atleet belastbaar te maken, maar daarnaast gebruik ik de krachttraining ook als middel om de looptechniek te verbeteren. Krachttraining zie ik dan ook als techniektraining met gewicht. Tot slot geldt dat alle schema’s (of het nu loop- of krachtschema’s zijn) zijn afgestemd op het individu. Het is geen ‘one size fits all’, maar echt maatwerk. Dus ik kan twee 800-meterlopers op een volstrekt verschillende manier trainen, net zoals ik dat bij de marathonlopers (Bart van Nunen en Benjamin de Haan) doe. Elk lichaam is anders en reageert anders op een trainingsprikkel. Dus aan dat finetunen van een individueel programma besteed ik veel tijd en aandacht. Ik zorg voor een mooie balans tussen intensieve en extensieve prikkels. Voor mij als coach zijn belangrijke kernwaarden: transparantie, integriteit, authenticiteit, duurzaamheid (in een samenwerking) en passie. En deze kernwaarden laat ik terugkomen in de begeleiding van mijn sporters. Waarbij we meer dan ooit laten zien wat we doen (zie Instagram Grete Koens). Er zijn wat mij betreft geen trainingsgeheimen. Ik ben ook bereid om alles wat ik aan kennis en ervaring in huis heb te delen.’
‘Er zijn te weinig vrouwelijke topcoaches in de atletiek en in de sport in het algemeen. Dat vind ik een slechte zaak.’
Waarom denk je dat er zo weinig vrouwelijke topcoaches in de atletiek zijn?
‘Dat geldt niet alleen voor de atletiek, maar voor de topsport in het algemeen. En ik vind dat een slechte zaak. Diversiteit in coachstijl maakt een (bonds)programma alleen maar sterker. Als ik op een NOC*NSF coachcongres kom, dan zie ik eigenlijk alleen maar mannelijke collega’s. En de vrouwen die er rondlopen zijn over het algemeen eerder werkzaam in de wat kleinere (of paralympische) sporten. Dat patroon zie je ook terug in de leidinggevende functies bij de sportbonden. Ik heb geen idee hoe dat komt. Er zijn veel mannelijke ego’s in de topsport en wellicht maakt dat het voor vrouwen lastiger om er tussen te komen. Maar goed, dat is maar een aanname. Ik laat er me echter niet door afleiden en blijf doen wat ik het liefste doe.’
Kun je de drie mooiste momenten na 17 jaar bondscoachschap belichten?
‘Qua mooie momenten zijn het er eigenlijk te veel geweest om op te noemen. Nooit eerder zijn er bij mijn weten meer medailles behaald door Nederlandse MiLa-atleten dan in de afgelopen 10 jaar. En het was voor mij een voorrecht om dat van dichtbij mee te mogen maken. Als ik er dan maar 3 momenten uit moet lichten, dan mis ik nog een paar hele mooie andere momenten. Ik benoem dan 3 toernooien die niet per definitie de succesvolsten waren. Zeker niet met de Olympische Spelen in Tokio nog vers in het geheugen. Maar ze waren voor mij op een andere manier bijzonder.’
EK Indoor Praag 2015
‘Hier hadden we als middellange-afstandsdelegatie namelijk een zeldzame 100% score. Drie atleten stonden aan de start en alle drie gingen met een medaille naar huis. En voor alle drie gold: no guts – no glory. Brons voor Maureen Koster op de 3000 meter, die met een gedurfd stukje frontrunning vanaf 1200 meter voor het einde van de wedstrijd bijna het hele veld sloopte met een moordend tempo. Zichzelf had ze ook een beetje gesloopt. Maureen had iets te enthousiast de aanval ingezet, maar ze hield nog net een klein beetje energie over in haar kleine teen voor een plekje op het podium. Brons was er eveneens voor Thijmen Kupers (‘nu kan ik niet achterblijven’, zei hij voor de finale nadat hij Maureen had zien vlammen) op de 800 meter meter. Thijmen liet in de serie en halve finale ook een fraai stukje frontrunning zien. Gewoon van kop af op z’n Thijmens het hele veld zijn tempo opleggen. Maar in de finale verraste hij de concurrentie door opeens uit een heel ander tactisch vaatje te tappen. En dat zorgde voor de nodige verwarring bij de tegenstanders en een plak voor Thijmen. En dan, last but not least, pakte Sifan Hassan goud op de 1500 meter. En dat was ook weer met een stukje frontrunning. Alleen kwam dat nu voort uit pure blufpoker. Sifan was namelijk vlak voor de wedstrijd ziek geworden en was eigenlijk helemaal niet in goede doen. Maar door weg te gaan op een wereldrecordschema gaf de concurrentie de strijd om het goud gelijk al op. Ze liepen alleen nog maar voor zilver en lieten Sifan gaan. Die stortte uiteraard later in de wedstrijd in en viel stil. Maar ze had inmiddels zo’n grote voorsprong dat ze net niet meer op tijd ingehaald kon worden.’
EK Cross Chia 2016
‘Dat was de EK cross waarop Nederland voor het eerst met een team een medaille pakte: brons voor het meisjes juniorenteam bestaande uit Jasmijn Lau, Veerle Bakker, Merel van de Marel en Jasmijn Bakker. Dat kwam redelijk onverwacht, al hadden de meiden in de Warandeloop door samen hard te lopen (om kwalificatie af te dwingen) al een stukje teamwork laten zien. Daar deden ze tijdens de EK nog een schepje bovenop. Vooral de enorme blijdschap na de wedstrijd zal me voor eeuwig bijblijven. De dames zweefden een meter boven de grond en produceerden een orkaan van geluid. Mijn trommelvliezen moeten nog altijd herstellen. En het was ook erg leuk om te zien hoe trots de meegereisde ouders waren. Zij zweefden net zo hard mee.’
EK Indoor Glasgow 2019
‘Dat was voor Nederland een heel succesvol toernooi, waarbij er opeens in een tijdsbestek van ongeveer een half uur vier Nederlandse medailles te bewonderen vielen. Uiteindelijk ging Nederland met vijf medailles naar huis, maar vooral dat krankzinnige half uur blijft me bij. Helemaal omdat m’n eigen pupil Tony van Diepen met een bronzen medaille en een Nederlands record op de 400 meter, internationaal zijn grote doorbraak beleefde. Ik train Tony al vanaf zijn zestiende en heb veel met hem meegemaakt. Als ik ooit mijn memoires ga schrijven, dan zitten er minimaal tien hoofdstukken Tony tussen. Inmiddels werken we al negen jaar samen en is zijn medailleverzameling in 2021 alleen maar mooier geworden met zilver (400 meter) en goud (4×400 meter), goud bij de World Relays en als klap op de vuurpijl een Olympische zilveren medaille op de 4×400 meter. Vooral dat laatste vind ik nog altijd bizar. Maar die eerste medaille was het begin. Dus die blijf ik koesteren.’
’Echt verbaasd heeft ze me niet, want talent heeft ze in overvloed. Maar vooral de manier waarop ze steeds weer terug weet te komen van blessures is bewonderenswaardig. En in die zin is het soms verbazend hoe goed ze dan weet te presteren op een toernooi na een hele lastige aanloop met tal van onzekerheden. En dan heb ik het natuurlijk over Susan Krumins. Echt razend knap wat zij voor een reeks heeft neergezet op de grote toernooien met top 8 klasseringen mondiaal en medailles op de EK’s. En dus hoort haar oeuvre thuis in de memorabele momenten die ik hierboven heb genoemd. Dus als het er vier mogen zijn, dan mag je de toernooioptredens van Susan er nog tussen plaatsen. Hét voorbeeld van een enorm doorzettingsvermogen.’
Hoe vinden de atleten de nieuwe situatie?
‘Hoe de atleten er tegenaan kijken zou je aan de sporters zelf moeten vragen. Voor hen was het in ieder geval het belangrijkste dat ze met hun coach konden blijven samenwerken. En een paar hebben uitgesproken dat ze het wel verfrissend vinden om straks in een andere omgeving te gaan trainen.’
Wat zou je dit jaar graag willen bereiken op het gebied van coachschap? En in welke ambities ga je je acht atleten ondersteunen dit jaar?
‘Dit jaar richt ik me zoals altijd op het beter maken van sporters. En dan niet alleen fysiek, maar ook op het gebied van persoonlijke ontwikkeling. En voor mezelf heb ik ook dergelijke doelstellingen (alleen neem ik dan fysiek genoegen met het vertragen van de aftakeling). Qua sportieve doelen zijn naast het lopen van persoonlijke records de grote internationale toernooien de uitdaging (dit jaar de WK Indoor, WK Outdoor en EK Outdoor). Ik hoop daar met een groot deel van het team te staan en te presteren.’
Wat is het grote doel dat je nog wil bereiken als coach?
‘Op middellange termijn vormen de Olympische Spelen in Parijs het grote doel. De ambitie is om daar met zes atleten aan de start te staan. Voor de lange termijn is het streven om op structurele basis atleten af te leveren (eigenlijk hofleverancier van de MiLa te worden) voor de grote toernooien. En om op die toernooien competitief te zijn en mee te strijden om finale- en/of podiumplaatsen. Het traject richting de toernooien maken we transparant. We delen nadrukkelijk onze passie, plezier, kennis en ervaring met de hardloopcommunity. Op die manier hopen we lopers van elk niveau, jong en oud, te inspireren en dingen te leren.’
Foto’s: eigen bezit en Erik van Leeuwen
- De favoriete alternatieve trainingen van Niels Esmeijer
- Deze 10-kilometerwedstrijden mag je niet missen deze winter
- Rising Star: Jochem Wiersma
- Kiplimo verpulvert eigen wereldrecord in Zevenheuvelenloop
- Doe de test: welke supplementen kunnen jou helpen?