Bart van Nunen liep vorig jaar in zijn debuutmarathon in Berlijn naar een prachtige 2 uur 13. Dit jaar hoopt hij de limiet voor de Olympische Spelen te lopen, gesteld op 2:11.30. In voorbereiding op zijn limietpoging – wederom in Berlijn – is hij op stage in St Moritz, Zwitserland. De komende weken geeft hij elke week een inkijkje in zijn trainingen. Vandaag Deel 3 – een verslag van zijn baantraining met TDR. Lees Deel 2 (fotodagboek van een belangrijke trainingsdag) hier, en Deel 1 (“wennen aan de hoogte”) hier.
Tip: Ook marathonloper Frank Futselaar traint in voorbereiding op Amsterdam in St. Moritz. Over zijn ervaringen kun je hier lezen.
Door Bart van Nunen
Op vrijdagochtend staat er een baantraining op het programma. Normaal doe ik deze op donderdag en houd ik op vrijdag rust, maar nu hebben we deze dagen een dagje opgeschoven. Zo kan ik samen met de mannen van TDR sparren waardoor de training weer net wat makkelijker gaat.
“Het programma bestaat voor mij uit 12x800m op threshold (ongeveer halve-marathon intensiteit) met 200m dribbelpauze.”
3 kerntrainingen
Mijn week in de marathonvoorbereiding bestaat uit 3 kerntrainingen: marathonblokken op dinsdag, baantempo’s op donderdag (op halve-marathon intensiteit) en een lange duurloop op zaterdag.
Gepersonaliseerd, maar toch samen
Na iets meer dan 20 minuten inlopen doe ik samen met mijn kamergenoot Bram nog wat loopscholing en versnellingen. De rest van de groep doet nog een wat harder blok van tevoren en schuift dan later in de training aan. Bram is 1500m loper, dus hij doet net 2 herhalingen minder maar begint wel tegelijk met mij. Hierdoor kan hij tussendoor nog een seriepauze nemen. Zo heeft iedereen uiteindelijk een perfecte training voor zichzelf.
De training: 12x800m
Het programma bestaat voor mij uit 12x800m op threshold (ongeveer halve-marathon intensiteit) met 200m dribbelpauze. Na de vele kilometers die ik gemaakt heb in de laatste weken voel ik me weer echt een marathonloper. Ondanks dat ik wel merk dat de rustdag morgen wel goed van pas komt, heb ik het gevoel dat ik kan blijven gaan en dat ik automatisch vrijwel precies het tempo kan lopen wat ik moet lopen. Dit gevoel wordt bevestigd wanneer het mijn beurt is om op kop te lopen en ik rondjes 72 wil lopen. Na de eerste ronde hoor ik Guido roepen: ‘’rondje 72.0’’.
Balans tussen uithoudingsvermogen & snelheid
Voor mij is deze training belangrijk om de basissnelheid goed te houden. Een van de grote gevaren in een periode als deze is namelijk dat je trager wordt. Lang en rustig hardlopen is de directe tegenhanger van kort en snel hardlopen. Door naast veel kilometers te maken ook de snelheid en kracht goed te onderhouden zorgen we ervoor dat ik niet alleen makkelijker langere inspanningen kan leveren maar ook sneller blijf worden. Hoe we die balans creëren, zowel in de training als daarbuiten, vertel ik in mijn volgende blog.