Vanaf deze maand starten we een nieuwe rubriek: de gouden tip. In dit maandelijks terugkerende item laten we lopers van alle verschillende niveaus aan het woord: van topsporters tot recreanten. We vragen elke maand iemand om zijn of haar “gouden tip” te delen; een tip waar zij persoonlijk heel veel aan hebben. En of die tip nou van een topper of een beginner komt; hij is voor iedereen toepasbaar! Vind je het leuk om jouw gouden tip te delen met heel hardlopend Nederland? Stuur dan een mailtje naar vrienden@hardloopnetwerk.nl met een korte omschrijving van jouw tip en wie weet nemen we contact met je op.
Door Ivo Meex
De gouden tip van Dick: laat je niet gek maken!
Mijn naam is Dick van den Broek en ik ben 48 jaar. Ik woon in Arnhem, ben getrouwd met Barbara en heb drie kinderen. Ik werk als event-manager bij Neverrest. Als klein jongetje ging ik in 1988 als supporter met een vriendje mee naar een sportuitwisseling tussen Soest in Nederland en Soest in Duitsland. Ik had zelf helemaal geen ambitie om te gaan hardlopen, maar toen ik me die dag liet verleiden om een duurloopje mee te doen, ontdekte ik al snel dat ik talent had. Ik besloot me aan te melden bij de plaatselijke atletiekvereniging en twee jaar later werd ik Nederlands kampioen cross bij de A-junioren.
“Mijn snelste tijd op de marathon is 2.19.38 en in 2002 won ik een bronzen medaille op het NK marathon.”
Van 1500m naar brons op het NK marathon
In de jaren daarna ontwikkelde ik me verder op de baanafstanden. Zo liep ik onder andere 3.48.28 op de 1500 meter. Toen ik iets ouder werd, ontwikkelde ik me door naar de langere afstanden en debuteerde uiteindelijk op de marathon in Berlijn. Dat was echt een magische ervaring. Als jonge atleet kijk je enorm uit naar het moment dat je eindelijk mag uitkomen op die koningsafstand. Mijn snelste tijd op de marathon is 2.19.38 en in 2002 won ik een bronzen medaille op het NK marathon. Daar ben ik nog steeds heel trots op en die medaille heb ik natuurlijk altijd bewaard.
Tegenslag
Het leven van een topsporter is zwaar, al heb ik het in die tijd eigenlijk nooit echt als zwaar ervaren. Plannen was altijd een uitdaging omdat ik 40 uur per week werkte en daarnaast 12 trainingen per week afwerkte. En als je altijd het uiterste vergt van jezelf, zijn de resultaten niet altijd geweldig.
“Nadat ik een week voor de Rotterdam Marathon mijn kuit scheurde tijdens de laatste 10km testwedstrijd, dacht ik: “dit wil ik nooit meer”.”
Een van de grootste uitdagingen is om steeds weer te blijven geloven in verbetering. Jezelf ervan te overtuigen dat je het kunt. Na een paar marathons met tegenvallende resultaten, dat wil zeggen geen PR, kon ik mezelf niet meer opladen. En nadat ik een week voor de Rotterdam Marathon mijn kuit scheurde tijdens de laatste 10km testwedstrijd, dacht ik: “dit wil ik nooit meer”. Toen ben ik abrupt, en volgens velen veel te vroeg, gestopt met mijn topsportcarrière. Ik was ook meteen klaar met alles wat naar atletiek rook en ik ben er een paar jaar echt helemaal uit geweest.
Terugkeer in de atletiek
Na een tijdje kwam de zin om te lopen weer terug. Ik heb me toen aangesloten bij JJ Running (o.l.v. trainer John Jansen) en dankzij hem en mijn loopmaatjes heb ik het plezier in het lopen weer helemaal teruggevonden. De gezamenlijke trainingen, en het samen naar wedstrijden en op trainingskamp gaan, motiveren me enorm. Inmiddels train ik weer ongeveer 5 keer per week en liep afgelopen najaar in Frankfurt weer eens een marathon in een heel verdienstelijke tijd: 2.46.
De toekomst
Mijn belangrijkste ambitie voor de toekomst is in eerste instantie lekker fit blijven, zodat ik goed kan blijven trainen. En hopelijk loop ik dan nog een keer een mooie marathon onder de tijd die ik vorig jaar in Frankfurt liep. En wie weet nóg een paar mooie wedstrijden daarna!
Gouden tip
Mijn gouden tip heeft te maken met de voorbereiding van lange afstanden, zoals halve en hele marathons; laat je niet gek maken en probeer niet teveel naar anderen te kijken. Trainen voor een lange afstand vereist veel focus en discipline. Voor een goede marathon moet je je maar liefst 12 weken lang aan je schema houden en alle trainingen voltooien; van lange duurlopen tot intensieve baantrainingen. De wedstrijden die je loopt in die voorbereiding (vaak een 10km en een halve marathon), staan allemaal in het teken van de marathon die nog moet komen. Probeer daarom in die wedstrijden te focussen op jezelf en niet op de “concurrentie” om je heen. Omdat je zo intensief met je training bezig bent, kun je wel de neiging voelen om jezelf te bewijzen ten opzichte van jezelf of juist ten opzichte van de lopers om je heen. Maar door de wedstrijden in je marathonvoorbereiding helemaal volle bak te lopen, breek je juist meer af dan dat je opbouwt. In mijn jonge jaren koos ik daarom wedstrijden uit waar ik mijn concurrenten niet tegenkwam; ik liep bijvoorbeeld een halve marathon in Milaan of een 30 km wedstrijd in een uithoek hier in Nederland. Zo kwam ik nooit in de verleiding om dingen te doen die op dat moment niet verstandig waren.