Melvin Franken wil in 2019 een goede prestatie neerzetten op het NK 10 kilometer in Schoorl om vervolgens toerwerken naar een goed baanseizoen. De masterstudent kon begin dit jaar weinig trainen door kraakbeenschade in zijn knie. Inmiddels maakt hij weer een omvang van 80 kilometer per week. Hij deed tegenover ons zijn verhaal.
Door de redactie
Je hebt op de 3000m, 5000m, 10 kilometer, 10 Engelse Mijl en Halve Marathon behoorlijk wat snelle tijden staan. Op welke afstand valt voor jou nog de meeste progressie te boeken?
Ik denk dat er voor mij op de 5000 meter en de halve marathon nog de meeste progressie te boeken is, kijkend naar mijn PR’s. Op die twee afstanden heb ik nog nooit een heel goede race gelopen, als ik het vergelijk met mijn andere afstanden. Daar moet nog wat neer te zetten zijn.
Hoe kijk je terug op je sportieve prestaties in 2018?
Ik merk dat ik steeds dichter bij mijn oude niveau in de buurt kom, dat heb ik wel laten zien in de tweede helft van dit jaar, waarbij ik uiteindelijk zelfs een PR op de halve marathon heb gelopen. 2018 was voor mij namelijk het jaar waarin ik de belastbaarheid weer moest opbouwen. Door een blessure – kraakbeenschade in mijn knie – kon ik eind vorig jaar en begin dit jaar heel weinig trainen. Ik liep in januari gemiddeld nog geen 30 kilometer per week. Afgelopen maand, november, heb ik meer dan 80 kilometer gelopen per week.
Wat is je doel voor 2019?
Het liefst wil ik volgend jaar de PR’s verbeteren op al mijn afstanden: van de 3000 meter tot aan de halve marathon. Maar om dat te doen moet ik eerst verder bouwen aan een stabiele basis. Laat ik vooropstellen: het plezier behouden in lopen, het blijven genieten van trainingen en wedstrijden, is natuurlijk het allerbelangrijkst.
Het eerste concrete doel is een snelle 10 kilometer op de weg tijdens het NK in Schoorl. Daarna wil ik toewerken naar een mooi baanseizoen. Aangezien ik begin komend jaar mijn master bewegingswetenschappen afrond, hoop ik ook wat meer rust in de week te krijgen. Daardoor kan de trainingsfrequentie stap voor stap opgevoerd worden en kan ik werken aan mijn andere doelen.
Op welk gebied kun jij nog de meeste progressie boeken?
‘Consistentie is key’, is een uitspraak waar ik sterk in geloof bij het hardlopen. Door lange tijd te kunnen trainen zonder onderbreking, went je lichaam ook steeds meer aan het trainen en zullen de trainings- en wedstrijdprikkels makkelijker te verwerken zijn. Dus de meeste progressie ga ik boeken door een onafgebroken tijd achter elkaar te kunnen gaan trainen. In de laatste drie jaar is dat door blessures helaas niet gelukt.
Als fysio (en (aanstormend) bewegingswetenschapper) ken jij als geen ander jouw lichaam. Heeft dat veel voordelen?
Dat ik kennis heb van de anatomie en fysiologie van het lichaam is aan de ene kant een voordeel. Ik ben ook bekend met trainingsleer en vanuit mijn werk doe ik ervaring op in het begeleiden van patiënten, maar ook atleten. Als ik zelf een pijntje voel tijdens een training dan kan ik het vaak relateren aan een bepaald weefsel of structuur, waardoor ik ook weet wat ik er het beste mee kan doen. Aan de andere kant ben ik voor mezelf in sommige gevallen de slechtste raadgever. Dan schat ik mezelf toch sterker in dan ik in werkelijkheid ben. Of ik negeer bepaalde signalen, omdat ik verwacht te weten wat er aan de hand is. Tegenwoordig zoek ik het daarom meer in de combinatie van mijn kennis en de objectiviteit van mijn trainer, Ed Sligchers, of een collega fysiotherapeut. Dat werkt toch het beste.
Daarnaast ben ik als afstuderend bewegingswetenschapper momenteel ook bezig bij Kinetic Analysis met loopanalyses en een product dat vermoeidheid herkent tijdens het hardlopen door middel van sensoren. Dit heeft als voordeel dat ik tijdens trainingen zelf erachter kan gaan komen wanneer mijn loopstijl verandert als gevolg van vermoeidheid. Door hier op tijd op te reageren wordt de kans op blessures verkleind.
Foto: Jordy Hindriks