In deze eerste briefwisseling bespreken ‘Loopjongens’ Olivier Heimel en Imo Muller de Nederlandse records van Niels Laros en Mike Foppen. Laros evenaarde het record van Gert-Jan Liefers op de 1500 meter uit 2002. Mike Foppen liep eerder ook al exact dezelfde tijd als het Nederlandse record op de 5000 meter van Kamiel Maase uit 2001. Waarom worden records soms precies geëvenaard? Worden tijden vaak een onbedoelde barrière?
—
Beste Imo!
Ik had de zaterdagavond vrij gemaakt voor dit stukje. Het onderwerp had ik al: ‘Waarom worden records zo vaak precies geëvenaard?’ De voorbeelden die ik te berde wilde brengen: het Nederlands record op de 1500 meter en het Nederlands record op de 5000 meter. Het eerste staat met 3.32,89 op naam van Gert-Jan Liefers én Niels Laros. Het tweede met 13.13,06 op naam van Kamiel Maase én Mike Foppen. Té toevallig, toch?
En toen… liep Mike Foppen zojuist 13.05.66 in Heusden-Zolder. Complimenten, natuurlijk. Een wereldtijd, nauwelijks 90 kilometer hier vandaan. Maar mijn stuk wordt er niet beter van, Mike!
Het viel al niet mee, moet ik heel eerlijk bekennen. Ik wilde iets schrijven over tijden die in je hoofd gaan zitten. Die zo gaan rondspoken dat je er als vanzelf naar toe wordt gestuurd. Ik had voorbeelden uit mijn eigen, bescheiden loopcarrière. Dat ik vier keer achter elkaar precies 2.00 liep op de 800 meter en toen opeens 1.57, 1.56 en een jaar later zelfs 1.53. Omdat ik die magische heuvel over was! Maar toen Imo, luisterde ik jouw ‘Naar de vaantjes’-podcast met Niels Laros vanmiddag eindelijk eens terug. En weet je wat Laros over dat record zei? ‘Ik had geen idee wat het Nederlands record was, eigenlijk.’
Hij wist het niet! Bij andere atleten zou ik moeite hebben dat te geloven. Maar Laros is achttien. Die geloofde ik meteen. Hij wilde het zelfs niet weten, vertelde hij. Niet dat hij schrok, toen Gert-Jan Liefers hem later in die podcast op het spoor van zijn Nederlands record op de 3000 meter wilde zette (7.37,48). Want, zo bekende Laros: ‘dat ben ik over drie dagen toch alweer vergeten.’
Tja, toen heb ik onze AD-collega’s in Rotterdam maar getipt dat Mike Foppen zojuist een Nederlands record op de 5000 meter had gelopen. Ze waren er al mee bezig, schreven ze. Ik denk dat AD’s Pim Bijl me weer eens voor is geweest. Mijn Brabantse collega appte nog wel of misschien een Brabants haakje aan dat record zat, dan konden we er zelf iets mee. Ik kon het zo snel niet bedenken: ‘Foppen is Nijmegenaar die het record deelde met een Zeistenaar. Dus nee.’
Je merkt, ik moet er nog even aan wennen. Van hardloopromanticus, naar hoofdredacteur van Runner’s World, naar chef van de algemene sportredacties van Brabants Dagblad, Eindhovens Dagblad en BN DeStem.
Laros komt wel uit uit BN DeStemgebied, wist je dat? Als je ‘m weer spreekt, moet je hem maar vragen om heel snel wat aan die 13.05 van Mike Foppen te doen. Of beter nog: laat ‘m die tijd evenaren. Dan schrijf ik mijn verhaal alsnog.
Groet!
Olivier
–
Beste Olivier,
Tijden. Ja dat is waar het om gaat met hardlopen. Dat maakt het prachtig, maar soms ook frustrerend. Een tiende onder een record of juist erboven maakt een wereld van verschil. Zo loopt Mike dik zeven seconden onder zijn Nederlands record, maar baalt hij ook dat hij 66 honderdste tekort komt voor de Olympische Spelen. Juist die mini verschillen maken sport en vooral topsport hard, maar ook mooi. En het zorgt voor extra motivatie om jezelf keer op keer te willen verbeteren.
Je vraag of een tijd in je hoofd kan zitten en zelfs als barrière kan werken? Ja en nee. Zoals je schrijft wist Niels Laros niet eens wat het Nederlands record was en toch loopt hij op de honderdste gelijk die tijd. Dus nee. Toch denk ik dat Niels een uitzondering is. Hij is jong, onbevangen en weet nog niet waar zijn grenzen liggen. Hij gaat erg gewoon vol voor en dat pakt geweldig uit. Ook Kenianen lijken het goed te kunnen. Gewoon met zijn allen hard weg in een marathon. Er is er dan altijd wel één die boven zichzelf uitstijgt. De rest gaat naar de vaantjes, pech, volgende keer beter. Maar bij veel atleten is een tijd een te groot hoofddoel geworden, waar ze soms al maanden of jaren mee bezig zijn. Het gaat in je hoofd zitten en zorgt ervoor dat je op dat tempo gaat lopen. Een kleine inzinking, wind tegen of een mindere dag en je doelt wordt niet gehaald.
Zelf herken ik dat ook. Vaak weet ik vooraf al welk niveau ik heb en dus welke tijd realistisch voor me is. Onderweg kijk ik dan naar mijn klokje. Gaat het te hard, dan denk ik toch ‘oei, laat ik maar iets rustiger gaan’. Gaat het te langzaam, probeer je aan te zetten, maar zit al in je hoofd dat je wat achter ligt op schema. Het zou voor mij beter zijn om tijden soms los te laten. Mijn beste marathons liep ik toen ik alleen bezig was met de race, de groep en het publiek. Een goede tijd is dan het gevolg. Als je dan de barrière doorbreekt, kan dat bevrijdend werken. Zoals Ruud van Nistelrooij scoren vergeleek met een fles ketchup. Zijn ketchup theorie, ‘als een spits eenmaal een doelpunt heeft gemaakt, dan komt de rest er als ketchup uit’.
Een goede tijd is mooi en ik geniet enorm van de nationale records zoals die van Niels en Mike. Ik zit ook gekluisterd aan de buis bij een wereldrecordpoging. Maar strijd is eigenlijk het allermooiste in de sport. Een gevecht om de winst in de laatste meters in een bomvol stadion of in een uitpuilende finishstraat van een marathon. Helaas kiezen de toppers in onze sport vaak voor twee verschillende wedstrijden en zien we ze alleen tegen elkaar lopen om de Wereldkampioenschappen en de Olympische Spelen. Liever zie ik veel vaker duels tussen Femke Bol en Sydney McLaughlin op de 400 meter horden of tussen Marcel Jacobs en Fred Kerley op de 100 meter. Waarom zie ik tijdens de Tour de France drie weken lang Jonas Vingegaard en Tadej Pogačar elkaar op elke berg pijn doen? Maar heb ik de twee snelste marathonlopers allertijden, Eliud Kipchoge en Kelvin Kiptum, nog nooit tegen elkaar zien lopen? Het liefst zie ik ook hun ‘sur place’ de laatste kilometer in gaan tijdens de Marathon van Berlijn. Ik wil strijd zien.
De nieuwe Nederlandse records van Niels Laros en van Mike Foppen gaan er allebei uiteraard aan. Misschien snel, misschien over een paar jaar. Maar hopelijk zien we ze ook snel tegen elkaar. De Nederlandse recordhouders op de 1500 meter en de 5000 meter, laat ze het uitvechten op de 3000 meter, een prachtig affiche. Laat ze strijden tegen elkaar, dan houd ik stiekem de tussentijden wel bij.
Hoi!
Imo
—
Olivier Heimel is middellange afstand atleet en Chef Sport van Brabants Dagblad, Eindhovens Dagblad & BN DeStem. Voorheen was hij 13 jaar hoofdredacteur van onder andere Runner’s World. Imo Muller is marathonloper en oprichter van Sportmarketing Bureau 165 Beats. Verder is hij host van de podcast ‘Naar de Vaantjes’ en eigenaar van Hardloopnetwerk.
–
Foto’s: Barbara Kerkhof
- Tom de Gelder in triatlontransitie: ‘Ik dacht: waarom zou ik het niet combineren?’
- Nederlandse titels halve marathon voor Frank Futselaar en Maureen Koster
- Frank Futselaar hongerig naar NK halve marathon: ‘Planning loopt tot hier’
- Review: Brooks Hyperion Max 2
- De Nederlandse marathonranglijst van 2024 (mannen en vrouwen)