Home Laatste Nieuws Leonie van Vliet blikt terug op 2021: ‘Een droom die uitkwam’

Leonie van Vliet blikt terug op 2021: ‘Een droom die uitkwam’

door Tijn Piest

Na een matig 2020 was Leonie van Vliet erop gebrand dit jaar revanche te nemen. Het werd een doorbraakjaar, waarin de 28-jarige sprintster haar persoonlijk record verpulverde, debuteerde in het oranje met de estafette en zelfs naar de Spelen werd uitgezonden. In 2022 hoopt ze zich ook individueel te meten aan de wereldtop.

Gebaald en genoten

Op Lanzarote werkte Van Vliet deze maand een trainingsstage af met het Groningse Team4Mijl. De focus ligt alweer op het indoorseizoen, dat hopelijk in januari en februari losbarst. ‘Na 1,5 jaar niet op trainingsstage te zijn geweest, is het echt heerlijk om te trainen in de zon. Het ging goed, ik was fysiek fit. Ik heb geen pijntjes gehad en dat is in het verleden wel eens anders geweest.’ Op het Spaanse eiland trainde ze weer wat meer op snelheid. ‘Mede omdat het hier qua temperatuur een stuk aangenamer is. De afgelopen periode deed ik wat sprinttrainingen, maar niet veel maximale snelheid op spikes.’ Eén van de laatste keren dat ze dat had gedaan, was op de Olympische Spelen. Samen met de andere estafettevrouwen op de 4×100 meter reisde ze af naar Tokio, maar daar kon ze helaas niet in actie komen. Echter was het halen van de Spelen voor Van Vliet al een droom die uitkwam, hoewel ze eigenlijk nu pas beseft dat ze daar echt is geweest. ‘Je leeft daar best wel in een bubbel, waardoor ik niet altijd besefte dat ik gewoon op dé Olympische Spelen was.’ Van te voren had Van Vliet zich er al op ingesteld dat ze mee zou gaan als reserve. Toch zou ze liegen als ze zegt niet teleurgesteld te zijn toen ze hoorde dat ze niet mocht starten op de estafette. ‘Je werkt met het team toe naar dat ene moment. Iedereen wil op dat moment op de baan staan in het Olympisch stadion en niet op de tribune zitten. Ik was ook fit, en ergens heb je dan denk ik toch wel een sprankje hoop dat je misschien mag lopen. Ik ging er vanuit dat alles kon gebeuren, zodat ik klaar was voor alle mogelijke scenario’s. Als ik had moeten lopen, was ik daar klaar voor. Toen ik hoorde dat ik niet ging lopen, heb ik natuurlijk heel erg gebaald. Maar het is ook een goede motivatie om nog beter te worden en de volgende keer wel te mogen lopen. Als ik nu terugdenk aan de Spelen, voel ik die teleurstelling helemaal niet meer. Het is heel jammer dat we met het team niet het beoogde resultaat hebben gehaald, maar ik heb veel ervaring op gedaan en veel geleerd van andere atleten. Ondanks dat de Spelen natuurlijk anders waren dan normaal door COVID, heb ik er enorm van genoten!’

Leonie van Vliet en een teamgenoot in actie tijdens een heuveltraining op Lanzarote.

Weinig vertrouwen

Van Vliet omschrijft 2021 als een rollercoaster. Ze mocht voor het eerst in het Nederlands tenue lopen tijdens de EK Landenteams en de Diamond League, de hoogste atletiekcompetitie. ‘Dat was een droom die uitkwam, want een jaar geleden durfde ik daar alleen maar van te dromen. Het was echt een doorbraakjaar voor mij, waar ik heel erg van genoten heb. De weg naar deze successen vond ik wel zwaar. We (mijn coach Eddy Kiemel en ik) hadden als doel gesteld voor 2021 om een plekje in het 4×100 meter estafetteteam te bemachtigen. We hadden een plan gemaakt om te zorgen dat ik met name op de eerste meters sneller zou worden.’ Hiervoor wilde de atlete, die de 100 en 200 meter combineert, in de winter ook vaker indoor trainen, om kwalitatief betere starttrainingen te kunnen voltooien. Vanwege corona en geen A-status was het voor haar echter de hele winter niet mogelijk om indoor te trainen. ‘Dit was wel een lastige periode, omdat ik het gevoel had dat mijn voorbereiding minder was dan die van sommige concurrenten, terwijl ik daar zelf geen invloed op kon uitoefenen. Ik werd daar wel onzeker van en had weinig vertrouwen meer dat ik hard kon gaan lopen. Dat het uiteindelijk wel gelukt is, maakt mij nu wel heel trots.’

‘Ik ben heel kritisch op mijzelf en ben daarom niet snel tevreden. Er zijn weinig wedstrijden waarin ik echt kon juichen omdat ik zo blij was met mijn prestatie.’

Meer genieten

Zoals al eerder vermeld beleefde Van Vliet geen super goed 2020. Met 11.57 seconden op de 100 meter maakte ze de gevestigde namen op het koningsnummer nog niet zenuwachtig. ‘Ik wist wel dat ik deze tijd in 2021 kon verbeteren. De start is mijn zwakke punt. Hier heb ik met mijn coach veel aandacht aan besteed. Ik heb bijna twee keer zo veel start- en acceleratietrainingen gedaan.’ Het seizoen in de buitenlucht begon voor de sprintster bij de Harry Schulting Games in Vught. In mei liep ze 11.46, waar ze al wel tevreden mee was, maar waardoor er niet in één klap niks meer te verbeteren viel. ‘Ik wist wel dat sneller lopen mogelijk was en zelf had ik een tijd van rond de 11.38 in mijn hoofd als hoogst haalbare.’ Toen ze op 5 juli op dezelfde baan in Vught (‘’toch wel mijn lievelingsbaan’’) de klok liet stilstaan op 11.29 was dat dus buiten haar eigen verwachtingen. Met een tikkeltje hulp van de meewind (1,5 meter per seconde) nam ze beslag op plek negen op de Nederlandse ranglijst. ‘Een aangename verrassing. Ik kan zo veel winnen als ik goed start, wat ik uiteindelijk had laten zien.’ Zeker een verrassing als je weet dat Van Vliet altijd erg kritisch is op zichzelf. Dat is lastig, want er zijn weinig wedstrijden waarin ze echt kon juichen omdat ze zo blij was met haar eigen prestatie. ‘Soms vind ik dat jammer, ik zou wel willen dat ik er meer van kan genieten. Tegelijkertijd denk ik ook dat het me verder brengt, omdat ik altijd gebrand ben om het beter te doen. Het heerlijke gevoel in Vught heeft mij meer laten geloven dat ik tot meer in staat ben dan ik denk. Ik durfde nooit zo goed hoge doelen te stellen, omdat ik mezelf soms te ‘gewoon’ vind. Nadat ik deze onverwachte 11.29 liep, denk ik steeds vaker: waarom zou het dan niet gewoon nog sneller kunnen?’ Haar mooiste wedstrijd tot nu toe was echter niet de 100 meter in Vught, maar de 4×100 meter bij de Diamond League-wedstrijd in het Zwitserse Lausanne. ‘Het was de eerste keer voor mij in zo’n groot, uitverkocht stadion. Veel wedstrijden waren natuurlijk zonder publiek en de sfeer in dat uitverkochte stadion was echt geweldig. Daar krijg je zoveel energie van. Die momenten zou ik heel graag nog vaker mee willen maken.’

Leonie van Vliet, Marije van Hunenstijn, Lieke Klaver en Naomi Sedney na hun gouden race op de EK Landenteams in Roemenië.

Tandarts

Voor de ‘rennende tandarts’, zoals RTV Noord dit jaar kopte, is atletiek dit jaar meer op één komen te staan. Van Vliet werkt namelijk parttime bij het mondzorgcentrum in Leek. Of ze topsport en tandarts goed kan afwisselen? Op zich is het goed te combineren, ik werkte hiervoor ook niet fulltime, maar 24 uur. Het is soms wel passen en meten, en niet altijd ideaal. Omdat ik nu een A-status heb, ben ik minder gaan werken en ik merk dat ik nu meer rust heb. Ik werk nu nog 16 uur en dat bevalt erg goed. Ik heb wel eens getwijfeld om helemaal te stoppen met werken naast het sporten, maar het geeft me juist ook veel energie. Ik vind het leuk om te doen en ik vind het heel fijn om even met iets anders bezig te zijn dan atletiek, om over andere dingen te praten. Ik kan mij wel snel zorgen maken over bepaalde trainingen die niet goed gaan of kleine pijntjes. Op mijn werk heb ik geen tijd om daar over na te denken, en heb ik het met patiënten en collega’s over andere dingen.’ Al geeft ze toe dat het op haar werk steeds vaker over atletiek gaat. Haar collega’s en patiënten hebben haar verrichtingen afgelopen zomer op de voet gevolgd, dus echt anoniem is ze niet meer. ‘Maar er is wel veel begrip voor, dus ook als ik vrij moet nemen voor wedstrijden, dan kan dat. Dat is natuurlijk wel heel fijn.’ De maandag en dinsdag zijn voor Van Vliet wat rustiger, waarop ze naast trainen weinig verplichtingen heeft. Vaak gaat de meervoudig NK-medaillewinnares dan naar de masseur of fysio. Woensdag en vrijdag zijn wat hectischer. ‘Ik begin de dag met een baantraining en moet dan de rest van de dag werken, waarna er ‘s avonds nog krachttraining volgt. Dit zijn wel wat drukkere dagen, maar als ik dan ‘s avonds thuiskom, voel ik me wel voldaan.’

Basisplek

Voor 2022 is al een globale planning gemaakt. Net als het afgelopen jaar is Van Vliet van plan indoorwedstrijden te lopen. Welke dat zijn, weet ze nog niet precies. Het vizier gaat natuurlijk op het outdoorseizoen, waarin zowel de WK (juli) als de EK atletiek (augustus) op de kalender staan. ‘Het doel is om individueel de EK te halen op de 100 en/of 200 meter. Ik denk dat mijn kansen op de 200 meter het grootst zijn, maar ik wil wel proberen voor beide te gaan.’ Daarnaast hoopt ze een basisplek in het Nederlandse estafetteteam te bemachtigen, waardoor ze met een beetje geluk de 4×100 meter op de EK of WK mag lopen. ‘Een mooie bonus zou natuurlijk zijn om mij ook individueel te plaatsen voor de WK, maar daarvoor zal ik wel nog een stap moeten maken. 2021 heeft mij geleerd dat niets onmogelijk is, dus wie weet!’, besluit ze.

Foto’s: Erik van Leeuwen & eigen bezit

Nieuwsoverzicht

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten