Andrea Deelstra behoort op de marathon tot de vier beste Nederlandse loopsters aller tijden. De 34-jarige atlete nam in 2016 deel aan de Olympische Spelen en bewandelt volledig haar eigen weg met maar één doel: Tokio 2020. Wij spraken Deelstra, die na de marathon van Berlijn vorige week zondag in een rolstoel belandde, en nog steeds haar linkerbeen nauwelijks kan bewegen.
In Berlijn slaagde je er niet in om de olympische limiet te slechten. Kun je wat vertellen over je race?
“Tot halverwege ging alles volgens plan. We zouden behouden starten, de doorkomst halverwege was net boven de 1.14.00. De wind stond vanaf 30 kilometer gunstig en het parcours loopt dan ook deels naar beneden.
Om duistere redenen kon ik echter niet versnellen, hoe goed Dennis Licht, mijn persoonlijke haas, mij ook coachte. Ik finishte in de 2 uur 31 minuten [de limiet voor de Olympische Spelen bedraagt 2.28.30, red.) en ging knock-out. Ze hebben me naar een tent gedragen, en half bij bewustzijn voelde ik dat ik mijn linkerbeen niet kon belasten. Na kort op een bankje te hebben gezeten en droge bovenkleding aangedaan te hebben zou ik opstaan, maar dat ging niet. Ik werd door Hannah en Marieke van de Veen (Volaresports) naar de atletenbus gedragen. Naast belasten kon / kan ik mijn been ook niet meer optillen. Bij het hotel stond een rolstoel klaar. Liggend achterin een camper ben ik weer terug in Nederland gekomen.
Deze week heb ik direct een röntgenfoto en MRI laten maken. Er zijn geen grote scheuren of botbreuken te zien. Ik heb oefeningen meegekregen waarmee ik aan het werk moet en aanstaande woensdag wordt gecheckt of er progressie is en of er vervolgonderzoek nodig is. Als er echt duidelijkheid is zet ik dat op mijn website www.andreadeelstra.nl Één ding is zeker: plan B komt uit de kast.”
Je was recent op hoogtestage in Sankt Moritz. Heb je daar goede trainingen kunnen draaien?
“Dat klopt. Ik ben daar ruim vier weken geweest. Alle door mijn trainer bedachte trainingen heb ik kunnen doen. Het merendeel van de trainingen ging op een hoger niveau dan ooit. Je kunt je voorstellen dat ik hier veel vertrouwen uit haalde.”
“Naast belasten kon ik mijn been niet meer optillen. Bij een hotel stond een rolstoel klaar.”
Je bent fulltime met dat ene doel bezig: Tokio 2020. Hoe heb je kunnen realiseren dat je je volledig op het lopen focust?
“Dat is een lang verhaal. In het kort komt het er op neer, dat ik gewoon een sprong in het diepe heb gewaagd. Geld sparen, baan opgezegd, verhuisd naar het midden van het land, op zoek naar sponsoren, heel zuinig leven, maar bovenal altijd geloven in eigen kunnen en kansen. Nu komt er financieel wel een heel uitdagende periode aan. Als ik vorige week zondag de olympische limiet gelopen had, kon ik weer aanspraak maken op de A-Status, maar ja… Nu is het zaak om er meer sponsoren en supporters bij te krijgen voor meer financiële armslag, maar liever houd ik zelf de regie. Ik overweeg mijn huis te verkopen, hier kan ik een mooie winst op halen, en zodoende in ieder geval de aanloop naar mijn tweede limietpoging bekostigen.”
“Nu komt er financieel wel een heel uitdagende periode aan. Als ik vorige week zondag de olympische limiet gelopen had, kon ik weer aanspraak maken op de A-Status, maar ja…”
Doe je je trainingen alleen of in een groep?
“De meeste trainingen doe ik alleen. Zo kan ik gaan waar en wanneer ik wil. Ik ben erg gesteld op mijn vrijheid. Op trainingsstages train ik wel vaak met de groep mee, maar zelfs dan missen ze mij met grote regelmaat omdat ik mijn eigen weg graag ga. In Sankt Moritz had ik trouwens wel een “haas” in de vorm van mijn vriend bij me om vooral de tempotrainingen op goed hoog niveau te kunnen doen. Dubbele functie dus :).”
Hoe ziet een trainingsdag er voor je uit?
“Dat varieert nogal, omdat ik naast hardlopen ook fiets, zwem, aquajoq, op de Elliptigo rijd en krachttraining doe. De meeste dagen sta ik om 7:00 of 7:30 uur op. Na een beetje stretchen en/of beetje ochtendgymnastiek (2 tot maximaal 10 min) ontbijt ik. Twee uur na het opstaan de eerste training, bij terugkomst eten/drinken voor het herstel, douchen, lunch en slapen. Ik slaap vaak tussen 13:00 en 15:00 uur. Mijn tweede training is vaak rond 16:00 uur. Bij terugkomst wederom eten/drinken om het herstel te bevorderen, douchen, eten koken en eten. Hierna is het vaak boek lezen, radio luisteren, lekker relaxen. Tussen 21:00 uur en 22:00 uur lig ik altijd op bed. Een half uur tot een uur hiervoor eet ik nog even wat. Mijn boodschappen en het huishouden doe ik op rustdagen of dagen dat ik één keer train.”
Heb je nog wedstrijden op de planning staan en ga je volgend jaar nog een limietpoging wagen?
“De exacte wedstrijdplanning kan ik nu echt nog niet zeggen. Eerst maar eens revalideren. Als alles naar wens gaat, loop ik aan het einde van de winter weer een marathon.”
Heb je verder nog doelen voor de toekomst?
“Ik heb nog heel veel doelen en dromen na te jagen, maar first things first: op naar Tokio!”