De Zwitserse wintersportplaats Sankt Moritz is voor topatleten een ideaal trainingsgebied in aanloop naar grote wedstrijden. Naast Michel Butter, Bart van Nunen, en Edwin de Vries wordt er ook getraind door Frank Futselaar. De 28-jarige hardloper bereidt zich op hoogte voor op de Amsterdam Marathon van 20 oktober. Wij van Hardloopnetwerk stelden hem een aantal vragen.
“Ik zei dat ik er ooit zelf zou willen lopen en nu gaat dat dus gebeuren.”
1. Waarom heb je voor Amsterdam gekozen?
“De magie van Amsterdam heeft mij aangetrokken. Start en finish in het Olympisch Stadion lijken mij erg bijzonder. Vorig jaar stond ik vier dagen op de expo van de Amsterdam Marathon voor de sportdrank Maurten. Ik heb daar toen op de ochtend van de wedstrijd getraind op het parcours. Alles was al afgezet en ik liep daar in mijn eentje een duurloop. Op het einde van de duurloop kwam ik racedirector Cees Pronk tegen. Ik zei dat ik er ooit zelf zou willen lopen en nu gaat dat dus gebeuren. Daarnaast is het extra leuk dat het Nederlands kampioenschap ook in Amsterdam plaatsvindt.”
2. Met wat voor doel ga je die wedstrijd in?
“Mijn doel is om mijn persoonlijk record van 2:16.58 te verbeteren. Hopelijk kan ik het verval in de laatste 15 kilometer beperken ten opzichte van mijn debuut in Düsseldorf. Daarnaast ga ik ook strijden voor de best mogelijke plaats binnen het NK.”
3. Je bent nu op hoogtestage in Sankt Moritz. Kun je vertellen hoe je dag eruit ziet daar en wat je anders doet dan in Nederland?
“Het is al gaaf om de hele ochtend te kijken hoe iedereen traint.”
“Het is voor mij de eerste keer in Sankt Moritz. Ik train hier samen met Rijk Nabuurs en Björn Koreman. De plek ligt op ongeveer 1800 meter hoogte waardoor hier minder zuurstof in de lucht zit. Dit zorgt ervoor dat het lijf extra moet werken. Vooral de hartslag ligt hoger dan bij trainingen in Nederland. Hierdoor ligt het tempo in alle trainingen een stukje lager. Dit voelt soms gek omdat je gewend bent wat harder te lopen. Hoe langer je op hoogte traint, hoe beter het lijf hieraan went. Dat is mooi om te ervaren.”
“Verder is elke training hier een feestje. Tijdens de duurlopen loop je langs een aantal prachtige bergmeren met de bergtoppen op de achtergrond en zie je enorm veel andere hardlopers op de paden. Ook op de lokale atletiekbaan wemelt het van de atleten. Het is al gaaf om de hele ochtend te kijken hoe iedereen traint. Na de training gaan we regelmatig in het koude water van een grote beek hier staan om goed te herstellen van de inspanning. Dat is een mooie natuurlijke luxe. We willen alle drie heel graag vaker naar deze plek gaan!”
4. Welke wedstrijden ga je nog lopen in aanloop naar de marathon?
“Ik kom op 30 augustus terug. Dat weekend loop ik de Tilburg Ten Miles. Vervolgens ga ik van start bij de Kramp Run in Varsseveld, de Bridge to Bridge in Arnhem en de Dam tot Damloop van Amsterdam naar Zaandam. De Dam tot Dam is mijn laatste serieuze wedstrijd. Ik heb dan nog 4 weken om mij verder voor te bereiden op de Amsterdam Marathon.”
5. In 2020 ga je je proberen te kwalificeren voor Tokio. Heb je al een voorjaarsmarathon uitgekozen?
“Het zou ontzettend gaaf zijn om dan al een poging te kunnen doen. Eerst zal ik dan op het niveau van 2:11.30 moeten komen. Als ik in Amsterdam een mooie stap kan zetten komt de limiet wellicht in zicht, maar zover is het nog lang niet, want daarvoor moet ik nog ruim 5 minuten van mijn PR af zien te lopen. Mocht het erin zitten, dan wordt het Rotterdam, Londen of Düsseldorf. Dat beslis ik later.”
Foto’s: Rijk Nabuurs en Björn Koreman