De Nederlandse atleet Sifan Hassan van Ethiopische afkomst werd dit jaar wereldkampioen op de 10.000 en de 1.500 meter. Ze haalt haar kracht helemaal uit zichzelf. Al hielp een flinke portie woede over het oppakken van haar coach wel bij het bereiken van het goud. ‘Mijn hoofd ontplofte bijna. Alle pijn liep ik eruit.’
Zij gaan sporten, ik ben jaloers’, lacht Sifan Hassan (26) met een schuin oog op een paar mensen die in sportkleding door de lobby van Hotel Papendal lopen. Zelf ploft ze neer in een van de bruinleren stoelen, blauw petje boven haar smalle gezicht, trainingsbroek, Nike-sneakers aan haar voeten. Het is tien uur ’s ochtends, ze heeft hier in het sportcomplex bij Arnhem geslapen.
Hassan woont in de Verenigde Staten sinds 2016, toen ze toetrad tot het Nike Oregon Project onder leiding van trainer Alberto Salazar. Tijdens het afgelopen WK atletiek in Doha, Qatar, werd hij geschorst wegens overtreding van de dopingregels acht jaar eerder – Salazar moest meteen opstappen, contact met zijn atleten werd verboden. Vijf dagen later won Sifan Hassan goud op de 1.500 meter in een ongelooflijke race waarin ze vanaf het begin soeverein voorop liep. In soms haperend Nederlands, dat wat verder weggezakt lijkt te zijn sinds ze in Amerika woont: ‘Ik was tijdens die race zo boos, zó boos. Mijn hoofd ontplofte bijna. Normaal kies ik ervoor om pas laat in de wedstrijd te gaan inhalen, anders ga je te vroeg kapot. Nu kon me dat niets schelen, ik ging vanaf het begin voluit. Alle pijn liep ik eruit.’
Foto: Bjorn Parée