Andrea Bouma kwakkelde ruim twee jaar met meerdere blessures. De sprintster is na een langdurige revalidatie weer terug aan de Nederlandse top. Ze hoopt dit weekend haar vorm te tonen bij de NK, maar denkt daarnaast aan de 4×400 meter en de Olympische Spelen. Hoog tijd voor een aantal vragen aan de 20-jarige atlete.
Wanneer begon en eindigde de periode waarin je kampte met veel blessures?
”Deze periode begon in april 2018. Ik scheurde tijdens mijn eerste outdoorwedstrijd mijn hamstring. Hij was gelukkig niet helemaal afgescheurd, maar er zat wel een scheur in mijn spierbuik. Daarna volgden een aantal andere kleine blessures. De periode eindigde aan het begin van 2019. Ik kon een aantal goede wintertrainingen draaien, wat ertoe leidde dat ik in het indoorseizoen van 2020 weer een aantal goede wedstrijden kon lopen!”
Hoe ging je met de pijntjes om?
”Het herstel van mijn hamstringscheur ging erg langzaam en vond ik ook erg moeilijk om mee om te gaan. Ik had dat jaar eindexamens van de middelbare school en door alle stress ging het herstel niet zo snel. Daarnaast wilde ik ook heel graag weer rennen en ging ik te vaak door de pijn heen om toch weer wat te kunnen. Ik leerde al snel dat dat niet helemaal de oplossing is. Helaas was ik niet fit genoeg om aan mijn laatste NK junioren (2018) deel te nemen. Ik vond dat super jammer, want ik wilde me daar graag kwalificeren voor de WK junioren. Ondanks de tegenslagen dat jaar bleef ik wel positief denken. IK had mijn VWO-diploma gehaald, mijn rijbewijs en ik mocht fulltime gaan trainien op Papendal. Daarnaast leerde ik dat op een jonge leeftijd heel veel winnen erg leuk is, maar dat het er vooral op latere leeftijd pas echt toe doet. Het is vooral belangrijk dat je plezier hebt in wat je doet. Soms kan dat even verdwijnen, maar wat mij erg hielp was denken aan de mooie momenten die ik al heb mogen meemaken en dat als motivatie gebruiken om door te blijven gaan.”
Je liep sinds de coronapandemie twee wedstrijden, op Papendal en in La Chaux-de-Fonds. Hoe kijk je terug op beide wedstrijden?
”Heel positief! Ik heb alles waar ik dit seizoen aan heb gewerkt in een race kunnen leggen en daar kwam dan ook een mooi PR (55.09 > 53.53) uit. Daarnaast was het een opluchting dat ik het toch nog kon. Ik miste mijn snelheid de afgelopen jaren en nu heb ik die eindelijk weer teruggevonden :).”
Waar train je, met wie en hoe vaak per week? Wie is je trainer/coach?
”Ik train fulltime op Papendal onder leiding van Rogier Ummels. Per week heb ik ongeveer acht tot negen trainingen van anderhalf tot twee uur. Ik train samen met N’ketia Seedo en we hebben soms een aantal parttime atleten die elke week een dag komen meetrainen.”
Hoe ziet een dag uit je dagelijks leven eruit?
”Normaal heb ik in de ochtend een looptraining, dan ga ik naar school, waar ik ook lunch, en heb ik in de middag een krachttraining. Daarna ga ik meestal een beetje chillen, koken en nog wat aan school en dan is het alweer tijd om te slapen. Nu in de vakantie heb ik iets meer vrije tijd tussen de trainingen, wat wel lekker is om even een serie te kijken of wat anders leuks te doen.”
Wat is je favoriete afstand en waarom?
”200 en 400 meter. Op de 200 meter vind ik het fantastisch om de snelheid te voelen. Mijn start is al beter dan dat het is geweest, maar toch moet ik het echt hebben van mijn laatste stuk. Dan kom ik echt lekker op gang en kan ik meestal nog een paar mensen inhalen, wat wel een fijn gevoel geeft. De 400 meter is een echte uitdaging om te lopen, wat het ook wel leuk maakt om te doen. Het lastige is hoe je hem moet indelen. Je moet niet te hard beginnen, want dan verzuur je te snel, maar je moet ook niet te langzaam gaan. Daarnaast moet je op deze afstand de strijd aangaan met jezelf doordat je door de verzuring heen moet lopen. Dit vind ik wel een vet gevoel en zeker als je over de finish komt, voel ik me meestal heel voldaan.”
Wat is tot nu toe het mooiste moment uit je atletiekcarrière?
”Ik heb al heel veel mooie momenten mogen meemaken. Een finale NK senioren en WK-limiet als 16-jarige meisje, negende worden op een EK junioren, Nederlands kampioen worden en PR’s verbeteren: allemaal mooie momenten om naar terug te kijken.”
‘’Mijn doel is een vaste schakel in het 4×400 meter team te worden en hiermee verschillende toernooien te behalen.’’
Wat worden je volgende wedstrijden?
”Aankomend weekend loop ik de 400 meter tijdens de NK senioren. Ik ga voor een podiumplaats. Verder heb ik nog een paar wedstrijden op de planning staan in België, Tilburg en als afsluiter de Gouden Spike in Leiden. Mijn doel is om de 400 meter helemaal onder de knie te krijgen en deze consequent hard te kunnen lopen. Verder wil ik graag nog een PR lopen op de 200 en 400 meter.
Wat zijn je ambities?
”Momenteel wordt er in Nederland enorm veel geïnvesteerd in de estafetteteams. Er zit enorm veel potentie in de ploeg op de 4×400 meter. Mijn doel voor de komende jaren is dan om ook een vaste schakel in het 4×400 meter team te worden en hiermee verschillende toernooien te behalen. En als atleet is de Olympische Spelen het hoogst haalbare dus stiekem droom ik er natuurlijk wel van om hier individueel te lopen.”
Foto’s: Erik van Leeuwen en Lars van Hoeven
- De favoriete alternatieve trainingen van Niels Esmeijer
- Deze 10-kilometerwedstrijden mag je niet missen deze winter
- Rising Star: Jochem Wiersma
- Kiplimo verpulvert eigen wereldrecord in Zevenheuvelenloop
- Doe de test: welke supplementen kunnen jou helpen?