Jurgen Wielart is goed door de coronacrisis heen gekomen. De 28-jarige atleet verbeterde zijn duurvermogen en dat leidde onlangs tot 1:47,69 op de 800 meter. Hoog tijd voor een aantal vragen aan de meervoudig Nederlands kampioen op de 400 en 800 meter.
Hoe kijk je terug op je afgelopen wedstrijden?
”Deze winter heb ik erg goed kunnen trainen, waardoor ik in trainingen al zag dat mijn conditie en loopefficiëntie enorm vooruit was gegaan. De vorige jaren was dat door blessureleed een stuk minder. Ik liep mijn eerste 800 meter op Papendal begin juli zonder echt snelheidswerk. Dat ik toen (in de regen) al 1:48,46 liep gaf mij al wel vertrouwen dat ik op de goede weg was. In trainingen heb ik meer snelheid toegevoegd, wat ik in de laatste 800 gelijk wel merkte. Dit resulteerde in 1:47,69.”
Hoe verklaar je je goede prestaties van de afgelopen tijd?
”Door de consistentie in training die ik vrijwel de hele winter heb kunnen doorzetten. Ik heb mijn duurbasis flink kunnen uitbreiden, waardoor ik nu met meer gemak de 800 meter door kom. Afgelopen jaar bijvoorbeeld was ik tot mei niet in staat om duurlopen te doen, waardoor de 800 net 500 meter te lang werd. Ik had sowieso met name in mijn duurwerk veel te winnen als oud-400-meterloper, waar ik door blessures niet goed aan toe kwam.”
Je hebt successen behaald op zowel de 400 als de 800 meter. Wat is je favoriete afstand en waarom?
”Ik beroep me op mijn zwijgrecht haha. Mijn favoriete afstand is de 600 meter, haha. Ik vind beide afstanden erg mooi. Het mooie aan de 400 meter is in mijn ogen het explosieve en de verschillende manieren om hem in te delen in een wedstrijd. Ik richt me de laatste jaren vooral op de 800 meter. De 800 meter is vaak op toernooien tactischer. Ik vind de trainingen voor de 800 meter leuker, ook al zijn ze vaak wel wat pijnlijker. Ik vind duurlopen ook niet vervelend, ondanks mijn sprint achtergrond.”
Waar train je, met wie en wanneer? Wie is je trainer? Wat doe je naast atletiek?
”In Haarlem bij mijn vader Ruud. Dat gaat wonderbaarlijk goed samen. We trainen in een groep met atleten met uiteenlopende doelen. De tempo’s loop ik altijd alleen, maar voor snelheidswerk heb ik wel goede trainingsgenootjes. Naast de atletiek ben ik arts en werk ik parttime als ANIOS. Het is een vrij lastige combinatie met de atletiek, maar ik heb daar nu gelukkig een goed evenwicht in gevonden.”
Kun je ons meenemen in een dag uit je dagelijks leven?
”Op een werkdag train ik meestal in de avond, soms doe ik een duurloop ervoor in de ochtend. De meest intensieve trainingen probeer ik op vrije dagen te plannen. Dan bestaat de dag verder vooral uit tekenen en Netflix of ik spreek af met vrienden. Gaandeweg heb ik geleerd hier een goed evenwicht in te vinden.”
Wat is tot nu toe het mooiste moment uit je carrière en waarom?
”In 2013 werd ik Nederlands kampioen op de 400 meter in 45,83 (vijfde tijd in Nederland). Destijds was dat de derde tijd ooit gelopen en zat ik dicht op het Nederlands record. De week ervoor werd ik vijfde op het EK onder 23 jaar in een wedstrijd waar ik meer had gehoopt te bereiken, wat die NK-finale extra mooi maakte. Voor mijn gevoel maakte die race dat ik weer een hoop motivatie kreeg, wat ik in de jaren erna met blessures wel nodig had.”
Wat worden je volgende wedstrijden en wat zijn je doelen voor dit jaar?
”Mijn streven voor dit jaar is vooral mijn PR aan te scherpen met oog op komende jaren. Dat gaat tot nu toe vrij goed, dus ik hoop die lijn nog door te trekken!”
”Het trainingsproces en het verleggen van mijn grenzen en mogelijkheden vind ik een heel mooie ervaring.”
Wat wil je bereiken de komende jaren?
”Dooddoener: het optimale uit mezelf halen. Het trainingsproces en het verleggen van mijn grenzen en mogelijkheden vind ik een heel mooie ervaring. Ik hoop natuurlijk de Olympische Spelen te halen in 2021 en ik denk dat dit er zeker in zit als ik heel blijf en goed door kan trainen.”
Foto’s: Erik van Leeuwen