Ook dit jaar ondersteunt het CTS GROUP Talententeam jonge atleten bij het najagen van hun dromen. We volgen vijf potentiële wereldtoppers, onder begeleiding van CTS GROUP en de Atletiekunie, in hun weg naar de top. In deze aflevering: sprinter Olivier Hendriks (17), die zich met twee Europese titels op zak opmaakt voor de Paralympische Spelen.
Amputatie
‘Het is wel onwerkelijk om nu bij wedstrijden aangekondigd te worden als de Europees kampioen’, aldus Olivier Hendriks. Begin juni kreeg hij ineens een andere status door zijn twee gouden medailles op de EK para-atletiek. Dat had hij tien jaar geleden niet durven dromen. Olivier is geboren met misvormde voeten. Op jonge leeftijd besloten zijn ouders een dubbele onderbeenamputatie door te voeren. Hij mist dus nu zijn voeten en kuitbeen, maar kan op blades heel hard lopen. Zo hard, dat hij het Nederlands record in zijn categorie in handen heeft op zowel de 100, 200 én 400 als de 800 meter.’ Olivier denkt dat hij een groot deel aan zijn ouders te danken heeft dat hij weinig belemmeringen heeft gehad bij het opgroeien.
‘Allereerst hebben zij ervoor gekozen om op jonge leeftijd mijn misvormde voetjes, waar ik nooit goed op had kunnen lopen, te laten amputeren. Hierdoor heb ik al vanaf kleins af aan op protheses gelopen en ik denk dat dat één van de redenen is dat ik er goed mee uit de voeten kom’, zegt hij met een knipoog. ‘Daarnaast hebben ze mij ook altijd gepusht om alles gewoon te proberen. Ze hebben altijd in oplossingen gedacht, niet in problemen, en daar ben ik ze erg dankbaar voor.’
Foto: Bartlomiej Zborowski
Dit is de tweede atleet die we belichten in de serie talenten uit het CTS GROUP Talententeam. In de volgende afleveringen lees je de ontwikkeling van Sven Roosen, Alida van Daalen en Rick van Riel.
Annemaria koekoek
Zijn eerste blades kreeg Olivier aangemeten toen hij 7 jaar oud was, via prothesemaker Frank Jol. Toen zat hij nog niet op atletiek. Door de blades kon Olivier voor het eerst echt rennen. Hij gebruikte ze bij het buiten spelen, gymmen op school en voetbal. Van gym herinnert hij zich nog een heel specifieke situatie. ‘We deden het spel ‘Annemaria koekoek’, waarbij iedereen op een lijn start en moet proberen naar de overkant te komen. Eén iemand staat aan de andere zijde van de zaal en zodra diegene zijn ogen sluit en ‘Annemaria koekoek’ zegt, mag je gaan rennen. Vervolgens opent deze persoon de ogen en wie dan beweegt, is af. Helaas is stilstaan op blades niet echt makkelijk (het is alsof je op het punt van je tenen staat) en ik bewoog. Ik was erg boos toen ik ‘af’ was, want ik vond dat oneerlijk.’ Natuurlijk kampte hij ook met vervelende zaken als materiaalproblemen. ‘Bijvoorbeeld doordat ik een gat in mijn sleeve had, waardoor de prothese niet meer goed ‘vast’ zit aan mijn been. Ook heb ik meerdere keren mijn protheses gebroken.’ Daarnaast heeft hij ook veel last gehad van de stompen aan zijn been. Het bot dat nog in zijn onderbeen zit, groeit namelijk in een punt. ‘Dat is heel pijnlijk en ik ben hier een aantal keer aan geopereerd toen ik op de lagere school zat.’ Deze problemen hebben hem er echter niet van weerhouden om gewoon mee te doen. ‘Zo deed ik bij gymlessen op school bij alles mee en heb ik gewoon mijn zwemdiploma’s gehaald. Ik heb op judo gezeten en gevoetbald, voordat ik de overstap maakte naar de beste sport die er is: atletiek.’ Olivier is duidelijk. Hij wil graag hetzelfde zijn als de valide sporters en op dezelfde wijze behandeld worden. ‘Ik voel mij niet anders en wil ook niet als ‘anders’ gezien worden. Maar dat gebeurt natuurlijk wel en mensen kijken en staren naar je benen. Dat is niet altijd fijn. Ik heb echter mijn protheses nooit verborgen gehouden en droeg bijvoorbeeld gewoon korte broeken. Toen ik heel jong was, wilde ik ook sandalen aan als het heet was. Dan kon je de tenen van mijn prothesevoeten zien, net als bij alle andere kinderen. Inmiddels vind ik het niet meer erg dat mijn benen er niet hetzelfde uitzien als anderen en ben ik wat gewend aan het staren van mensen.’
Buitenlandse toernooien
Zijn overstap van voetbal naar atletiek is redelijk geleidelijk verlopen. Via zijn prothesemaker kreeg Olivier een uitnodiging voor een sportevent in het Olympisch Stadion ten tijde van de EK atletiek in Amsterdam van 2016. Daar is hij gescout door de talentcoach van Papendal, toen hij nog niet eens op atletiek zat. Op zijn dertiende begon hij met de sport bij AV ’40 in Delft, waar hij nu nog steeds lid is. Zo nu en dan trainde hij mee op het nationale sportcentrum in Arnhem, maar voetbal wilde hij nog niet opgeven. Na een jaar lang de combinatie voetbal en atletiek was de keuze snel gemaakt. ‘Toen ik mijn eerste blades aangemeten kreeg, was al duidelijk dat ik geen moeite heb met de balans. Ik kon er vrij snel goed op rennen. Die ervaring met het lopen op blades heeft natuurlijk wel geholpen om snel progressie te boeken in de atletiek.’ In 2017 merkte Olivier dat hij atletiek echt leuker vond dan voetbal. De sprintsnelheid die je ontwikkelt noemt hij ‘gewoon onbeschrijfelijk’. ‘Dat motiveerde mij om meer te trainen en daardoor werd ik er beter in. De uitnodigingen voor grote buitenlandse toernooien kwamen voor mij wel onverwacht, omdat ik mij daar nog helemaal niet mee bezig hield. Ik liep gewoon wedstrijden in Nederland. Totdat mijn coach destijds vertelde dat ik mee mocht naar de EK in Berlijn in 2018. Dat ik een jaar later naar de WK zou gaan, had ik helemaal niet gedacht.’ De rest is geschiedenis. Bij zijn internationale debuut in Duitsland maakte hij indruk door als vijftienjarige het zilver te veroveren. In 2019 werd hij in Dubai ook wereldwijd de nummer twee op de 400 meter.
Waardering en ondersteuning
De paralympische sporten moeten volgens Olivier meer aandacht en respect krijgen. Daarom was hij blij en verrast toen hij werd uitgenodigd voor het CTS Group Talententeam. Dankzij de Atletiekunie en CTS GROUP, maar ook dankzij sponsor ASICS, hoeft hij zich minder druk te maken over de randzaken rondom de sport. Hij is de eerste invalide sporter die begeleid wordt door het team, een eer volgens Olivier.
‘Dit geeft mij het gevoel dat ik de waardering krijg voor wat ik doe en hoe snel ik ben en niet omdat ik toevallig op protheses loop. Via het Talententeam krijg ik ondersteuning in materiële zin, zoals kleding en schoenen, maar ook op andere manieren worden we extra begeleid. Hoe ga je om met media en hoe presenteer je jezelf voor een camera of online op social media. Het gaat om het gehele plaatje als topsporter, en daar zitten ook een hoop dingen bij die niet op de baan gebeuren.’
Lees ook ons interview met CTS-talent Mark Heiden
Goede combinatie
Olivier traint fulltime bij ATR: Atletiek Trainingscentrum Rotterdam. Hij loopt zijn rondes tussen getalenteerde valide sporters in een gezellige groep. ‘Dat helpt mij steeds sneller en beter te willen worden. Vroeger had ik ook geen behoefte om aan activiteiten mee te doen die specifiek werden georganiseerd voor kinderen met een prothese. Het feit dat ik andere benen heb, heeft natuurlijk wel hier en daar voor wat aanpassingen gezorgd. Maar er is altijd gezocht naar wat mogelijk is.’ Afgelopen maand is Olivier geslaagd, hij heeft het gymnasium afgerond. Dus gaat hij waarschijnlijk komend schooljaar aan een studie beginnen. Voorgaande jaren heeft hij zoals gewoonlijk naast het sporten een middelbare schoolopleiding gedaan. ‘Gelukkig was mijn school erg gemakkelijk in het bieden van ruimte om naar trainingen, trainingskampen en toernooien te gaan. Zo heb ik dus goed mijn sport kunnen beoefenen en tegelijk mijn school gedaan.’
Favoriete onderdeel
‘Mijn favoriete onderdeel is de 200 meter. Dit is helaas geen officiele paralympische afstand meer voor mijn klasse (T62 – dubbelbladers), maar desondanks vind ik dit het leukste onderdeel. Het is een tussenvorm tussen de afstanden die ik nu loop. Bij de 100 meter ga je direct vanaf de start zo hard mogelijk: je sprint het hele stuk voluit. De 400 meter is de langste sprintafstand, waarbij je wat meer op je reserves moet lopen. De 200 meter is een mooie tussenvorm. Het is wel een volledige sprint en net wat langer dan de 100 meter. Ik kan op deze afstand langer mijn topsnelheid aanhouden en dat is een heerlijk gevoel. Daarnaast is het in de bocht starten ook fijner, dat gaat mij makkelijker af. Ik voel mij meer ontspannen en comfortabel als ik in een bocht start. Er zit dan niemand direct naast je bij de start. Misschien speelt dat ook mee.’
Planning
‘Het doel is nu om in één van de volgende wedstrijden de paralympische limiet voor de 100 meter (11.20 sec) ook nog te gaan lopen (op de 400 meter heeft Olivier de limiet al binnen). Ik zit daar heel dichtbij. Na de EK heb ik nog een wedstrijd in Leverkusen gelopen en het NK in Breda. Daarbij heb ik twee keer mijn persoonlijk record (nu 11.27) verbeterd, maar ik ben er nog net niet. Er is nog tijd tot en met eind juli om mij te kwalificeren. Dus dat blijft nog spannend. De komende tijd ga ik ook weer meer lactische trainingen doen als voorbereiding op de 400 meter.
Ambitie
‘Ik zou graag op de Nederlandse kampioenschappen mee willen doen tegen valide lopers. Dat lijkt mij mooi, dat er geen onderscheid wordt gemaakt. Het is namelijk best wel een discussiepunt of het lopen op blades je een voordeel geeft ten opzichte van mensen zonder. In de toekomst hoop ik de snelste man op blades te worden en dus wereldrecords te lopen en gouden medailles te winnen.’
Twee keer goud
De Europese kampioenschappen para-atletiek, die afgelopen maand in het Poolse Bydgoszcz werden gehouden, was voor Olivier de kroon op zijn harde werken. Op zowel de 100 als de 400 meter, twee hele verschillende aftanden, won hij goud! In de classificatie T62 (atleten met twee onderbeenamputaties onder de knie) is hij de beste van Europa. ‘Er was wat spanning van tevoren, want ik had een lichte blessure en ik wist niet zeker of ik op tijd volledig fit zou zijn voor de wedstrijd. gelukkig was dit wel het geval dankzij de fysiotherapeuten, die mij goed geholpen hebben. Daarnaast was dit toernooi anders dan anders door de strikte coronaprotocollen. Normaal gesproken zijn we als TeamNL Para meer samen: we reizen gezamenlijk en nu vlogen we in drie groepen onafhankelijk van elkaar. Ook had ik in Polen een eigen kamer, terwijl we anders een kamer delen. Dat laatste vind ik toch gezelliger.’
De 100 meter stond eerst geprogrammeerd. Het goud op deze afstand kwam niet als een enorme verrassing. ‘De weken ervoor was gebleken dat mijn vorm goed was en ik liep constant snelle tijden. Tijdens de race startte één van de belangrijkste concurrenten vals en toen wist ik dat ik kans maakte om de race te winnen.
Foto: Bartlomiej Zborowski
Dat gebeurde ook.’ Een paar dagen later stond alweer de 400 meter op het programma. Van tevoren wist Olivier al dat hij een race tegen de klok zou gaan lopen. Daar was hij op voorbereid, want hij wilde de Paralympische limiet van 50.20 seconden slechten. ‘Maar toch was het onverwacht dat ik de wedstrijd alleen moest lopen, omdat mijn tegenstanders kort voor de wedstrijd toch niet mee konden doen. Toen ik het stadion in liep ervoer ik de support van mijn verzamelde temgenoten die op de tribune zaten. Het gaf mij het gevoel dat ik niet alleen hoefde te lopen, want ik hoorde hen roepen vanaf de tribune. Ik voelde mij goed na de warming-up en had het gevoel dat ik wel een goede tijd neer zou kunnen zetten. De race begon met een goede start. Ik kwam redelijk hard de bocht uit en liep relaxed de eerste 200 meter. Daarna liep ik volgens het raceplan en heb ik de tweede bocht aangevallen. Toen ik de bocht uitkwam, zag ik vanuit mijn ooghoek de klok. Ik besefte dat het zelfs mogelijk was onder de 50 seconden te duiken en dat zou betekenen dat ik de limiet zou halen. Op het laatste rechte eind zette ik nog wat meer door. Bij de finish zag ik mijn tijd van 49.18 en ik heb mij nog nooit zo blij gevoeld. En ook opgelucht, want ik voelde al een jaar de druk om onder de limiet voor de Spelen te lopen en dat is nu eindelijk gelukt.’
Eremetaal in Tokio
Tussen 24 augustus en 5 september vormt Tokio het epicentrum voor de Paralympische Spelen. Tijdens het toernooi loopt Olivier ook met atleten uit de soortgelijke categorieën T44 en T64. De T staat voor track. Sowieso loopt hij de 400 meter, maar daarnaast wil hij ook zichzelf laten zien op de 100 meter. De nummer twee van de wereld in 2019 krijgt op de 400 meter te maken met twee grote concurrenten uit Duitsland en Amerika. ‘Theoretisch gezien ben ik sneller dan de rest, dus een bronzen medaille lijkt haalbaar. Verder ben ik heel benieuwd hoe het gaat zijn: de ervaring van de Spelen. Van andere para-atleten hoor ik over de goede sfeer die er was tijdens eerdere Paralympische Spelen. Maar dit jaar zal het anders zijn door de coronamaatregelen en er zal minder publiek aanwezig zijn en sowieso geen familie uit Nederland.’ Uiteraard kijkt Olivier uit naar het toernooi zelf, zijn eerste Spelen. ‘Omdat het in een groot stadion wordt gelopen en omdat dit toernooi het hoogst haalbare is. Het is altijd een droom geweest om naar de Spelen te mogen, en als het goed is sta ik daar over minder dan twee maanden.’
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met CTS GROUP en de Atletiekunie
Hoofdfoto: Erik van Leeuwen. Profielfoto: Paul Raats
- De favoriete alternatieve trainingen van Niels Esmeijer
- Deze 10-kilometerwedstrijden mag je niet missen deze winter
- Rising Star: Jochem Wiersma
- Kiplimo verpulvert eigen wereldrecord in Zevenheuvelenloop
- Doe de test: welke supplementen kunnen jou helpen?
TAG Heuer Connected Aradrama review: The most fashionable